is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Andries
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Andries
Deze bescherming is geldig sinds
Kruisbasiliek in Brabantse hooggotiek, uit de 15de eeuw met Kempische toren van bak- en ijzerzandsteen; eertijds met ommuurd, omringend kerkhof, sedert het begin van de jaren 1950 overgebracht naar het Schepsveld, waar de nieuwe begraafplaats naar ontwerp van J. Schellekens van 1951 een cirkelvormige aanleg vertoont en een herinneringsmonument bevat aan de overledenen van het oude kerkhof; laatstgenoemde werd in 1991 voorzien als parking en in 1995 heraangelegd met groenvoorziening naar ontwerp van S. Leynen van 1993; sedertdien zogenaamd Sint-Andriesplein.
Wegens het grotendeels ontbreken van archiefmateriaal is het moeilijk de bouwgeschiedenis van de kerk te achterhalen. De huidige kerk, vermoedelijk opgericht ter vervanging van een 13e-eeuwse kapel, werd gebouwd in de periode 1444-1508: de toren in de periode 1444 - circa 1500; het schip circa 1450-1500 en het koor in 1502-1508; de overwelving gebeurde in 1519-1520; bouw volledig voltooid in 1526. Zwaar door brand geteisterd in 1578 en bij de dorpsbrand van 1684, toren en daken hersteld in 1686, begin 18e eeuw werden nieuwe gewelven gestoken, zie ook jaartal 1717 in de gewelfsleutel van de toren verwijzend naar de restauratie na de 17de-eeuwse brandramp. Ten tijde van Maria-Theresia (1740-1780) werd er een school gebouwd die tegen de noordzijde van de kerk aanleunde en ten tijde van de Franse overheersing in 1796 werd ingericht als gemeentehuis; laatstgenoemd werd gesloopt in 1910 en vervangen door een neogotische doopkapel naar ontwerp van architect M. Christiaens van 1908 (Tongeren); tegelijkertijd werden de daken, de buitenmuren, de transeptvensters en het interieur van de toren opgeknapt. De kerk werd trouwens herhaaldelijk gerestaureerd in de loop van 19de en 20ste eeuw; zo werd het onderste gedeelte van de toren hersteld en voorzien van een nieuw ingangsportaal naar ontwerp van J. Van Gastel van 1869; in 1893 werden de drie koorvensters achter het altaar opnieuw geopend, tegelijkertijd met de plaatsing van een nieuw altaar en communiebank naar ontwerp van L. Blanchaert van 1892; in de periode 1962-1968 verbouwde restaurateur Pelckmans uit Retie de oorspronkelijke zijportalen tot doopkapel (noorden) en stookruimte (zuiden); in dezelfde periode werden nieuwe toegangsportalen opgetrokken in de oksels van zijbeuken en transept (1964-1966).
Georiënteerde kruisbasiliek, opgetrokken uit rode baksteen met karakteristieke verwerking van banden van Diestse ijzerzandsteen. Leien zadel- en lessenaarsdaken. De plattegrond vertoont een zware, uitspringende westtoren, aansluitend een driebeukig schip van vijf traveeën met annexen, een transept van twee uitspringende traveeën met vlakke sluiting en een koor van drie rechte traveeën met driezijdige sluiting; sacristieën in oksels van transept en koor. Neogotische doopkapel van twee rechte traveeën en driezijdige sluiting tegen de westzijde van de noordelijke zijbeuk.
