erfgoedobject

Ensemble Demerstraat en Refugiestraat

bouwkundig element
ID
301815
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301815

Juridische gevolgen

Beschrijving

Ensemble dat getuigt van het straatbeeld rond 1900 en sterk beeldbepalend is voor de Demerstraat en het zicht vanuit de Refugiestraat.

Historiek

De panden aan de Demerstraat nummers 16 tot 30 en Refugiestraat 1 zijn gelegen tegenover de site van het als monument beschermde refugiehuis van Averbode, vlakbij de voormalige brug over de nu gedempte Demer, op de plaats die volgens de kadasterplannen van Voncken (1822) en Popp (1857) vroeger het Sint-Jacobs Eynde of - in de volksmond - op ’t Sint Job genoemd werd. De plannen van Voncken en Popp tonen aan dat de site heel wat veranderingen onderging door de jaren heen. Vooral de welvaartsjaren in de tweede helft van de 20ste eeuw waren vernietigend voor het vertrouwde beeld van een eeuwenoude straat langs de stroom die binnen smalle randvoorwaarden kon evolueren. De huizenrij nummers 16 tot 30, de vrijstaande herenwoning Refugiestraat 1 en de tuin van het Refugiehuis van Averbode zijn de enige relicten van die oorspronkelijke bebouwing in de Demerstraat.

Het voormalige refugiehuis van de abdij van Averbode werd na de confiscatie in 1797 verkocht aan verschillende eigenaars. De Primitieve kadastrale legger (1830) kent er twee. In een van de westelijke gebouwen had één van de eigenaars een leertouwerij ondergebracht, maar het vruchtgebruik was in handen van nonnen. In het oostelijke gedeelte, in een gebouw dat tegen de Demer aan stond, was een brouwerij gevestigd, die in 1868 werd afgebroken. Rond 1880 werd dit gedeelte aan Charles Pieck verkocht, die het inlijfde bij de landschappelijke tuin die op dat ogenblik werd aangelegd. Van de tuin ten tijde van de norbertijnen is ons geen afbeelding bekend, evenmin van een 19de-eeuwse tuin. Een litho uit 1866 geeft weinig aanduidingen over de tuinaanleg en in de 19de-eeuwse kadastrale leggers wordt enkel gesproken van tuin, nooit van lusttuin of lustgrond.

Beschrijving

Het pand Demerstraat 16 is een kleine bepleisterde arbeiderswoning, in de tweede helft van de 19de eeuw te dateren en bestaande uit twee traveeën en twee bouwlagen met mezzanino onder een pannen zadeldak met een in het dakvlak uitgewerkte verdieping.

Aangrenzend bevindt zich een 19de-eeuws pand -vermoedelijk met oudere kern- Demerstraat 18, met twee traveeën op de begane grond en één centraal geplaatst venster op de verdieping, bekroond door een pannen zadeldak.

Het pand aan de Demerstraat 20 is een neoclassicistische woning met pseudo-penantengevel, vermoedelijk te dateren rond het einde van de 19de, begin 20ste eeuw, bestaande uit drie traveeën en drie bouwlagen, bekroond door een pannen zadeldak. De begane grond werd volledig verbouwd. De eerste verdieping wordt gekenmerkt door rondboogvensters, waarboven -op de tweede verdieping- rechthoekige vensters. De bovendorpels van de vensters worden beklemtoond door een witte cementering en zijn alle voorzien van een trapeziumvormige sluitsteen met trigliefen.

Het aangrenzend pand, Demerstraat 22, is een breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen, gekenmerkt door een houten erker op hardstenen voluutconsoles uiterst rechts in de gevel, met daarboven een als puntgevel uitgewerkte bekroning met dakoversteek en schoren waarin een rondboogvenster prijkt. Boven de twee linkse traveeën vormt een sierlijke kroonlijst, rustend op decoratief uitgewerkte consoles, de overgang naar het pannen zadeldak.

