Archeologische resten van de middeleeuwse kerk van Lapscheure, gelegen in de tuin van de nieuwbouwwoning nummer 4, ten oosten naast de dijk. Bij een opgraving in 1989 worden de funderingen van de kerk teruggevonden: Latijns kruis met schip van drie beuken.
Op deze plaats is Lapscheure ontstaan, oorspronkelijk als hulpparochie van Oostkerke. In de loop van de 11de eeuw wordt Oostkerke een zelfstandige parochie, die in het begin van de 12de eeuw reeds verschillende hulpkapellen heeft, onder meer in Lapscheure en Moerkerke. Lapscheure is als "Lappescura" reeds in 1019-1030 vermeld in een brief van Othebold, abt van de Gentse Sint-Baafsabdij. Bij een hevige stormvloed in 1134 wordt een bestaande kreek verbreed en uitgeschuurd tot de Zwin-arm, die een groot gebied overstroomt dat zich uitstrekt tot aan de zandstreek, onder meer de dorpskern van Lapscheure. Daarbij wordt de veldstenen kerk sterk beschadigd. Het is onzeker hoelang de periode van onbewoonbaarheid in deze streek heeft geduurd; in 1200 wordt Lapscheure als zelfstandig parochie vermeld. Na het opwerpen van de Branddijk-Damweg tussen Damme en De Hoorn (Moerkerke), wordt vanaf die dijk systematisch land ingepolderd. In 1236 wordt de Markettepolder ingedijkt, in 1236-1246 wordt aansluitend de Spermaliepolder ingedijkt, waarin de kerk van Lapscheure is gelegen. In de tweede helft van de 13de eeuw wordt de Romaanse kerk hersteld met een nieuw vroeg-gotisch koor van baksteen. Als in 1583 om militaire redenen de dijken worden doorgestoken ten zuiden van Sluis, worden de muren en de toren zwaar beschadigd. In 1611-1613 worden de Zeedijk, Groenendijk en aansluitend de Sint-Pietersdijk opgeworpen om de onder water gezette gronden te herwinnen. Daardoor komt de beschadigde kerk geïsoleerd in een schor te liggen. Naar aanleiding van zijn bezoek aan Lapscheure in 1639, beslist de deken van Aardenburg dat er een nieuwe kerk gebouwd moet worden. Als nieuwe locatie wordt gekozen voor de meer centraal gelegen Sint-Jobspolder. In 1640 wordt langs de "Breede Wech" in de Sint-Jobspolder (huidige Hoogstraat) een houten kerk opgetrokken, die later wordt vervangen door een stenen bedehuis, waarvoor het materiaal van de oude kerk wordt gerecupereerd. De site van de middeleeuwse dorpskern van Lapscheure is verlaten en door de eeuwen heen gereduceerd tot ondergrondse resten.
DEVLIEGHER L., De Zwinstreek, in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 4, Tielt, 1970, p. 129-130.
DEVLIEGHER L., Volcranus Levita uit Lapscheure, in 't Zwin Rechteroever, december 2003, jg. 4, nr. 2, p. 2-8.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologische resten van de middeleeuwse kerk van Lapscheure [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78790 (geraadpleegd op ).