Vrij massieve westtoren van vier geledingen onder laag tentdak, aangebracht na de brand van 1684 ter vervanging van de vroegere spits; verjongende, overhoekse steunberen; voornamelijk de onderste geleding wordt gekarakteriseerd door de veelvuldige verwerking van banden van Diestse ijzerzandsteen; de drie bovengeledingen met verspreide lichtgleuven, worden verlevendigd door spaarvelden met spitsboogfriezen; hoogste geleding met gekoppelde, spitsbogige galmgaten; westelijke zijde geopend door verdiept, zandstenen spitsboogportaal met lage korfboogdeur en bekronend spitsboogvenster; houten poort met ijzerbeslag. Polygonaal uitspringende traptoren aan zuidelijke zijde. Omlopende ijzerzandstenen banden. Middenbeuk met spitsboogvensters, voorzien van zandstenen traceer- en maaswerk; zijbeuken geritmeerd door versneden steunberen waartussen eenvoudiger vensters voorzien van een metalen roedeverdeling. Noordelijke zijbeuk met aan westzijde aanleunende neogotische doopkapel en kleine zijingang, beide van 1910. Bij de laatste restauratie werden ook twee nieuwe ingangsportalen gebouwd in de oksels van zijbeuken met transept; laatstgenoemde met versneden steunberen en vierledige spitsboogvensters; koor eveneens geritmeerd door versneden steunberen, waartussen langgerekte spitsboogvensters onder druiplijst, eigen aan de hooggotiek. Deze vensters die na de brand van 1684 werden dichtgemetst, werden opnieuw geopend bij de restauratie van 1893. Tegen de koorsluiting bevinden zich een aantal arduinen grafkruisen van 19de-eeuwse parochiepriesters.
Bepleisterd en beschilderd interieur; de in 1910 aangebrachte polychromie werd overschilderd bij de restauratie van 1962-1968. Eenvoudige spitsboogarcade met zuilen op polygonale sokkel. Kruisribgewelven, in de middenbeuk gescheiden door gordelbogen met gestucte paneeltjes; stergewelf op de kruising en straalgewelf in het koor.
Beeldhouwwerken: houten 16de-eeuwse beelden als Heilige Moeder Anna, Sint-Jan de Doper, Jezus aan het Kruis; 17de-eeuwse beelden als Christusbeeld zonder armen, gepolychromeerde piëta, Onze-Lieve-Vrouw met Kind door Pieter Verbruggen en Sint-Sebastiaan van circa 1666; Sint-Cosmas en Sint-Damianus, circa 1725, Jan van Elewyt; Christus als Goede Herder, 18de eeuw. 19de-eeuwse beelden als Sint-Barbara, terracotta en houten Sint-Odradabeeld, gesigneerd L. Blanchaert, 1891. Terracotta kruisweg, midden 19de eeuw, H. Peeters-Divoort.
Schilderijen: Geloofsverkondiging van Sint-Cosmas en Sint-Damanianus, begin 18de eeuw; Maria-Tenhemelopneming, Antwerpse school, begin 18de eeuw, kopie naar Rubens; Aanbidding der herders, toegeschreven aan Gaspar de Crayer, 17de eeuw; Abraham en drie engelen, Hieronymus III Francken, 1651; Geboorte van Christus, 17de eeuw; Bekering Sint-Norbertus, 17de eeuw; Legende van de Heilige Odrada, 17de eeuw, en De geboorte van Christus, 17de eeuw, beide afkomstig uit de kapel van Schoor.
Meubilair. Neogotisch hoofdaltaar (deels gesloopt in 1969), witte steen, 1892, L. Blanchaert; noordelijke en zuidelijke portiekaltaren, barok, gemarmerd hout, noordelijk altaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw (1700-1703), zuidelijk altaar toewijd aan Cosmas en Damianus (1699-1702); twee biechtstoelen, tweede helft 17de eeuw; doopvont, geel koper, 1549 zie kuip, Niklaas Coopman. Reliekschrijn Heilige Odrada, tweede helft 18de eeuw. Oorspronkelijk orgel door Christiaan Penceler, 1723, in eerste helft 19de eeuw voorzien van een nieuw binnenwerk met hergebruik van de pijpen; in 1988 gerestaureerd door firma Stevens (Duffel) en Potvlieghe-De Maeyer (Denderwindeke); orgelkast van de hand van Jan van Elewyt. Glasramen in het koor van 1892 van Arthur-Théodore Verhaegen, in het transept van het atelier Elaerts-Calders (Berchem), 1913.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Mol, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n5, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Markt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Andries [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/51953 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.