Demerstraat 24 is een diephuis, 1905 gedateerd in de gevel, gevormd door drie traveeën en drie bouwlagen. De geleding op de eerst verdieping bestond oorspronkelijk uit vier traveeën van pseudo-kloosterkozijnen onder een blinde rondboog en werd later omgevormd tot drie traveeën door de toevoeging van een erker voor de twee centrale vensters. Hierboven bevindt zich een gevelbekroning op schouderstukken, getopt door een gebogen fronton en voorzien van een klein venster met getoogde blindboog tussen drie verdiepte trappen. Het geheel wordt bekroond door een sierlijk smeedijzeren vlaggetje.

Het pand Demerstraat 28 verbindt de kleine versteende woning 26 met de grote herenwoning nummer 30. Het betreft een in 1894 te dateren eenvoudige bakstenen neoclassicistisch geïnspireerd herenhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen met mezzanino onder een pannen zadeldak met twee recentere dakkapellen.

Aan de overzijde van de huizenrij en op de hoek met de Refugiestraat ligt een vrijstaande villa in cottagestijl, opgetrokken in baksteen met wit geschilderde banden en bestaand uit twee bouwlagen en vier traveeën aan de zijde van de Demerstraat. Het met kunstleien bedekt dak met oversteek op schoren en een elegante houten dakkapel, typeert de gevel. Achter de woning, in de Refugiestraat, staat een eenlagig polygonaal afgesloten achterhuis, eveneens in cottagestijl. De gedeeltelijk ommuurde tuin, oorspronkelijk afdalend naar de Demer en aangeplant met grote bomen, is gericht naar de Demerstraat en vormt aldaar, samen met de tuin van het Refugiehuis van Averbode, een groen rustpunt in de straat.

De tuin van het Refugiehuis van Averbode, 20 are groot, vertoont slechts weinig sporen van de oude tuinaanleg, maar heeft wel een mooie recente rozentuin. Langs de vroegere Demerloop ter hoogte van het ‘Sint-Jacobseinde’ (tegen de huidige Demerstraat aan) zijn restanten van een oude rand- of oeverbeplanting te zien, een zilverlinde (Tilia tomentosa) met 2,74 meter stamomtrek, en op het in 1881 door Pieck geannexeerde, nadien weer afgescheiden, oostelijk gedeelte staan haagbeuken (Carpinus betulus) met stamomtrekken van rond de 2 meter. De mooie cirkelvormige rozentuin, verdeeld in zes sectorvormige, met buxus (Buxus)omhaagde parterres, en de rest van de opgaande beplanting – wierookcipres (Calocedrus decurrens), Californische schijncipres (Chamaecyparis lawsoniana) en Ierse taxus (Taxus baccata ‘Fastigiata’) – zijn van recente datum.

  • FERRARIS J. 1775: Carte Chorographique des Pays-Bes Autrichiennes.
  • VONCKEN J.G. 1822: Primitieve kadasterkaart, Gemeente van Diest, s.l.
  • POPP P.C. 1857: Atlas Cadastral de Belgique. Province de Brabant. Arrondissement de Louvain. Plan Parcellaire de la ville de Diest, avec les mutations, Brugge.
  • Beschermingsdossier DB002163, Stadsgezicht Demerstraat, 2001.
  • BRANS M. 1994: Diest. Stille getuigen, s.l.
  • DENEEF R. (red.) 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen, Inventaris Vlaams-Brabant, Hageland – Noordoosten van Vlaams-Brabant, Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest, Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo, M&L Cahier 14, Brussel, 133-134.
  • LEMAIRE R. e.a. 1971: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, 1, Provincie Brabant, arrondissement Leuven, Luik, p.56-99.
  • S.N. 1853-1855: Diest, situation administrative, s.l.
  • VAN DER EYCKEN M. 1994: Steden in beeld. Diest, s.l.
  • VAN DER EYCKEN M. 1980: Diest vroeger en nu, Tielt.
  • VAN DER EYCKEN M. 1980: Geschiedenis van Diest, Diest.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Refugiehuis abdij van Averbode

  • Omvat
    Tuin van het refugiehuis van de abdij van Averbode

  • Is deel van
    Diest


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble Demerstraat en Refugiestraat [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301815 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.