erfgoedobject

Demarcatiepaal nummer 13

bouwkundig element
ID
200829
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200829

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Demarcatiepaal 13
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Demarcatiepaal nummer 13
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Demarcatiepalen
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Demarcatiepaal, gelegen langs Brugse Steenweg, nabij huisnummer 16, aan de Witte Brug, op ongeveer 300 meter ten zuidoosten van de Ganzenpoot.

De demarcatiepalen

Kort na de Eerste Wereldoorlog werd in Frankrijk de idee geformuleerd om langs de oude frontlijn van de Vogezen tot Nieuwpoort een heirbaan aan te leggen om de herinnering aan dit front te bewaren. Daar dit idee niet uitvoerbaar bleek, stelde de Franse Touring Club in 1921 voor om op de punten waar de frontlijn de grote wegen kruist, demarcatiepalen uit rood Elzasser graniet te plaatsen, ontworpen door de Franse beeldhouwer en oud-strijder Paul Moreau-Vauthier. Dit voorstel werd door de Koninklijke Touring Club van België onmiddellijk bijgetreden en eind 1921 werd een geldinzamelingsactie gelanceerd met het oog op het plaatsen van 28 palen die de plaatsen zouden aanduiden waar de vijand het verst op nationale bodem was doorgedrongen.

Oorspronkelijk waren die demarcatiepalen bedoeld als een hulde aan de geallieerde troepen, maar de wrok ten aanzien van Duitsland werd stevig verwoord door de woordvoerders van de Touring Club bij de inhuldiging van sommige demarcatiepalen. Dit geldt evenzeer voor de opschriften die op de demarcatiepalen werden geplaatst (in Vlaanderen meestal in verschillende talen): "HIER WERD DE OVERWELDIGER TOT STAAN GEBRACHT – ICI FUT ARRETE L’ENVAHISSEUR – HERE THE INVADER WAS BROUGHT TO A STANDSTILL".

Uiteindelijk werden op het Belgische grondgebied 22 demarcatiepalen geplaatst, in drie varianten al naargelang de sector waar zij geplaatst werden: tien van het Belgische type van Nieuwpoort tot Lizerne (Zuidschote), zes van het Britse model (bekostigd door de Belgische sectie van de 'Ypres League') in de Ieperboog (van ’t Wieltje tot Voormezele) en zes Franse modellen in Boezinge en rond de Kemmelberg.

De specifieke locaties voor de demarcatiepalen werden uitgekozen door maarschalk Pétain en zijn staf, de Belgische legerleiding en de 'Ypres League'. De geselecteerde plaatsen staan niet steeds gelijk met de verste Duitse opmars. De plaatsbepaling was wellicht onderhevig aan compromissen en aan redenen zoals de visibiliteit van het gedenkteken of de symboliek die een bepaalde plaats voor een bepaalde eenheid had. De redenen waarom een bepaalde demarcatiepaal op een bepaalde plaats werd geplaatst, is niet steeds meer te achterhalen.

Nagenoeg alle demarcatiepalen in de Ieperboog duiden het front van midden 1918 aan, rond Boezinge herinneren de palen aan de Duitse terreinwinst na de gasaanval van 22 april 1915. In het IJzergebied tenslotte wordt vooral verwezen naar de IJzerslag van oktober-november 1914.

De eerste demarcatiepaal in West-Vlaanderen werd geplaatst in Diksmuide, aan de beruchte 'Minoterie', op 5 juni 1922 (pinkstermaandag), in aanwezigheid van koning Albert en Admiraal Ronarc’h van de Franse 'Fusiliers-Marins'. Aan het Ieperfront werd de eerste paal onthuld aan ‘Hell Fire Corner’ (Kruiskalsijde) op 5 augustus 1923 door Baron de Vinck, burgemeester van Zillebeke. In de omgeving van Boezinge werden de demarcatiepalen geplaatst in de week van 6 – 13 januari 1923.

Van de 22 oorspronkelijk geplaatste demarcatiepalen zijn er drie verdwenen, vermoedelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog, namelijk in Diksmuide aan de voormalige 'Minoterie', bij ’t Wieltje en in Pervijze. Bij 17 van de 19 resterende palen heeft de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog de meertalige opschriften “Hier werd de overweldiger tot staan gebracht” weggekapt, blijkbaar omdat ze de opschriften als te aanstootgevend ervoeren. Alleen de stenen van Oud-Stuivekens en Ramskapelle ontsnapten aan hun aandacht (in Ramskapelle zou een landbouwer het monumentje verborgen hebben onder een hoop stenen). De demarcatiepalen op grondgebied Nieuwpoort werden in september 1991 opnieuw voorzien van de Nederlandstalige tekst en de jaartallen 1914-1918.

Demarcatiepaal nummer 13

Demarcatiepaal nummer 13 bij de Witte Brug herinnert aan de Slag aan de IJzer en de onderwaterzetting van de IJzervlakte eind oktober 1914.

