Gesloten kasteelhoeve, in 1365 vermeld als ’t hof te Aerzele, met witgekalkte gebouwen uit de 17de en 18de eeuw waarbij de vierkante poorttoren met duifhuis 1673 gedateerd is. Ten tijde van de herinventarisatie stond het complex leeg en kon het niet bezocht worden.
Het complex bestaat uit een grotendeels met gras begroeide binnenplaats, omgeven door verankerde bakstenen gebouwen, die voor het grootste deel gewit zijn op een gepikte plint: de vleugel met het centrale poortgebouw ten oosten, de boerenwoning ligt ertegenover, ten westen; de noordzijde wordt ingenomen door de schuur en het wagenhuis en de zuidzijde door de stalvleugel.
De oostvleugel omvat een centrale vierkante poorttoren van 1673, gevat tussen lage, met leien zadeldaken afgedekte dienstruimten, waaronder paardenstallen en een open bergruimte (?). De poorttoren is voorzien van een duifhuis en wordt afgedekt door een licht gebogen leien tentdak. Hardstenen rondbooginrijpoort voorzien van uitspringende imposten, sluitsteen en druiplijst, laatstgenoemde eindigend op voluten.
Een gekasseid pad loopt van de poorttoren naar de ertegenover gelegen boerenwoning. Deze is opgetrokken in een traditionele bak- en zandsteenstijl. Ze telt acht traveeën en een bouwlaag en wordt afgedekt door een leien zadeldak tussen aandaken; het overkragende dak rust op geprofileerde daklijstbalkjes en is voorzien van twee dakkapellen. Kalkzandsteen werd aangewend voor de onderbouw, venster- en deuromlijstingen en steigergaten. De rechthoekige vensters zijn een aanpassing van de oorspronkelijke kruiskozijnen, zie de bewaarde dubbele ontlastingsboogjes. De deurtravee wordt gemarkeerd door een rondboogdeurtje in een omlijsting met kwartholbeloop, voorzien van imposten en een sluitsteen; erboven, recent madonnabeeldje en een getrapt dakvenster. Zijtuitgevels met vlechtingen en schouderstukken en aangepaste achtergevel.
De stalvleugel onder een gebogen zadeldak (leien) met houten dakkapellen, dateert uit de 17de-18de eeuw; drie zandstenen deuren verrijkt met negblokken en verder sporen van dichtgemetselde muuropeningen (ontlastingsbogen). Vlechtingen in de zijpuntgevel. Tweebeukige langsschuur van vier traveeën onder een pannen zadeldak uit de 19de eeuw. Op het kadaster wordt in 1866, tegelijk met de intekening van het kasteel, voor de hoeve een vergroting geregistreerd, waarbij de noordvleugel een grondige volumewijziging onderging; waarschijnlijk gaat het om de registratie van de huidige schuur en het aansluitende wagenhuis. Rondboogpoorten in een kalkzandstenen omlijsting, voorzien van imposten en een sluitsteen. In het verlengde, 19de-eeuws wagenhuis, gemarkeerd door een korfboogarcade van vier traveeën.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Meise, afdeling II (Wolvertem), 1866/14.
- HEYVAERT F. 1979: Enkele merkwaardigheden van Wolvertem, De autotoerist 32.12, 734-738.
- LEFEVRE J., VERHASSELT L. & T’KINT J. 1978: Geschiedenis van Wolvertem, Affligem.