Portiek in neoclassicistische stijl uit het vierde kwart van de 19de eeuw, die toegang verleent tot de binnenplaats van het eigendom zogenaamd "de Coestal". Dit laatste omvat twee vleugels in traditionele bak- en zandsteenstijl die opklimmen tot 16de eeuw.
Portiek van één travee en drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op de straat). De gecementeerde lijstgevel in imitatie-natuursteen rust op een rechthoekige koetspoort in een laatclassicistische omlijsting uit blauwe hardsteen, die mogelijk uit de late 18de of de vroege 19de eeuw dateert. Het vlakke beloop met geprofileerde dagkanten wordt bekroond door een gestrekte waterlijst op gegroefde Lodewijk XVI-consoles. Hogerop rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met oren of sluitsteen, lekdrempel en onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf en een mascaron- en rankwerkreliëf in de fries vormt de gevelbeëindiging, bekroond door een driehoekig fronton op voluutconsoles. Smeedijzeren poort en borstwering op de eerste verdieping.
Rechthoekige binnenplaats met aan de oost- en zuidzijde traditionele vleugels van respectievelijk vijf en zeven traveeën en twee bouwlagen leien zadeldaken die opklimmen tot de 16de eeuw. De hogere oostvleugel onderscheidt zich door een trapgevel met drielicht en luik aan de noordzijde. Verankerde bak- en zandsteenbouw met speklagen, steigergaten, negblokken en holronde daklijsten. Rechthoekige vensters met kwartholbeloop onder een wigvormig ontlastingssysteem, lateien en dorpels van arduin. Telkens twee dakvensters met puntgevel, waarin rechthoekige muuropeningen onder uitspringende bovendorpels op consooltjes. Aan de zuidzijde twee ingemetselde hardstenen zuiltjes van een oude galerij. De empirezalen van de benedenverdieping werden in de loop van de 20ste eeuw verbouwd tot een grote oud-Vlaamse zaal met schouw uit 1603.
Aan de westzijde: paviljoen met gedichte galerij onder een tentdak met lantaarn, uit de late 18de eeuw of de vroege 19ste eeuw. Drie geprofileerde rondbogen neerkomend op doorlopende gekorniste waterlijst en pilasters. Tracering van de bogen met laatclassicistische inslag.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)