is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Carolus Borromeus
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Carolus Borromeus
Deze vaststelling was geldig van tot
Neogotische kruisbasiliek, gelegen ten oosten van een vrij groot, circa 1975 heringericht plein, min of meer centraal in de woonzone. Omringend kerkhof en ten zuidwesten een Heilig Hartbeeld van 1948, van de hand van R. Sauter (Borgerhout).
Rauw werd als zelfstandige parochie erkend op 15 april 1889. De turnzaal van de toenmalige jongensschool werd tijdelijk ingericht als kapel. Aan de provinciale architect P.J. Taeymans werd vervolgens opdracht gegeven een plan te ontwerpen voor het oprichten van het centrum van de nieuwe parochie met inplanting van de kerk en de bijhorende pastorie (vijfde fase in de ontwikkeling van het gehucht Rauw). De kerk werd ingeplant op de toenmalige gemeenteheide en niet in de omgeving van de reeds bestaande school, zie Schooldreef. Het ontwerp dateert van 1890, de aanbesteding gebeurde op 5 maart 1892, de werken werden aangevat op 16 augustus 1892 en beëindigd op 15 augustus 1893. Inzegening op 21 augustus 1893. Kerk en pastorie werden nog hetzelfde jaar ingetekend op het kadaster.
De plattegrond ontvouwt een oost-west-georiënteerde kruisbasiliek met een ingebouwde toren op de zuidwestelijke hoek, een schip van vier traveeën, een transept van één travee met vlakke sluiting en een koor van drie rechte traveeën met driezijdige sluiting, gevat tussen de rechthoekige sacristie (ten zuiden) en bergruimte (ten noorden). Opgetrokken uit baksteen met minimale verwerking van witte natuursteen, onder leien zadel- en lessenaarsdaken.
Vierkante westtoren van drie geledingen onder ingesnoerde naaldspits; baksteen met verwerking van witte steen voor onder meer waterlijsten en dekstenen; verjongende hoeksteunberen, voorts lichtgleuven en gekoppelde spitsbogige galmgaten in de bovenste geleding, die afgelijnd wordt door een rij steigergaten en een baksteenfries.
Aansluitende westelijke puntgevel geopend door een steekboogdeur in verdiepte spitsboogomlijsting met spitsboognis voor het houten beeldje van de patroonheilige in het boogveld; hogerop gekoppelde spitsboogvensters en bekronende oculus in verdiept, spitsbogig gevelvlak.
Schip geritmeerd door steunberen waartussen eenvoudige spitsboogvensters, gekoppeld in de middenbeuk. Koor en transept met gelijkaardig uitzicht.
Bakstenen, ten dele beschilderd interieur, onder meer gepolychromeerde muurbanden met diverse motieven als bloemen en kruisjes. Spitsboogarcade voorzien van gepolychromeerde bogen op natuurstenen zuilen met gepolychromeerd knoppenkapiteel; de hele polychromie werd in 1985 gerestaureerd door Jan Veerman, geholpen door de toenmalige pastoor Jaap Tol en meerdere parochianen. Houten tongewelven.
Mobilair. Neogotisch meubilair (altaren, biechtstoelen en doopvont) naar ontwerp van P.J. Taeymans van 1893 en uitgevoerd door N. Daems; neogotische, gepolychromeerde kruisweg, van de hand van Baroni (Antwerpen). Orgel, firma Ruef (Sint-Truiden), 1912. Glasramen, drie in het koor van de hand van Jaminé (Hasselt) 1894, de overige van de hand van G. Bary (Jette), 1912 en 1926; glasraam in het zuidelijk transept in 1975 gerestaureerd door J. Weygantt (Mechelen).
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Mol, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n5, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)