Voormalig "huys van plaisance", heden zogenaamd "Ter Walle". Volgens oude prentbriefkaart zogenaamd "Kasteel Van den Abeele", naar de familie die het buitengoed bezat van 1895 tot 1925. Nadien bekend staand als de "De hof van Wagters" naar de eigenaars die het tot 1962 in bezit hielden.
Vroeger buitengoed met beboomde rechthoekige tuin, nog grotendeels begrensd door walgrachten; tuin tot in de tweede helft van de 19de eeuw door een middengracht in twee verdeeld. Dit grachtenpatroon wijst op een oude oorsprong van de site (mogelijk laatmiddeleeuws). Vroeger bijbehorend neerhof ten noordwesten. Oudst bekende verkoop van het goed daterend van 1765. Sindsdien zijn de opeenvolgende eigenaars bekend, voornamelijke uit vooraanstaande Gentse families zoals Kervijn, Borluut, Penneman.
Gewit ijzeren toegangshek aan decoratieve ijzeren pijlers aan de straat. Op het zuidoosten georiënteerd herenhuis van twee bouwlagen en zeven traveeën onder parallelle zadeldaken (pannen), voorste dak met rechts aandak, kortere achterste dak rechts afgewolfd. In kern opklimmend tot de 16de eeuw of begin 17de eeuw (zie overwelfde kelder onder de rechtse travee met twee gedrukte gewelven voorzien van fijne stuckruisribben). Waarschijnlijk in de tweede helft van de 18de eeuw aangepast en vergroot; nog lichte wijzigingen uit de 19de en de 20ste eeuw. Kleine jaarsteen met opschrift "ANNO/ 1732" boven de voordeur geplaatst onder de huidige eigenaars en naar verluidt verwijzend naar een archivale bron in verband met het buitengoed. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met rechthoekige vensters voorzien van hardstenen lekdorpel en persiennes. Rechts benedenvenster benut als deurvenster met trap (zes treden). Rondboogdeur in een eind 18de-eeuwse rechthoekige hardstenen omlijsting met hol beloop op neuten, lamberkijnen in de hoeken en onder rechte kroonlijst. Deur voorts met waaier, oorspronkelijke vergrendeling en slot. Aflijnend hoofdgestel met gelede architraaflijst en uitspringende kroonlijst op klossen.
Interieur: elementen uit de 18de en de 19de eeuw. Rode tegelvloer in een benedenkamer en aansluitende gang met houten trap voorzien van gesculpteerde trappaal uit de tweede helft van de 18de eeuw. Brede open haard met geprofileerde houten haardlijst in opkamer. Bepleisterde zolderingen met 18de-eeuws stuclijstwerk op bovenverdieping. Drie bovenkamers met schouw met stucdecoratie.
Tegen de zuidwestelijke walgracht, vroegere jeneverstokerij opgericht in 1831, na verkoop in 1837 gewijzigd tot paardenstal voor luxepaarden. Heden een grotendeels tot garage en stookplaats aangepast klein gebouw onder pannen zadeldak; gewitte bepleisterde voorgevel.
In het bijbehorende park staan enkele door hun omvang merkwaardige bomen: treures (omtrek 2,47 meter), veldesdoorn (omtrek 2,85 meter, derde plaats in rangorde van omvang op nationaal vlak), moerbei (omtrek 2,20 meter) en bruine beuk (omtrek 4,14 meter).
- RYCKAERT M., Het bedrijfsleven te Zomergem, in Appeltjes van het Meetjesland, Jaarboek 36, 1985, p. 164.
- "Ter Walle" in heden en verleden (1-6), in Ons soldatenblad, XXX, 5, 1983, p. 86-88; XXXI, 3, 1984, p. 25-26; XXXI, 4, 1984, p. 37-39; XXXI, 6, 1984, p. 57-59; XXXII, 1, 85, p. 7-8; XXXII, 2, 1985, p. 9-11.