Het gebied ten westen van de IJzer vormt een waterrijke laagvlakte. Zonder de duinen en een ingewikkeld stelsel afwateringskanalen, sluizen en verlaten zou dit gebied onder water lopen. Het kernstuk van dit alles ligt bij de ‘Ganzenpoot’, het sluizencomplex te Nieuwpoort.

Op 18 oktober 1914 stonden 75.000 manschappen van het Belgisch leger opgesteld langs een front van 40 kilometer langs de IJzer en het kanaal Ieper-IJzer (tot Steenstrate). De Duitse staf wilde de kanaalhavens Calais, Duinkerke,… veroveren om zo de aanvoer van geallieerde troepen en voorraden vanuit Engeland af te snijden.

Een eerste poging om dit te beletten, gebeurde op bevel van generaal Dossin op 20 oktober. Door een inundatie via de verlaten van het ‘springsas’ van de Oude IJzer op 21 oktober liep de polder van Nieuwendamme onder water. Dit gebeurde door de medewerking van de Nieuwpoortse schipper Hendrik Geeraert.

Op 22 oktober staken Duitse troepen de IJzer over nabij de bocht van Tervate. Belgische tegenaanvallen slaagden er niet in de Duitsers terug over de gekanaliseerde IJzer te krijgen. Op 25 tot 29 oktober vielen de Duitse aanvallen voorlopig stil. Op 26 oktober trokken de Belgen zich terug op of achter de berm van de spoorlijn van Diksmuide naar Nieuwpoort.

De Veurnse onderzoeksrechter Feys suggereerde kolonel Wielemans, chef bij het hoofdkwartier van het Belgisch leger, een inundatie van het gebied tussen de spoorweg en de IJzer. Feys stelde ook voor om beroep te doen op de technische kennis van Karel Cogge, toezichter van de Veurnse Noordwatering. Cogge verstrekte de militaire overheid de technische bijzonderheden voor het overstromingsplan en legde ter plaatse de modaliteiten vast die men moest volgen.

Alle openingen onder spoorwegberm werden gedicht. Men probeerde op 27 oktober via de oude Veurnesluis een eerste keer het terrein tussen de spoorwegberm en de gekanaliseerde IJzer te inunderen. Dit leverde niet voldoende resultaat op. Op 29 oktober om 19.30 uur opende schipper Hendrik Geeraert en enkele manschappen van de genie onder leiding van kapitein Umé het verlaat van de Noordvaart. Tijdens het hoogtij stroomden miljoenen liters zeewater de Noordvaart in. Langzaam liep het terrein onder water. Tegen middernacht werd het verlaat gesloten om te beletten dat het water terug zeewaarts zou stromen bij laagtij. Deze handelingen zouden gedurende vier jaar geregeld herhaald worden om de inundatie op peil te houden…

Het hernieuwde Duitse offensief van 30 oktober werd letterlijk versmoord. Het gebied tussen de spoorwegberm en de IJzer werd een zompig gebied met eilandjes te midden van een blank gebied dat op de meeste plaatsen slechts enkele tientallen centimeters onder water stond. Na enkele weken van harde gevechten stabiliseerde het front zich hier meer dan op andere plaatsen. Het beperkte de Belgische verliezen door beschietingen maar het tastte de gezondheid aan van de soldaten die hun dagen in deze modderomgeving moesten doorbrengen.

Beschrijving

Geprofileerde roze granieten zuil op een betonnen sokkel geplaatst, met piramidale opbouw, bekroond met een gesculpteerde Belgische helm (Adrian-model), waarop een kenteken met een leeuwenkop is aangebracht. De helm is omlijst met een lauwerkrans. Op de zuil is een reliëf uitgehouwen met aan de linkerzijde een veldfles en aan de rechterzijde een ARS-gasmasker. Aan de vier hoeken is een handgranaat opgehangen aan een palmtak.

Op de voorzijde staat bovenaan "NIEUPORT”, daaronder “HIER WERD DE OVERWELDIGER TOT STAAN GEBRACHT” (moeilijk leesbaar), en onderaan “Touring Club de Belgique – Don de la Flandre Orientale”. Links "1914", rechts "1918".

H.125 x Br.75 x D.65cm.

Uitvoering: onderaan links en rechts “Léon Telle, Granitier, Andlau, Alsace” (gesigneerd, maar moeilijk leesbaar); “Paul Moreau-Vauthier, Statuaire c” (gesigneerd).

  • DESEYNE A. 1991: Hier werd de overweldiger tot staan gebracht. Demarcatiepalen 1914-1918 in West-Vlaanderen, Het Zonneheem, XXI.3.
  • JACOBS M. 1995: Zij, die vielen als helden... Cultuurhistorische analyse van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 1, Brugge.
  • JACOBS M. 1996: Zij, die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge.
  • VERBEKE R. s.d., Monumenten getuigen: militaire begraafplaatsen en gedenktekens [online], http://www.wo1.be (geraadpleegd in 2008).

 


Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002423, Oorlogsgedenktekens te Nieuwpoort (DECOODT H., 2008)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Demarcatiepaal nummer 13 [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200829 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.