In 1929 laat de handelaar in behangpapier Eugène Sagers in de recentelijk aangelegde Van Havrelei een rijwoning optrekken door architect Arthur Smet. Het gaat om een bel-etagewoning met souterrain en daarboven twee appartementen en een mansarde met een aparte ingang. De verticaal gelede voorgevel in twee kleuren baksteen en natuursteen vermengt invloeden van de art deco en de Amsterdamse School, met een tweezijdige erker en een golvend balkon als accent op de bel-etage. Braem, die tijdens zijn architectuurstudies vanaf 1929 als stagiair op het bureau van Smet aan het werk is, staat in voor de detailuitwerking, zoals het ijzersmeedwerk van de deuren, het decoratieve beeldhouwwerk en de glas-in-loodramen. Zowel het expressionistisch gebeeldhouwde reliëf met Hermeshoofd en opschrift "Handel", als het glas-in-loodraam boven het portaal en de marmeren mozaïekvloer in de hal, beide met een veelkleurig constructivistisch patroon, vertonen alle stijlkenmerken van zijn teken- en schilderwerk uit deze jaren. Deze decoratieve elementen moeten als zijn allereerste realisatie worden beschouwd.
In 1942 geeft Sagers Braem de opdracht om een naast de woning gelegen magazijn te verbouwen. Een eerste ontwerp voegt een nieuwe voor- en achtergevel toe en slaapkamers op de bovenverdieping. Het project wordt herwerkt in 1943 en voorziet nu in afbraak en vervanging door een nieuwbouw met hetzelfde programma. In de bestaande woning wordt het appartement op de derde verdieping over de volledige bouwdiepte doorgetrokken. Het bel-etageappartement krijgt een uitbreiding met een nieuwe woonkamer ter vervanging van de vroegere wintertuin. Wegens de oorlogsomstandigheden en conflicten over de bouwvergunning worden de werken pas in 1944 aangevat. Braem tekent ook nu weer voor een drietal glas-in-loodramen, uitgevoerd door de Antwerpse glazenier Peeters. Ten slotte ontwerpt hij nog een volière in de tuin.
Het nieuw gebouwde magazijn is een smalle, bescheiden constructie van twee bouwlagen, met een horizontaal gelede lijstgevel in gele baksteen en arduin. In de glas-in-loodramen van de inrijpoort en het brede bovenraam wordt het Hermesmotief herhaald. De nieuwe woonkamer op de bel-etage bouwt voort op het interieurconcept van Distillerie AGRA, waarmee het de gewelfde zoldering en een rijk geschakeerd materiaal- en kleurgebruik gemeen heeft. Een witte terrazzovloer met ingelegd mozaïekraster vormt een eenheid met de wandgeleding en inbouwelementen in bruine baksteen, tabletten in wit Dura-kunstmarmer, het lichtblauw van de wanden en het beukenhout van het meubilair. Het ovale glas-in-loodraam in de zijwand voegt een organisch motief toe met primaire kleuraccenten. Een lichtbeuk met cirkelvormige bovenlichten en ingebouwde boekenkast markeert de scheiding met de aanpalende ruimte.
Het sobere eetkamerensemble dat Braem in 1944 voor dit interieur ontwerpt, bestaat uit een tafel, zes stoelen, een staande lamp in beuk en een langwerpige kroonluchter in staff, een soort gips. Met zijn organische niervormen en gebogen lijnvoering, die Braem verder zal blijven ontwikkelen, neemt dit meubilair afstand van de zakelijke stijl van de buismeubels uit het voorgaande decennium.
Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Archief Renaat Braem, 341.
Districtsarchief Deurne, Bouwdossiers 7034, 7189, 7201, 7243 en 7268.
S.N. 1948: L'ameublement dans l'architecture nouvelle, in La Maison 4.5, 138.
Bron: Braeken J. (ed.) 2010: Renaat Braem 1910-2001. Architect, Relicta Monografieën 6. Archeologie, Monumenten en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, Brussel. Auteurs: Braeken, Jo Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)