De parochiekerk Sint-Antonius Abt, voorheen de Sint-Lambertuskerk, werd waarschijnlijk gebouwd op de funderingen van de oude romaanse kerk. Het betreft een classicistische parochiekerk omgeven door een kerkhof met kerkhofmuur en hekkens uit de 18de eeuw.
Historiek
Precieze gegevens omtrent ontstaan van deze parochiekerk ontbreken. Wel is bekend dat het patronaat tot met de Franse Revolutie in het bezit was van de abdij van Maagdendal in Oplinter. De kerk is vermoedelijk ontstaan als castrale kapel. Zij had het samen met de tienden in 1223 verworven van dorpsheer Goswin. Uit archivalia blijkt dat de kerk zich op het einde van de 17de eeuw in zeer slechte staat bevond. Het was pas na talrijke interventies dat de abdij er kon toe worden overgehaald om haar verantwoordelijkheid op te nemen. Op 16 december 1769 volgde de uitspraak van de Raad van Brabant die de abdij verplichtte de kerk te herbouwen, waarbij evenwel de oude muren dienden bewaard. In 1770 werd gestart met de bouw die in 1772 zou worden voltooid.
Beschrijving
Deze relatief bescheiden, bak- en kalkstenen dorpskerk omvat een driebeukig schip van vier traveeën, met ingebouwde westtoren en een twee traveeën diep, driezijdig afgesloten koor waarop aan de oostzijde een sacristie aansluit. Midden- en zijbeuken zijn afgedekt met één doorlopend zadeldak in kunstleien waardoor de middenbeuk van geen directe verlichting geniet. Overeenkomstig de tijdgeest toont de kerk een sobere, door regelmatige hoekkettingen belijnde gevelopbouw voorzien van eenvormig uitgewerkte kalkstenen steekboogvensters, onderling verbonden met een cordonlijst ter hoogte van de onderdorpels. Opvallend is de hoge, omlopende kalkstenen plint die in de sacristie echter ontbreekt. Gaat het hier om hergebruik van de oude muren zoals de Raad van Brabant had geëist? De westwand wordt gedomineerd door een vierkante, vier bouwlagen tellende klokkentoren met ingesnoerde spits. De inkomdeur met korfbogig bovenlicht is gevat in een rechthoekige kalkstenen omlijsting versierd met Toscaanse pilasters, trapeziumvormige sluitsteen en geprofileerde druiplijst. Boven de deur het wapenschild van abdis Victoire Mondelier met haar devies "IN DOMINO CONFIDO" en het jaartal 1770. De bovendorpel van de houten toegangsdeur draagt het jaartal 1772. De hogere niveaus van doksaal en klokkenverdieping ten slotte zijn opengewerkt met verticale lichtspleten en vier steekboogvormige galmgaten.
De homogeen witgeschilderde binnenruimte met zwart-grijze natuurstenen vloer wordt in drie beuken opgedeeld door rondbogen op vierkante pijlers. Een doorlopende, ter hoogte van de pijlers, gekorniste kroonlijst, rustend op met rolwerk en rocaillemotieven versierde consoles zorgt voor een ruimtelijke binding tussen koor en middenbeuk. De gestucte, met rolwerk en bladmotieven opgehoogde zoldering bestaat uit een vlak middengedeelte waarop een uitvergrote, door platte banden in vakken opgedeelde kooflijst aansluit. De zijbeuken daarentegen zin vlak afgedekt met eenvoudig lijstwerk in stuc. Eind jaren 1960 werd de kerk volledig herschilderd (conform bestek in archief Koninklijke Commissie Monumenten en Landschappen). Bij deze gelegenheid verdween de rode marmerschildering in het koor. Het koor wordt helder verlicht door vier, op een gekleurde boord na, monochrome glasramen. In de zijbeuken zorgen zeven niet gedateerde brandglasramen met heiligenvoorstellingen (Heilige Antonius abt, Heilige Petrus, Heilige Lambertus, Heilige Rita, Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, Heilige Anna, Heilige Augustinus), giften van welgestelde parochianen, voor een manifeste stijlbreuk. Boven de westingang een brandglasraam met voorstelling van de Eucharistie. Tegen de pijlers en de beukwanden geelkoperen, 19de-eeuwse lichtarmen.
Meubilair
Het meubilair dateert vrijwel volledig uit de 18de eeuw: hoofd- en zijaltaren in gemarmerd en beschilderd hout, twee eiken biechtstoelen en de inmiddels verdwenen communiebank. De in de ruimte naast de toren gestockeerde preekstoel dateert van 1663. In de twee credenstafels in régencestijl die zich in het koor bevinden zouden elementen van het verdwenen koorgestoelte zijn verwerkt. Het koor zelf is afgewerkt met een witgeschilderde houten lambrisering met decoratieve motieven in medaillon (circa 1775). Twee gotische knopkapitelen doen dienst als wijwatervat. Vermeldenswaard waard zijn verder de drie houten, gepolychromeerde heiligenbeelden op rocailleconsoles tegen de pijlers: de Heilige Rochus van Montpellier (begin 17de eeuw), de Heilige Lambertus (begin 18de eeuw) en de Heilige Antonius abt (18de eeuw) en verder een Onze-Lieve-Vrouw met kind (tweede helft 16de eeuw). Het orgel van P.H. Anneessens (circa 1860-1865) werd bij Koninklijk Besluit van 23.01.1981 beschermd als monument. De origineel 18de-eeuwse orgelkast werd ingrijpend aangepast bij de bouw van een nieuw doksaal. Voor een gedetailleerde interieurinventaris kan verwezen worden naar het Fotorepertorium (zie bibliografie).
Kerkhof
Een smeedijzeren hekken en een tiental trappen leiden naar de hoger gelegen kerk en het volledig met een bakstenen muur omsloten kerkhof. Deze toegang dateert van 1898, periode waarin ook de kerkhofmuur werd gerestaureerd. Het kerkhof telt ongeveer 140 begraafplaatsen waarvan de meesten niet voor 1940 dateren. Uitzondering vormen een 16de-eeuwse grafsteen met voorstelling van een overleden echtpaar bij de toegang tot het kerkhof, een priestergraf (+ 1903) bij het koor en de grafsteen van de voormalige koster Jacobus Noé (†1874) bij de pastoriepoort.
WAUTERS A. 1876: Géographie et histoire des communes belges. Arrondissement de Louvain. Canton de Tirlemont, deel 2, Brussel, p.88-98.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002086, Parochiekerk Sint-Antonius Abt met kerkhofmuur en hekkens (PAESMANS G., 2000). Auteurs: Paesmans, Greta Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Antonius Abt met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/41554 (geraadpleegd op ).