erfgoedobject

Villa Carlo

bouwkundig element
ID
214511
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214511

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Carlo
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Villa Carlo met tuin
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Villa Carlo is een dubbelwoning in cottagestijl die rond 1908 werd gebouwd als vakantiewoning voor de familie Kerckx. De woningen maken deel uit van een ensemble van vier vakantiewoningen die deze familie in Sint-Mariaburg liet bouwen. Ze horen tevens bij de meest representatieve, best bewaarde cottages in dit vakantieoord uit de Belle Epoque. Als bouwmeester kunnen we John Van Beurden aanduiden.

Historiek

Villa Carlo bestaat uit twee gekoppelde vakantiewoningen in een grote tuin die met de achterzijde grenst aan de tuin van de vakantiewoning van beeldhouwer J.B. Kerckx-Coppens gelegen in Bist 66. De bouw van Villa Carlo wordt in het kadaster geregistreerd in 1908, in opdracht van J.B. Kerckx. Koopaktes bewaard door de huidige bewoners van Villa Carlo leren dat Kerckx de woningen liet bouwen voor zijn twee dochters Maria Sylvia Kerckx en Joanna Mathilda Kerckx. Zij huwden met de gebroeders Van Beurden, de zonen van beeldhouwer Alphonse Van Beurden. Maria huwde met "artistschilder" (Gerard) Alfons Van Beurden, Joanna huwde met zijn broer Jan Frans Corneel Van Beurden, een bouwmeester die vooral met de voornaam John gekend is. John Van Beurden, actief als architect vanaf 1904 in Antwerpen, werd de vaste architect van Kerckx. Zo liet hij in 1910 grote verbouwingen en uitbreidingen aan zijn vakantiewoning uitvoeren in de Bist naar ontwerp van Van Beurden. In 1912 volgde de verbouwing van de gezinswoning van Kerckx op de Mechelsesteenweg in Antwerpen. In 1911 en 1913 gaf vader Kerckx de opdracht aan Van Beurden voor het ontwerp van twee woningen in de Generaal Capiaumontstraat in Zurenborg. Eén woning was voor zijn zoon, beeldhouwer Karel-Jan Kerckx, de tweede woning voor zijn dochter Maria Sylvia en haar echtgenoot Alfons Van Beurden, broer van de architect. We kunnen er dus met grote zekerheid van uitgaan dat John Van Beurden de plannen tekende voor zijn eigen vakantieverblijf in de Fortuinstraat 15-17, temeer daar de gelijkenissen van de afwerking van de woning in Bist 66 sterk zijn. Een bouwdossier werd voor deze panden niet bewaard in het stadsarchief van Antwerpen. Het is niet bekend naar wie de huisnaam Villa Carlo verwijst.

In 1908, bij de registratie van de bouw van Villa Carlo in het kadaster, zien we dat de voortuinen de tweedeling van de woning volgden, maar dat de ruime achterliggende tuin gemeenschappelijk was, zonder opdeling van het perceel. Pas in 1927 werd de grote tuin in twee gesplitst, met voor elk huis een aparte tuin. Deze situatie is anno 2014 ongewijzigd.

Beschrijving

Villa Carlo is een tweegezinswoning in cottagestijl, uitgewerkt als één organisch, grotendeels symmetrisch ensemble. De panden zijn gelegen in een grote tuin, met hoge loofbomen omringd en uitgevend op de tuin van de vakantiewoning van J.B. Kerckx in Bist 66. Aan straatzijde zijn de voortuinen afgezoomd met een haag.

De woningen ademen een zuivere cottagesfeer uit, met het zichtbare, verzorgde rode baksteenmetselwerk, het grillige dakenspel van gecombineerde zadeldaken doorbroken met dakvensters, en met het beeldbepalende, fijne houtwerk aan de terrassen, de erkers en in de ramen, gekenmerkt door de kleine roedeverdeling. De gaaf bewaarde toestand van dit verfijnde schrijnwerk is een belangrijke kwaliteit van deze vakantiewoningen en linkt de woningen zichtbaar aan de vakantiewoning van Kerckx in Bist 66.

