In 1924 werd door de Stad Gent een elektrische centrale (de latere SPE aan de Ham) opgetrokken. Dit gebouw ligt op de zuidelijke grens van het westelijk stadsgedeelte tussen de Brugse Vaart en de Boergoyen: de wijken 'Brugse Poort' en 'Rooigem'. Het betreft een enige overblijvende materiële getuige van de nu verdwenen belangrijke industriële bedrijvigheid die de aanzet vormde voor de urbanisatie van dit deel van Gent en dit vanaf de eerste helft van de 19de eeuw.
In het kader hiervan werd er ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening van een aantal grote bedrijven in de buurt van de Nieuwe Wandeling, en meer bepaald ten behoeve van de vlasspinnerij 'La Lys', een onderstation (omvormingsstation) gebouwd (plannen van 1923 getekend door de toenmalige Stadsbouwmeester, Jan-Albert De Bondt, 1888-1969, die ook instond voor de onderstations van de Bomastraat 1935, Kattenberg 1931 en De Stoopstraat). De stilaan geëlektrificeerde bedrijven hadden immers gelijkstroom nodig die het meest geschikt was voor de aandrijving van motoren. Aangezien de kwikdampgelijkrichters eerst in 1930 werden ontwikkeld moest hier nog gewerkt worden met de zogenaamde Ward-Leonardgroepen (dynamo-elektrische omzetters) die meer plaats innamen. Het bakstenen bedrijfsgebouw bestaat in hoofdzaak uit een machinezaal met de nog aanwezige elektrische loopbrug (10 ton).
De ruimteverdeling is vertaald in de volumevoering die door de ontwerper in een vrij symmetrisch opgebouwde plattegrond met centrale hal. De centrale hal (met machinezaal) is hoger dan de laterale delen en wordt gekenmerkt door een zadeldak (zink), grote rondbogige bovenlichten met twee verticale stijlen en op de zijkant verticale lichtstraten. Arduinen dekstenen met bovenkrul op de geveltoppen. De laterale delen hebben een zinken schilddak. Algemeen sterk geritmeerde gevels: risalieten in donkere baksteen, brede horizontale lijsten of banden (gecementeerd) en smalle verticale vensteropeningen geven het ritme aan. Achteraan grote toegangspoort onder verlaagde boog. Inwendig: tegelvloeren, stalen draag- en dakstructuren met geklonken verbindingen.
Bij dit onderstation hoort ook een personeelswoning in een meer traditionalistische stijl.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002275, Elektrisch onder-/omvormingsstation Auteurs: De Schepper, Jo Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)