Voormalige notariswoning "Dekeyser", beeldbepalend vrijstaand neoclassicistisch herenhuis met naastgelegen koetshuis, volgens het kadaster gebouwd circa 1867. Volgens het kadaster worden beide gebouwen opgetrokken in opdracht van notaris Theodorus Turtelboom (Toortelboom) in 1867, in 1988 aangekocht door de gemeente. Gerestaureerd in 2002-2004 en thans zijn het hoofdvolume en het bijgebouw in gebruik als administratief centrum van het OCMW.
De tuin is vanaf de straat toegankelijk via smeedijzeren hekwerk tussen vierkante bakstenen pijlers. Op foto's uit de jaren 1990 (fotoarchief Ruimte en Erfgoed) en op oude prentbriefkaarten is te zien dat de tuin aan de straatzijde afgesloten is met een haag (ter hoogte van koetshuis muurtje als aanzet haag bewaard) en dat de tuin meer beboomd was. Een tweede toegang tot de tuin ter hoogte van het koetshuis wordt geflankeerd door twee paardenkastanjes. Hier waren in de jaren 1990 nog twee lage smeedijzeren poortjes bewaard. De notariswoning is op vandaag nog omgeven door twee rode beuken. Voorts nog enkele andere parkbomen. Bewaard Mariagrotje.
Notariswoning. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (blauwe mechanische pannen) met gietijzeren vorstkam. Witgeschilderde en bepleisterde voorgevel bekroond met centraal driehoekig fronton met serliana-venster dat de houten kroonlijst op klossen en het brede lijstwerk doorbreekt. Begane grond verlevendigd met imitatiebanden onder gemarkeerde puilijst. Rechthoekige muuropeningen, op de begane grond beluikt, de hogere bouwlagen met geriemde omlijsting. Onderdorpels in blauwe hardsteen. Houtwerk met T-indeling en grote roedeverdeling. Portaal bereikbaar via vernieuwde treden en hellende vlakken in blauwe hardsteen. Verzorgde vleugeldeur met bovenlicht. Andere gevels in rood baksteenmetselwerk, getoogde muuropeningen onder strek, vensters met gelijkaardige detaillering. De oostelijke zijgevel is centraal op de begane grond uitgewerkt met een bepleisterde rechthoekige erker waarboven klein balkon met smeedijzeren leuning. Achtergevel met bepleisterde en geschilderde middentravee. Interieur. Hal met wit-zwarte marmeren bevloering en gemarbreerde muren met bijkomende sjabloonversieringen. Salon aan straatzijde met witmarmeren neorococoschouw.
Voormalig koetshuis in roodbakstenen metselwerk ten oosten van het woonhuis, gevat onder mank zadeldak (zwarte Vlaamse pannen, nok dwars op de straat), doorbroken met centraal laadluik onder zadeldakje. Getoogde muuropeningen onder strek, houtwerk met T-indeling en grote roedeverdeling.
Archief Ruimte en Erfgoed Afdeling West-Vlaanderen, Archiefnrs. W/00609, W/2052.
Archief Ruimte en Erfgoed Afdeling West-Vlaanderen, Fotoarchief.
HOSTEN W., Ichtegem, dorp van Fransmans en Flandriens: Deel 1, Aartrijke, 1993, p. 38, 40, 43.
Bron: GILTÉ S. & VANNESTE P. met medewerking van BAERT S., BOONE B. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ichtegem, Deelgemeenten Bekegem en Eernegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL48, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol; Gilté, Stefanie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)