Enkelhuizen van twee à drie traveeën en twee à drie verkleinende bouwlagen onder zadeldaken, met bepleisterde, al dan niet verankerde lijstgevels in sober classicistische stijl, die gekenmerkt worden door rechthoekige muuropeningen met luiken (nummers 4-8, 19 en 21), decoratieve parapets in gietijzer (nummers 4-8, 19 en 21) en kordonvormige lekdrempels (nummers 4-8 en 21), en door een eenvoudige houten kroonlijst.
Nummers 4-8, met een oudere kern en een in 1855 gedeeltelijk vernieuwde gevel (zie rooilijnverspringing), waarvan de vensters op de gelijkvloerse verdieping voorzien zijn van luiken.
Nummer 17 werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vernield en in 1946 naar ontwerp van L. Mispelter hersteld "in zijn voorigen staat".
Nummer 21 werd in 1848 gewijzigd van dubbelhuis naar enkelhuis, zoals nog zichtbaar in de lage zandkalkstenen plint.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Vlaams-Brabant, Archief Monumenten en Landschappen: beschermingsdossier (13.10.1986).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)