Hoeve "Den Boomgaard", historische hoeve met losse bestanddelen die recent werd gerenoveerd. Eerste vermelding van de hoeve als "den grooten bogaert" in 1543. Hoeve aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) als drie losse bestanddelen met ten westen en ten zuiden een enorme boomgaard. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1845) aangeduid als hoeve met vier losse bestanddelen. Oudste gebouwen zijn de boerenwoning met opkamer onder verhoogde nok (renovatie van laatste kwart 20ste eeuw) en de schuur met heel kenmerkend schilddak (nok evenwijdig met woning). Witgekalkte boerenwoning met gepekte plint, licht getoogde muuropeningen met luiken (nieuw). Schuur met geïncorporeerde stallen, eveneens witgekalkt met gepekte plint. Ten zuiden van het erf, stalvleugel gedateerd "1899" (westelijke zijpuntgevel), bakstenen gebouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen), later grijs geschilderd. Centraal op het erf de voormalige mestvaalt, omgevormd tot vijver. Boomgaard verdwenen.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie, Gent, 1924, vierde deel, kolom 1096.
POLLET J., Toponymie van Meetkerke met een geschiedkundige schets, Brugge, 1942, p. 84.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SNAUWAERT L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke en deelgemeenten Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)