De vrijstaande woning telt twee bouwlagen en vier traveeën onder leien bedaking en is volledig onderkelderd met een souterrain. Het gebouw is opgetrokken in verzorgd, donkerrood baksteenmetselwerk. De twee woningen hebben eenzelfde, gespiegelde plattegrond en interieurafwerking. De gevels echter, zijn licht afwisselend ontworpen, waardoor de woningen als één grote villa worden gepercipieerd. Beide woningen hebben hun inkompartij op de hoek, via een trap naar een overluifeld terras met fijn geometrisch houtwerk, in beide woningen hetzelfde uitgewerkt. Centraal zitten de venstertraveeën, die wel anders vormgegeven zijn in de twee huizen. Op nummer 15 (links) een lijstgevel met driezijdige erker beneden en boven een deurvenster met balkon, een breed driehoekig dakvenster bekroond dit geveldeel quasi als een fronton, een element dat we ook in de villa op Bist 66 terugvinden. Op nummer 17 is de venstertravee door een puntgevel afgewerkt, met een oculus in de top en een korfbogig muurveld waarin de twee rechthoekige beluikte vensters gevat zijn. De zijgevels van beide huizen zijn identiek, met aan straatzijde een driezijdige uitbouw op de begane grond die via trompen overgaat in een vlakke gevel boven. Aan tuinzijde een dienstdeur toegang gevend op de trap naar het souterrain met de keukens. Daarboven een tweezijdige houten erker; in de laatste travee aan tuinkant twee kleine beluikte vensters, in een rondbogig muurveld.

Ook de tuingevels zijn identiek en spiegelend uitgewerkt, waarbij meteen opvalt dat de centrale terrassen ondertussen met een nieuwe uitbouw werden overdekt. Op de verdieping zijn de middelste traveeën voorzien van een houten driezijdige erker onder een leien dakoverstek. De zijdelingse brede traveeën zijn door een puntgevel gemarkeerd, met in een verdiept muurveld twee rechthoekige vensteropeningen, oorspronkelijk allemaal met luiken met lamellen.

De indeling en aankleding van de twee woningen is identiek en spiegelend. Deze is licht en staat los van de vaste eclectische interieuraankleding die voor de woningen in de stad in die tijd gangbaar was. Men koos voor een vakantiewoning voor een lichte aankleding, waar hout en grote ramen de belangrijkste kenmerken waren. Deze sfeer is in deze woningen gaaf bewaard.

De inkomportalen zitten in de centrale traveeën, op de overluifelde terrassen die door hun verfijnde houtwerk de blikvangers zijn van Villa Carlo. Op beide terrassen is een vaste houten bank voorzien. Via dit terras bereikt men de grote inkomhal met open houten trap. De trapleuningen kregen dezelfde geometrische stijl als de terrasleuningen. Deze grote, lichte inkomhal is tevens ontvangstruimte, een typisch kenmerk van vakantiearchitectuur. Achter het trappenhuis bevinden zich keuken, toiletten, badkamers. De uiterste traveeën van de woningen bestaan uit één grote leef- en eetkamer waarin de haard het opvallendste element is: twee hermen ondersteunen de haardbalk, gedecoreerd met een rij putti in basreliëf. In nummer 17 is in deze ruimte ook monte-plat bewaard, in een deels beglaasde houten omkasting. In het souterrain waren dienstruimtes en keukens voorzien; hardstenen pompsteen en pompsysteem bewaard. Op de verdiepingen telkens vier slaapkamers. Overal houten vloeren, bewaarde binnendeuren, gestucte plafonds deels met rosetten deels met opdeling in rechthoekige vlakken.

  • KEUKELINCK R. 2004: Langs Ekerse straten en pleinen. Toeristische informatie.
  • VANVELDHOVEN S. (projectleidster) 2008: Snelinventarisatie St. Mariaburg Ekeren, Archiefonderzoek Havermans.
Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen, Afd. 35 Sectie F, 1908/20. Kadasterarchief Antwerpen, Leggers, Afd. 35 Sectie F, art. 2076. Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 802 # 258 (1910). Documentatiecentrum Antwerpen Noorderpolders, postkaart CO20044b. Jubelalbum Kring Bouwkunde 1900-1910, Antwerpen 1910, 32.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Carlo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214511 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.