is aangeduid als beschermd monument Mijnkraters Sanctuary Wood
Deze bescherming is geldig sinds
Het oostelijke, hoger gelegen deel in het huidige Hogebos, tijdens de Eerste Wereldoorlog Sanctuary Wood of Zuaven Wald genoemd, draagt de sporen van kraters en granaatinslagen uit de Eerste Wereldoorlog. Op 25 en 29 september 1915 ontploften hier in het hoogst gelegen deel van het bos vier mijnen, waarvan twee kraters vandaag nog herkenbaar in het landschap liggen.
In 1915 kwam de frontlinie steeds dichter bij Sanctuary Wood. Eind mei 1915 (tweede slag om Ieper) stabiliseerde de frontlijn er in het oosten van het bos. Maar door opeenvolgende kleinere aanvallen tussen 1915 en 1916 zou de frontlijn hier een paar keer wijzigen. Enkele mijnkraters in het hoogste gedeelte van het huidige Drieblotenbos, door de Duitsers 'Trichterstellung' geheten, dateren van de zware gevechten die hier eind september 1915 woedden. Toen de Britse legers in het noorden van Frankrijk rond 25 september 1915 een offensief bij Loos planden, voerden ze tactische “afleidingsmanoeuvres” uit op andere plaatsen aan het front, om de verplaatsing van Duitse reserves naar Loos te verhinderen. Rond Ieper koos de Britse legerleiding de sector Bellewaarde, het Hooge en Sanctuary Wood uit. Zowel bij Railway Wood als in Sanctuary Wood legde de 175th Tunnelling Company sinds begin september mijngangen tot onder de Duitse linies aan. In totaal plaatsten ze vier mijnladingen, waarvan er drie op 25 september 1915 tot ontploffing kwamen. De daaropvolgende infanterieaanval leverde de Britten een kortstondig succesje op, maar enkele uren later al, moesten ze hun terreinwinst weer prijsgeven na een intense Duitse tegenaanval. 's Avonds hadden de Duitsers hun stellingen in het oostelijk deel van het bos alweer stevig in handen. Een Brits bataljon van de Gordon Highlanders werd hierbij omsingeld en bijna volledig vernietigd.
Duitse manschappen ontdekten dat een deel van een tunnel, via één van de nieuwe kraters, nog bruikbaar was en ondergroeven op vier dagen tijd via de gerecupereerde tunnel een kleine uitstulping in de Britse linies. Geheel onverwacht lieten de Duitsers hier op 29 september een springlading ontploffen. Zoals gebruikelijk ging de explosie gepaard met een Duitse infanterieaanval voor de inname van de krater, op zijn beurt gecounterd door een Britse tegenaanval met handgranaten en verschrikkelijk lijf-aan-lijf gevechten. Maar de Duitsers slaagden erin om de Britten systematisch terug te dringen. Op vijf dagen tijd vielen hier ongeveer 1.000 doden.
Op loopgravenkaarten van 1916 is de ligging van de vier mijnkraters –drie Britse en één Duitse- goed te zien. De Duitse legertroepen bouwden de kraters tot heuse versterkingen uit. Ze integreerden ze tot één linie, de Trichterstellung genaamd. Tijdens de Slag om Mount Sorrel (van 2 tot 13 juni 1916) lag het bos in het centrum van de gevechten. De Canadese 3de divisie, die uit manschappen bestond die nog niet aan de gevechten hadden deelgenomen, bezette hier het front bij het uitbreken van de aanval en werd zwaar door de Duitsers onder vuur genomen. Tijdens de daaropvolgende Duitse aanval werd een groot deel van Sanctuary Wood, Hill 62, Armagh Wood en Mount Sorrel ingenomen, ten koste van vele slachtoffers. Een slecht voorbereide tegenaanval op 3 juni mislukte. De volgende dagen werden de Canadezen nog verder achteruit gedreven, richting Ieper. Een tegenaanval op 13 juni lukte nu wel en wordt beschouwd als de eerste Canadese succesvolle aanval. Toch konden de Canadezen de Duitsers in Sanctuary Wood niet helemaal op hun oorspronkelijke positie terugdringen. Meer bepaald in het Sanctuary Wood ging onherroepelijk terrein verloren. Daardoor verschoof het front in juni 1916 naar de westelijke kant van het bos. De mijnkraters lagen tot 1917 in Duitse zone.
Midden 1917 moesten de Duitsers tijdens het derde offensief rond Ieper hun terrein in Sanctuary Wood prijsgeven, doch in het voorjaar van 1918 zouden ze tijdens het Duitse Lente-Offensief het hele bos inpalmen. Op 28 september 1918 werd Sanctuary Wood definitief veroverd door de '9th (Scottish) Division'.
Heden herbergt het bos nog resten van de Eerste Wereldoorlog. Langs de Canadalaan bevindt zich de begraafplaats ‘Sanctuary Wood cemetery’, evenals de museumtuin bij herberg Hill 62 en het gedenkmonument van Hill 62. In de noordelijke rand bevinden zich enkele bunker(restanten), terwijl in de oostelijke rand bunkers in combinatie met de resten van de vroegere mijnkraters te zien zijn. De kraters zijn alleen nog herkenbaar als grote, langgerekte of cirkelvormige depressies. Door erosie of nivelleringen in het bos zijn ze grotendeels opgevuld geraakt, waardoor ze hun oorspronkelijke diepte niet meer prijsgeven. De krater met bunker, nu nog ongeveer 4m diep en met een diameter van 25m, is het gevolg van de ontploffing van een Britse mijnlading op 25 september 1915. Langs de kant van het bospad is de kraterlip, de cirkel rond de krater waar de omhoog gestoten aarde neerstortte, nog herkenbaar.
De andere, noordelijker gelegen krater zonder bunker, herkennen we op de loopgravenkaarten als diegene afkomstig van een Duitse springlading, ontploft op 29 september 1915. Vermoedelijk is de krater afkomstig van twee explosies, zoals ook al op de originele kaarten wordt gesuggereerd. Heden nemen we die waar als één langwerpige krater, met op de langste zijde een diameter van 40m. Op de rand liggen met mos overgroeide betonbrokstukken, die waarschijnlijk van een ontplofte bunker afkomstig zijn. Ten zuiden van het bospad liggen nog twee kleinere (Britse) kraters van 25 september 1915. Ze zijn minder goed herkenbaar, vooral omdat ze diepte missen. De ronde vorm is wel herkenbaar voor wie met kennis van zaken waarneemt.
In de omgeving van de mijnkraters wordt het bestaan van tunnels en ondergrondse schuilplaatsen vermoed. Tijdens een proefsleuvenonderzoek in 2010 troffen archeologen van het agentschap Onroerend Erfgoed de toegang tot een ondergronds complex aan, dat niet verder werd geëxploreerd. De locatie stemt overeen met de ligging van vroegere mijngangen uit 1915 die na de verovering van het bos in juli 1917 tot Britse schuilplaatsen, met name het Jack Daw tunnel complex en Jasper dugouts werden omgebouwd.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Ieperse vestingen en omgeving, bossen ten zuiden en heuvelrug Wijtschate-Mesen
Is deel van
Oorlogslandschap Sanctuary Wood
Is gerelateerd aan
Betonnen militaire post 3 Sanctuary Wood
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Mijnkraters 25/9/1915 'Sanctuary Wood' [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304145 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.