De Huisekoutermolen is een houten staakmolen die in het eeuwenoude molenlandschap op de heuvelkam tussen Leie en Schelde staat. Oorspronkelijk stond deze molen op de hoek van de Hoogmolenstraat en de Vlasbloemstraat in Waregem. Die houten molen stond bekend als de Hoogmolen en werd reeds vermeld in 1512. De molen werd met regelmaat vernieuwd, onder meer na ernstige schade door oorlogsgeweld tijdens de Eerste Wereldoorlog, tot hij in 1948 buiten gebruik werd gesteld. Na jarenlang verval kochten achtereenvolgend de stad Waregem (1968) en ten slotte molenliefhebber Paul Bauters (1971) de molen. In 1972-1975 richt deze laatste de molen terug op in Kruisem, deelgemeente Huise, op de plaats waar voorheen de stenen windmolen met de naam "snuifmolen", ook gekend als "Cnuddes molen" stond. Die molen ging in vlammen op in 1850.
De ontmanteling, overbrenging en restauratie gebeurde door Walter Mariman die de molen opnieuw maalvaardig stelde in 1975, als één van de eerste windmolens in Vlaanderen. De molen werd circa 2010 in erfpacht genomen door de vzw Oost-Vlaamse Molens en is sinds 2012 opnieuw maalvaardig.
De molen zonder molendam staat op gewitte gemetste teerlingen met de hoogteteerlingen in de noord-zuidas. De oorspronkelijke kapellenkap is vervangen door een mansardekap met eikenhouten schaliën en wordt bekroond met een windwijzer in de vorm van een paard met ruiter. De vrij smalle molenkast is bezet met natuurleien aan de windweeg en met grenenhouten schuddeberd aan andere zijden. Aan de staartzijde leidt een brede trap van 30 treden met klein balkon naar de toegangsdeur. Het luikapje bevindt zich linksboven. Aan de staartzijde is er het kruiwerk met houten kruihaspel en het gevlucht met nieuwe eikenhouten pestelroeden (2011). De eikenhouten, oude as en de gietijzeren askop zijn vermoedelijk van West-Vlaams fabricaat. De twee maalgangen, een voor- en achtermolen beschikken over twee steenkoppels in natuursteen afkomstig van Dupéty (La-Ferté-sous-Jouarre) en vernieuwde steenkisten. Het klauwijzer van de voormolen draagt het jaartal 1758, dat van de achtermolen draagt tweemaal het jaartal 1633 en de smidsinitialen SP. Hierbij hoort de kanttekening dat het niet zeker is of deze onderdelen origineel bij de molen hoorden. Deze initialen zijn ook teruggevonden op andere molens onder meer in Mere, Ramskapelle en Tielt.
- BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken, Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 139-147.