In de 16de-17de eeuw gekend als "die Gouwblomme" of "de Cleyn Gaublomme". Volgens archiefgegevens was het pand in 1854 twee bouwlagen hoog en gemarkeerd door een laatbarokke trapgevel met kenmerkend plattebanddecor. In 1905 echter werd het naar ontwerp van architect G. Decock verbouwd en verhoogd tot drie bouwlagen - met een twee traveeën brede, gecementeerde en met horizontale muurbanden versierde voorgevel.
Diep ingeplant rijhuis met ongelijke bouwhoogte onder een combinatie van zadel- en platte daken (pannen, leien en bitume). Heden vlak bepleisterde lijstgevel met bewaarde decoratieve ijzeren leuningen vóór de rechthoekige vensters en aflijnende kroonlijst met typische sierconsoles. In de westelijke zijgevel, zichtbare oude bak- en zandstenen kern met bewaarde hoek- en negblokkenomlijstingen van onder meer voormalige kruis- en kloostervensters. Achtergevel met verspringende vensterniveaus.
In 1969 werd het pand opgenomen in de bescherming als monument van het voormalige Busleydencollege en aanpalende panden (Busleydengang).
Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Vlaams-Brabant, archief Monumenten en Landschappen, Leuven, Busleydengang: Collegium Trilingue, Beschermingsdossier; Mechelsestraat, nummers 32 en 36.
MEULEMANS A., Atlas van Oud-Leuven, Leuven, 1981, p. 203.
MEULEMANS A., Oude Leuvense straten en huizen. De Mechelsestraat, in Mededelingen voor de Oudheidkundige Kring van Leuven en Omgeving, 9, 1969, p. 100.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)