Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht artillerieluitenant Lebrun, naar een ontwerp door Louis Hendrikx uit 1909. De architect was beheerder van de Naamlooze Maatschappij "Antwerpsche Bouwnijverheid", een bouwbedrijf dat tussen 1908 en 1914 in Antwerpen, Berchem en Borgerhout een groot aantal burger- en meergezinswoningen tot stand bracht, voor eigen rekening of in opdracht van derden. Ook voor de woning Lebrun trad de maatschappij vermoedelijk als aannemer op.
Louis Hendrikx begon zijn loopbaan midden jaren 1890, en was vermoedelijk actief tot kort vóór of na de Tweede Wereldoorlog. Zijn ontwerpen voor "Antwerpsche Bouwnijverheid" worden over het algemeen gekenmerkt door een conventioneel eclecticisme, materiaalpolychromie en decorelementen ontleend aan de art nouveau. Aan de kardinaal Mercierlaan bracht hij in 1909-1910 nog twee gelijkaardige panden tot stand, de woning Cattoor en de woning Van Der Geten, in 1912 gevolgd door een woning voor eigen rekening van de maatschappij.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heft een parement uit roomkleurige Silezische brikken, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, lekdrempels, waterlijsten, speklagen, hoekblokken, sluit- en kraagstenen, en witte natuursteen voor balustrades en borstweringen. Geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles, doorgetrokken balustrade en bolornamenten, en onder de kroonlijst door overhoekse fialen. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van steekboogopeningen met sluitsteen en hoekblokken met zweepslagmotief; medaillons op de borstweringen van de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst en tandlijst op consoles vormt de gevelbeëindiging. Vernieuwd schrijnwerk, de vensterroeden naar oorspronkelijk model; bewaarde smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht en overdekt terras de begane grond, met keuken, pomphuis en wc in de achterbouw. In het bouwdossier ontbreken de plattegronden van de bovenverdiepingen.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 956#4578.