Gelegen in een recente woonwijk, op een driehoekig en met beuken en linde beplant grasveldje. Kapel van circa 1630, vergroot in 1721, gelegen ter plaatse van twee oudere en kleinere bedehuisjes: één reeds vermeld in de tweede helft van de 15de eeuw, toegewijd aan Heilige Dimpna en opgericht op de plaats waar volgens de legende na een diefstal de relieken van de heilige werden heroverd enerzijds en een Kruiskapel uit het vierde kwart van de 15de eeuw als eindpunt van een Kruisweg waartoe ook de Sint-Amands-, de Sint-Dimpnakerk en het Sint-Maartenskapelletje behoorden anderzijds.
Kruiskapel herbouwd in de eerste helft van de 17de eeuw en aan westzijde vergroot in 1721, terzelfder tijd afbraak van het kleinere Dimpnakapelletje. Kapel gerestaureerd in 1975-1976.
Georiënteerde en verankerde baksteenbouw van vier traveeën op rechthoekige plattegrond met driezijdige koorsluiting en ritmerende steunberen, onder zadeldak (nok parallel aan de straat, kunstleien) met zeszijdig klokkentorentje onder leien spits. Westelijke tuitgevel met muurvlechtingen en schouderstukken, rondboognis met plaasteren Sint-Dimpnabeeldje en opschrift "Hier offert men ter eere der H. Dimphna", gecementeerde omlijsting. Korfboogvormige muuropeningen, deur in de zuidgevel overluifeld door een overkraging van het dak.
Bepleisterd en beschilderd interieur met omlopende, geprofileerde kroonlijst en spitstongewelf. Deels gemarmerd barokaltaar.
- DE BONT M., Opgravingen in de kapel van de Groenenheuvel te Geel, in Jaarboek van de Vrijheid en het Land van Geel, XIV, 1975-1976, p. 65-69.
- VAN BROECKHOVEN W., De Dimpnakapel op de Groene Heuvel te Geel, in Toerisme Provincie Antwerpen, XVI, 1970, nummer 5, p. 69-70, 80.