is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed The Antwerp Grainwork Company
Deze vaststelling is geldig sinds
Complex natiegebouwen van The Antwerp Grain Work Company, ingeplant op het bouwblok begrensd door Londenstraat, Bordeauxstraat, Kribbestraat en Napoleonkaai. De kern wordt gevormd door het natiegebouw van de Oude Beëdigde Graan Meters en Wegers Natie aan de Londenstraat, een pand in neo-Vlaamserenaissance-stijl naar een ontwerp door de architect Ernest Dieltiëns uit 1880. Hierbij sluit ten zuiden het nieuwe natiegebouw van The Antwerp Grainworks Company aan, naar een ontwerp door de architecten Gerard Jan Maas en Jules Dries uit 1904. Dit complex in art-nouveaustijl dat oorspronkelijk een pakhuis, paardenstallen en twee rijwoningen omvatte, strekt zich uit tussen de Kribbestraat en de Bordeauxstraat). Het natiegebouw in de Londenstraat huisvest vandaag kantoren, het complex tussen Bordeauxstraat en Kribbestraat een recreatiecentrum, horeca en lofts.
The Antwerp Grain Work Company werd op 25 december 1903 opgericht, door de fusie van vijf van de elf bestaande Antwerpse graannaties. Het betrof de Oude Beëdigde Graan Meters en Wegers Natie, de Nieuwe Beëdigde Meters en Wegers Natie, en de naties De Eendragt, De Oosterlingen en de Jonge Antwerpenaren. Deze gingen tot de liquidatie over van de eigen natie en stichtten een samenwerkende maatschappij, die vanaf 1 januari 1904 operationeel was, met een kapitaal van 1 miljoen Belgische frank. The Antwerp Grain Work Company vestigde zich in het natiegebouw van de aloude Oude Beëdigde Graan Meters en Wegers Natie, die in 1880 was heropgericht als samenwerkende maatschappij. In 1908 werd een filiaal opgericht in Rotterdam, dat een actieve rol speelde in de introductie van graanzuigers. Tijdens het interbellum breidde de The Antwerp Grain Work Company zijn activiteiten uit tot stukgoed en textiel. In 1920 was The Antwerp Grain Work Company mede-oprichter van de maatschappij Manucongo (Société de Manutention dans les Ports du Congo) voor de natie-activiteiten in Matadi, en omstreeks 1930 van de maatschappij Granex voor het transport van granen via het spoorwegnet.
Het natiegebouw van de Oude Beëdigde Graan Meters- en Wegers Natie behoort tot de vroegste privé-realisaties van Ernest Dieltiëns, die in deze periode het verdwenen Ouderlingentehuis in de Lange Lozanastraat, het Meisjesweeshuis in de Albert Grisarstraat en het Zuiderpershuis aan de Waalsekaai tot stand bracht, monumentale openbare gebouwen in opdracht van de stad Antwerpen. Van de late jaren 1880 tot begin jaren 1900 drukte de architect zijn stempel op de ontwikkeling van de wijk Zurenborg, met een groot aantal groepsbebouwingen in sobere neoclassicistische of exuberante neo-Vlaamserenaissance-stijl. Het meest beeldbepalende van deze woningensembles, die voor het merendeel ontstonden in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen, is de eenheidsbebouwing op de rotonde van de Cogels-Osylei. Omstreeks 1900 ontwierp Dieltiëns ook het neobarokke handelspand op de hoek van Leysstraat en Kipdorpvest, pendant van het Grand Hôtel Métropole.
Het imposante natiegebouw van The Antwerp Grain Work Company is de enige gekende gezamenlijke realisatie van Gerard Jan Maas en Jules Dries. Van de uit Nederland afkomstige Maas zijn in Antwerpen bouwprojecten geïdentificeerd vanaf de late jaren 1880 tot omstreeks 1920. Rond de eeuwwisseling past hij voor zijn residentiële productie het conventionele neoclassicisme toe, en voor pakhuizen als het complex Meeûs-Funck in de Adriaan Brouwerstraat de neo-Vlaamserenaissance-stijl. Als eerste opdracht voor The Antwerp Grain Work Company bouwde Maas eerder in 1904 een vergaderzaal op de binnenplaats van het hoofdgebouw in de Londenstraat. De 24 jaar jongere Dries wiens loopbaan eind jaren 1890 van start ging, realiseerde rond de eeuwwisseling een groot aantal burgerhuizen in neoclassicistische stijl, met name in de wijk Zuid. In de jaren kort vóór de Eerste Wereldoorlog wisselde hij dit conventionele stijlidioom af met ontwerpen in beaux-artsstijl of een gematigde art nouveau. Tot zijn belangrijkste realisaties uit deze periode behoort de music-hall en bioscoop uit 1914 in de Quellinstraat, bekend als Cinema Eden of Ciné Quellin.
Natiegebouw in neo-Vlaamserenaissance-stijl gedateerd 1880, van vijf traveeën en drie bouwlagen onder een complex zadeldak (nok parallel aan de Londenstraat, leien). Het gebouw vormde oorspronkelijk een samenstel van een kantoorgebouw met achterliggend pakhuis, en een meergezinswoning met winkel en huurkwartieren. Gerard Jan Maas bouwde de begane grond van het pakhuis in 1904 uit tot een nieuwe vergaderzaal, en de architect Jef Huygh verbouwde de meergezinswoning in 1927 tot kantoren.
