De Heimeulen of Heimolen is een stenen koren- en oliewindmolen (later louter korenmolen) van het type bovenkruier (bergmolen), gebouwd in 1851 met onderdelen van een molen nabij de Heihoeve in het gehucht Groot Eyssel in Meerle. In 1907 brandde de molen uit maar de schade werd hersteld. De molen werd in 1952 stilgelegd en zeven jaar later beschermd als monument. Een eerste restauratie vond plaats in 1972 door de gebroeders Caers (Retie). De molen diende echter jarenlang als woning en vakantieverblijf. Tussen 2001 en 2009 werd de molen maalvaardig gerestaureerd door Molenbouw De Jongh uit Veldhoven (Nederland). Op de site is ook een mechanische maalderij bewaard.
De molen heeft een bakstenen kuip onder een leien kap in wolfsdakvorm met een nok van kruis naar staart. De muuropeningen zijn korfboogvormig, onder meer een poort in de belt met in de grond ingelegde molenstenen. Ter hoogte van de smeerzolder bevinden zich gedichte stellinggaten. Andere kenmerken zijn de houten staartbalk met lange en korte spruit en schoren, de houten kruilier en de gelaste, stalen wieken van 1972 met houten latwerk. De begroeide belt heeft een gekasseide trap en vernieuwde houten kruipalen. Ook een bakstenen waterput met mik en ligger bleef bewaard.
Het interieur wordt gekenmerkt door samengestelde balklagen van al dan niet gerecupereerde onderdelen, overwegend met een vernieuwde zoldering, houten steektrappen en bewaard roerend werk. De begane grond heeft een gecementeerde en beschilderde vloer en, met uitzondering van de toegang, bepleisterde en beschilderde wanden met een rondboognisje. Enkele elementen zoals het luiwiel met ijzeren vorken bleven bewaard. Op de meelzolder bevindt zich één bewaarde meelschuif met lichtbalk, op de steen- of maalzolder één maalstoel in een houten kast met kaar, een houten galg met ijzeren hoepels, en de aanzet van de koning met kroonwiel en rondsel. De luizolder bewaart de koning, het houten luiwiel met ijzeren vorken en een katrol, de smeerzolder een houten aswiel (met telmerken) en vang, een bonkelrad en het Engels kruiwerk op ijzeren wieltjes tussen een dubbel spoor.
De mechanische maalderij is een verankerd bakstenen gebouwtje van drie op drie traveeën onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen) met afhang, segmentboogvensters, laadluik met houten latei en korfboogpoort.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, doss. A/594.
- Provinciaal Archief Antwerpen, Vergunningsplichtige Inrichtingen, Meerle, dossier 3.
- BAUTERS P. 1998: Van zadelsteen tot zetelkruier. 2000 jaar molens in Vlaanderen. Geschiedenis van het malen met natuurlijke drijfkracht, 1, Gent.
- DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16N4, Brussel - Turnhout.