Voormalig buitenverblijf, vroeger zogenaamd Kasteel van de Woestijne, heden "Kasteel Mullié". Oudst gekende afbeelding van het goed op een figuratieve kaart van Zaffelare opgemaakt door A. en C. Benthuys in 1767. Dit "huys van plaisance" met neerhof en boomgaard behoorde in 1773 toe aan J.B. van de Woestijne, kanunnik van Sint-Baafs te Gent. In de 19de eeuw opeenvolgend eigendom van de families van de Woestijne, De Buck en Mullié. Vanaf 1896 niet meer als buitenverblijf maar als permanente woonst in gebruik door de familie Mullié. Van 1895 tot 1919 was op het kasteelgoed een bloemisterij in bedrijf. Nadien oprichting van een maalderij in een bestaand bedrijfsgebouw.
IJzeren toegangshek aan vier hekpijlers (20ste eeuw) geflankeerd door twee oude kastanjebomen voor de aan de straat bewaarde walgracht. Herenhuis met ruime omringende tuin. Dubbelhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder schilddak (leien, nok parallel aan de straat) waarschijnlijk opklimmend tot de eerste helft van de 18de eeuw. In de jaren 1920 aangepast door architect V. Vaerwyck met vergroting van het huis aan de achterzijde deels onder schilddak (leien, nok loodrecht op de straat); deze verbouwingen zijn bepalend voor het huidig uitzicht van het kasteel. Ontpleisterde bakstenen voorgevel met rechthoekige muuropeningen: vensters met luiken en centrale omlijste deur. Omlopend bepleisterd hoofdgestel met kroonlijst op modillons, midden onderbroken voor een rondboogvormig dakvenster in een puntgevel met kroonlijst. Zwart beraapte zij- en achtergevels voorzien van witgepleisterde omlijste rechthoekige muuropeningen.
Mobilair. Salon in overgangsstijl Lodewijk XIV- Lodewijk XV-stijl. Schouwmantel in imitatiemarmer, bovenboezem met rijke stucdecoratie en puttifiguren geschilderd op doek.
Maalderij ondergebracht in een lang rechthoekig bakstenen gebouw van één verdieping ten oosten in de voortuin. Vervangt gedeeltelijk een ouder bijgebouw (koetshuis en hovenierswoning of neerhofgebouw ?) waarvan nog sporen zichtbaar in de noordelijke puntgevel: kleinere puntgevel met vlechtingen waarschijnlijk uit de 18de eeuw. Vermoedelijk reeds aangepast in de 19de eeuw en later (eerste helft van de 20ste eeuw ?) uitgebreid tot het huidig volume. Zuidelijk deel van het gebouw recent aangepast tot woning. Vrijwel intact bewaarde graanmaalderij met inbegrip van de technische installatie. Twee maalsteenkuipen aanvankelijk aangedreven door een paardenmanege (aanhechtingsflens van de drijfas nog aanwezig), nadien door armgas en laatst met elektriciteit. Haverpletter met drijfriem, builder.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plannen, nummer 403.
- PUIMEGE G., Geschiedenis van een verdwenen burgerij te Zaffelare, onuitgegeven nota's.
- PUIMEGE G., Honderd jaar sierteelt te Zaffelare, Zaffelare, 1990, p. 39-44.