De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenwerk in kruisverband, met overvloedig gebruik van witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, cordonvormende lekdrempels, sluitstenen, omlijstingen, frontons, consoles, ornamenten, gevel- en dekstenen, op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de twee zijrisalieten, die worden bekroond door verhoogde halsgevels. In de middenas wordt de steekboogpoort met diamantkopsleutel bekroond door een omlijste gevelsteen met de inscriptie: “THE ANTWERP GRAIN WORKS COMPANY”. De flankerende drielichten met ontlastingsbogen en diamantkopsleutels zijn het gevolg van latere verbouwingen. Het betrof oorspronkelijk een drieledige winkelpui met ijzeren I-balk en een tweelicht, die respectievelijk in 1927 door Jef Huygh en in 1930 door de aannemer G. Verbeeck werden aangepast. Op de eerste verdieping markeren driehoekige gebroken frontons en onderdorpels met voluten de tweelichten in de risalieten, en een gestrekte waterlijst het middenvenster, beide op voluutconsoles. Ronde gevelstenen met het bouwjaar “1880” flankeren de rechthoekige muuropeningen. De tweede verdieping wordt geopend door een doorlopend registers van acht rechthoekige vensters tussen pilasters met lijstkapiteel, die een klassiek hoofdgestel dragen, met trigliefen en guttae in de fries. Beide topgevels tellen twee geledingen, met voluten, wortelmotieven en een gebroken, gebogen fronton als bekroning. Een aediculavenster met pilasters en driehoekig fronton doorbreekt de eerste geleding, en een omlijste ronde oculus de tweede. Centraal in het dakvlak, een spitse, overhoekse leien dakkapel met smeedijzeren topstuk.
Het imposante complex omvat drie vleugels van vier tot vijf bouwlagen in U-vorm gegroepeerd rond een binnenplaats, waarop aan de noordzijde het natiegebouw in de Londenstraat aansluit. Zowel aan de Kribbestraat als de Bordeauxstraat wordt het eigenlijke natiegebouw geflankeerd door een rijwoning met handelspui. De gevelfronten van in totaal tien traveeën in de Kribbestraat en negen traveeën in de Bordeauxstraat, hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk, geaccentueerd door witte Silezische brikken voor speklagen, ontlastingsbogen, friezen en verluchtingsgaten. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de ruw geboste plint met kwartholle afzaat, schamppalen, de bewerkte puilijst en lekdrempels, van witte natuursteen voor speklagen, sluit- en kraagstenen, hoekblokken, waterlijsten, kapitelen en de risalietbekroningen. Horizontaal geleed door de puilijst, beantwoorden beide opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van steekboogopeningen, zowel inrijpoorten, laadluiken als vensters. De bovenbouw wordt in kolossale orde geritmeerd door getoogde spaarvelden met sluitstenen en lisenen, die rusten op kraagstenen onder de puilijst en zijn versierd met bewerkte kapitelen. Verder ligt de klemtoon op hoger opgetrokken risalieten met de een decoratieve attiekbekroning. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf, rechthoekige mezzaninevensters en een gebroken houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging.
In de Kribbestraat ligt de klemtoon op een gedesaxeerde, twee traveeën brede middenpartij (zesde en zevende travee), met laadluiken en inrijpoorten voorzien van bolle schamppalen. Geopend door een geoogd drielicht met zuiltjes, wordt de bekronende attiek gemarkeerd door voluten en bewerkte postamenten met topstuk. Het timpaan draag de inscriptie: “1904 - THE ANTWERP GRAIN WORK COMPANY”. Een meer bescheiden risaliet met een blinde attiekbekroning accentueert de tweede travee. De rijwoning die in de laatste twee traveeën van de opstand is geïntegreerd, onderscheidt zich slechts door een winkelpui met ijzeren I-balk, gekoppelde spaarvelden en rechthoekige bovenvensters op cordonvormende lekdrempels.
In de Bordeauxstraat is de bekroning van het risaliet (vijfde tot zevende travee) recent in vereenvoudigde vorm vernieuwd; oorspronkelijk mondde de middenas met laadluiken uit in een gebogen frontbekroning tussen postamenten. In het oorspronkelijke gevelontwerp dragen ook de flankerende traveeën met laadluiken een frontonbekroning boven de daklijst. De rijwoning die de eerste twee traveeën van het gevelfront uitmaakt, kreeg een afwijkende gevelbehandeling, gemarkeerd door een drieledige winkelpui met waterlijsten, rechthoekige en korfbogige bovenvensters op cordonvormende lekdrempels. In de laatste vier traveeën is de pui, die aan een symmetrisch schema beantwoordde, verbouwd.
De structuur van het interieur berust op een skelet van stalen I-balken en gietijzeren kolommen in parallelle beuken.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Bordeauxstraat
Is deel van
Londenstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: The Antwerp Grainwork Company [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7237 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.