erfgoedobject

Stadhuis Borgloon

bouwkundig element
ID
31791
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31791

Juridische gevolgen

Beschrijving

De eerste vermelding van het gebouw dateert van 1358; de benaming 's grevenhuis duidt erop dat het mogelijk de verblijfplaats was van de graven van Loon, wanneer zij in Borgloon resideerden. Het stadhuis werd gebouwd tussen 1668 en 1680; het laatste jaartal is aangeduid door middel van ankers. Restauratie door P. Langerock in 1905 met wijziging van de schikking van de gelijkvloerse verdieping Mobilair en beschildering door dezelfde architect.

Merkwaardig alleenstaand gebouw in Maasstijl. De grondvorm van het gebouw is een ruim breedhuis met de oostgevel aan de Markt gelegen, een uitbouw naar de westzijde en een toren in de zuidoosthoek. Bakstenen gebouw, verankerd door middel van smeedijzeren ankers met krullen, onder wolfsdak (leien) met twee smeedijzeren bekroningen en een aantal afgewolfde dakkapellen. Plint van silex en hoekbanden van kalk- (eerste bouwlaag) en mergelsteen (tweede bouwlaag). Omlopende, geprofileerde, mergelstenen kroonlijst.

Oostelijke gevel. Deze gevel van zes traveeën en twee en een halve bouwlaag rust op een rondbooggalerij die bestaat uit een kalkstenen arcade van zes traveeën geritmeerd door zuilen op hoge sokkels met lijstkapitelen. De rondbogen hebben licht uitspringende sluit- en aanzetstenen waarboven ontlastingsbogen van een rollaag en een platte laag. In de galerij bevindt zich een kalkstenen gevelsteen van 1686 met opschrift ROBERT ERNEST BARON DARGENTEAU, HERCK/ MOUMAL, VICOMTE HEREDITAIR DE LOOZ, COMTE/ DE NOVILLE, SR DE FOULOGNE STEWINKEL/ BRAIVE, CIPLET CUCHIGNY, VILE DEVANT ORVAL/ POUCHOUL HAUT VOVE DE MOCHE ET/ MOCHERON & FAICT LE 10.BRE, verwijzend naar de toenmalige burggraaf van Loon, de heer van Veulen. Aan de linkerzijde, twee kalkstenen kruiskozijnen met negblokken, het bovenlicht met diefijzers en het onderste gedeelte met sponningbeloop, beluikt en voorzien van vensters met glas in lood. Deze vensters hebben doorlopende kalkstenen dorpels. Verankerde rondboogdeur met geprofileerd beloop en negblokken, en een dubbel getralied bovenlicht; aan de rechterzijde bevindt zich een gelijkaardige deur, maar zonder profilering. De tweede bouwlaag bestaat uit een register kruiskozijnen (zie supra) tussen twee geprofileerde, mergelstenen lijsten, waarboven ontlastingsbogen van twee rollagen en een platte laag met mergelstenen sluitstenen. De zolderverdieping heeft geprofileerde mergelstenen venstertjes met negblokken en doorlopende mergelstenen dorpels, waarboven ontlastingsboogjes van een rollaag en een platte laag.

Toren. Het uitspringende torengedeelte vóór de oostgevel telt drie bouwlagen en op elke zijde één travee. De twee onderste: zie oostgevel. Geprofileerde mergelstenen kruiskozijnen met mergelstenen negblokken en doorlopende dorpels in de derde bouwlaag. Mergelstenen steigergaten. De toren is bekroond door een gemansardeerd tentdak (leien) en voorzien van een kleine peervormige bekroning met smeedijzeren windvaan. Twee boven elkaar geplaatste dakkapellen; in de oostgevel bevat de onderste dakkapel een uurwerk, de bovenste een klok; een dakkapel met een uurwerk in de noordelijke gevel.

Westgevel. Lijstgevel van vijf traveeën en twee bouwlagen op verhoogde begane grond. In de twee rechter traveeën, sterk uitspringend risaliet, onder afgewolfd zadeldak. Mergelstenen banden. Mergelstenen en kalkstenen lekdrempels en waterlijsten. Klooster- en kruiskozijnen met verankerde lateien, van het hoger beschreven type.

Zuidgevel. Bakstenen gevel op verhoogde begane grond. De toren en het hoger beschreven risaliet liggen in één vlak met deze gevel zodat hij in zijn geheel zes traveeën telt. Kruis- en kloosterkozijnen, zie supra. Mergelstenen schoorsteen. Getoogde deur geflankeerd door twee vensters, in dezelfde kalkstenen omlijsting.

Noordgevel. Bakstenen gevel van vier traveeën Op de eerste bouwlaag een verankerde kalkstenen rondboogpoort met uitspringende, trapezoïdale negblokken, geflankeerd door twee geblokte kalkstenen venstertjes, waarboven een ontlastingssysteem van twee rollagen en een platte laag met mergelstenen sluit- en aanzetstenen. De tweede bouwlaag bestaat uit een register van vier kruiskozijnen in mergelstenen omlijsting (zie oostgevel). De derde bouwlaag heeft verschillende mergelstenen banden, twee mergelstenen venstertjes met geprofileerde negblokken waarboven ontlastingsbogen (zie supra) en verschillende uitspringende mergelstenen panelen, waarvan de functie niet duidelijk is. Op de hoek van de oostgevel bevindt zich een mergelstenen Onze-Lieve-Vrouwekapel onder een zadeldakje; de getoogde nis is voorzien van naïeve barokornamenten, onder meer twee engelen; het Onze-Lieve-Vrouwebeeld (tweede helft 17de eeuw) staat op een sokkel in de vorm van een rechthoekige cartouche; het werd hier geplaatst na de verschillende pest- en dysenterie-epidemieën, die in de eerste helft van de 17de eeuw een ware ravage onder de bevolking aanrichtten. Onder deze kapel een smeedijzeren lantaarn.

Mobilair: romaanse koffer (12de - 13de eeuw); pijnbank (17de eeuw).

  • DRIESEN W., Bulletin des Commissions royales d'Art et d'Archéologie, Brussel 1862-1942, Limburgse Referenties, 1, Hasselt, 1992, pagina's 14-15.
  • FRERE J., Volkskunde in Limburg, Gent, 1992, pagina 161.
  • HENROTAY H., Het stadhuis van Borgloon , De Banier, 10, 1903, pagina's 191-192.

Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Het koertje, dat ten zuiden aansluit bij het stadhuis, wordt omgeven door hekwerk, rustend op een plint in silex, ritmisch onderbroken door pijlers in natuur- en baksteen. De pijlers laten een trapsgewijze opbouw toe, in functie van de helling van het terrein. Een dubbel ingangspoortje, uitgevoerd in ijzerwerk volgens de traditie van het hekwerk, is te situeren naast de stadhuistoren en wordt links geflankeerd door een kalkstenen hekpijler. Binnen de omheining bevinden zich de restanten van een voormalige pomp.

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DL002317, Uitbreiding stadhuis (DEFRESNE S., 2003).
Auteurs: Lambein, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadhuis Borgloon [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31791 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.