De langgesterkte hoeve is parallel met de Keistraat gelegen en bestaat uit een schuur-stal-woonhuis ordonnantie. De vakwerkbouw van het woonhuis bleef bewaard, de schuur en stal zijn (gedeeltelijk) versteend.
Historiek
De hoeve werd reeds afgebeeld in de Atlas van de Buurtwegen (circa 1840-1844) als een rechthoekig volume. Op de eerste mutatieschets van 1849 werd de hoeve primitief gekadastreerd als een langwerpig volume met een klein losstaand volume (bakhuis?) ten zuidoosten. Op de nieuwe toestand van deze mutatieschets werd de hoeve opgesplitst in twee percelen, terwijl het volumetrisch ongewijzigd bleef. Ten laatste in 1908 werd de hoeve met circa 5 meter verlengd langs de linkerzijgevel (te associëren met de eerste bakstenen travee van het huidige, gedeeltelijk uit baksteen opgetrokken, schuur- en stalgedeelte?) en werd een derde volume (stal?) opgetrokken ten noordoosten. Ondertussen werden de hoevecomponenten terug onder één perceelnummer ondergebracht. In 1964 werd de huidige situatie opgetekend, waarbij het langgestrekte hoevevolume in een U-vormige constellatie verbonden werd met enkele recentere bakstenen aanhorigheden ten noordoosten en ten zuidoosten van het erf. Deze recente bakstenen aanhorigheden lijken het eertijds ten zuidoosten gelegen kleine volume (bakhuis?) en de ten noordoosten gelegen aanhorigheid (stal?) vervangen te hebben. Op het kadasterplan op het moment van bescherming wordt de hoeve langs weerszijden omgeven door recente bebouwing.
Beschrijving
De langgestrekte hoeve, met schuur-stal(?)-woonhuis ordonnantie is parallel met de Keistraat gelegen. De hoeve beslaat zes traveeën onder een zadeldak met Vlaamse pannen. Het gebouw is opgetrokken uit stijl- en regelwerk met lichtblauwgekalkte lemen vullingen op een gepikte plint met zeer lage bakstenen stoel voor wat de voorgevel betreft. De overkalkte voorgevel telt van links naar rechts een aangepaste schuurpoort, een klein venster, een deur en twee beluikte vensters. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk is behouden. De achtergevel omvat acht gepikte stijlen, twee wandplaatschoren en een gepikte regel boven het versteende, onderste gedeelte van de vakken. In het schuurgedeelte werd deze regel opgeschilderd. De oorspronkelijke muuropeningen, bestaande uit vier kleine vensters, zijn bewaard. Het schuur- en stal(?)gedeelte is gedeeltelijk opgetrokken uit metselwerk (versteend?) en werd mogelijk voor wat betreft de eerste travee later (ten laatste 1908 volgens de mutatieschetsen) toegevoegd. De topgevel van de rechterzijgevel is beschoten met plaatwerk. Tegen deze zijgevel bevindt zich een bakstenen aanbouw onder een lessenaarsdak. De bakstenen aanhorigheden in U-vormige opbouw zijn niet als monument beschermd, maar maken deel uit van de als dorpsgezicht beschermde omgeving van de hoeve.
Interieur
Het interieur van de langgestrekte hoeve met schuur-stal(?)-woonhuis ordonnantie kon niet bezocht worden. Op basis van externe waarnemingen kan echter aangenomen worden dat de globale ordonnantie behouden werd. Het woonhuis zelf lijkt de traditionele indeling, bestaande uit twee grote vertrekken met centrale haard langs de erfzijde (zuidoosten) en enkele kleinere vertrekken langs de straatzijde (noordwesten) eveneens bewaard te hebben.
Omgeving
De hoeve, gelegen in woongebied met landelijk karakter, wordt van de straatzijde afgeschermd door een meidoornhaag en wordt langs weerszijden omgeven door recente verkavelingen.
- SCHLUSMANS F. 1981: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 6n I (A-Ha). Provincie Limburg. Arrondissement Hasselt, Gent, 82.