Links van de inkom bevindt zich het zalencomplex van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA), waarvan het voorgebouw Koningin Astridplein 18 tot 23 reeds werd beschreven. De gebouwen aan de tuinzijde bevatten onder meer de Marmeren Zaal, het museum en de wintertuin naar ontwerp van Emile Thielens, van 1895-97. De noordelijke aanleunende feestzaal, die deel uitmaakte van hetzelfde programma, werd in 1958-60 onder leiding van Rie Haan verbouwd met op de gelijkvloerse verdieping onder meer tentoonstellingsruimte, Alfred Ost- en Keurvelszaal en op de bovenverdieping de Koningin Elisabethzaal; belangrijkste ingreep is de richtingverandering, van parallel naar haaks op het Koningin Astridplein.
Monumentaal complex van twee bouwlagen onder licht hellende bedaking; middengedeelte van vijf traveeën geflankeerd door hoger opgaande, risalietvormende travee met koepel en aansluitende vleugels respectievelijk van zes traveeën links en van drie traveeën annex wintertuin rechts. Lijstgevel met parement van witte natuursteen, voorafgegaan door een overdekte galerij van ijzeren spanten op gietijzeren zuilen en een gevelbrede steektrap; voor de linkervleugel is deze galerij vervangen door een gesloten beglaasd aanbouwsel.
Begane grond gemarkeerd door eenvoudige pilasters, bovenbouw door Ionische zuilen. Middengedeelte van de bovenverdieping opgevat als een kolossale loggia afgesloten met balustrades en bekroond met klassiek hoofdgestel en attiek; de risalietvormende zijtravee met gebogen balkon, rechthoekig deurvenster onder driehoekig fronton en paneel met inscripties respectievelijk "Feesthalle-Museum" en "Palais des fêtes-Musée" in het fries. Grote rechthoekige muuropeningen met tussenstijlen.
Wintertuin onder beglaasd mansardedak met zeer grote rechthoekige en segmentboogvensters; aan de zuidzijde halfronde, beglaasde uitbouw onder dito koepel met ijzeren draagconstructie. De verglaasde bakstenen binnenmuren met banden en paneelversiering.
Interieur Marmeren Zaal: zware eikenhouten zoldering met moerbalken rustend op twintig marmeren zuilen, waarvan voetstuk en kapiteel met brons zijn versierd. Friezen en panelen van Engels albast, witmarmeren vloer. Aansluitende trapzaal met plafond op ijzeren profielen en muurschilderingen door decorateur H. Verbuecken.
- L'Emulation, 1898, pl. 11-17.