is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Laatclassicistisch herenhuis met tuin
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Laatclassicistisch herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Laatclassicistisch empiregetint herenhuis met ruime achterliggende tuin, volgens kadaster opgetrokken in 1838 in opdracht van Maximiliaan Van Zantvoorde (Tielt, 1781-1855), die in 1808 aan het uiteinde van zijn tuin de allereerste Tieltse textielfabriek bouwt (zie Europalaan en Van Zantvoordestraat).
Op de plaats waar het 19de-eeuws herenhuis wordt opgetrokken, bevindt zich een ouder, vermoedelijk 18de-eeuws pand met aanhorigheden, weergegeven op het stadsplan van Philip Jan Lemaieur van 1786 en op het primitief kadasterplan (circa 1830). Bij dit huis met achterliggende bijgebouwen en aanhorigheden hoort aan de oostzijde een groot stuk grond.
In 1838 wordt alles ingedeeld in vier percelen. Op het centrale, grootste perceel wordt volgens het kadaster in datzelfde jaar het huidige herenhuis "herbouwd" (het kadaster vermeldt "reconstruction") met behoud van de bestaande achterliggende stallingen en keukens; de naastliggende bijgebouwen aan de straat worden omgevormd tot opbrengsthuizen. De bouwheren zijn Maximiliaan Van Zantvoorde en zijn vrouw Marie Philipinne Roelandts.
Maximiliaan is telg van de vooraanstaande familie Van Zantvoorde die gedurende eeuwen de stad mee bestuurt door het leveren van schepenen en burgemeesters, zo onder meer stadsgriffier Jan Van Zantvoorde (Haarlem, 1594 - Tielt, 1665), die eveneens in de Hoogstraat woont (zie nummer 26). De familie verwerft vele eigendommen in Tielt, waarvan er veel in de Hoogstraat gelegen zijn. Maximiliaans vader, Albertus Van Zantvoorde (1735-1821), advocaat, handelaar in garen en weefsels en burgemeester van Tielt (1773-1777, 1790-1791 en 1792-1793), bewoont het oudere pand dat op de plaats van het huidige herenhuis staat.
Maximiliaan richt in 1808 aan de oostzijde van de tuin, aan de huidige Europalaan, een katoenweverij op waar vijftig weefgetouwen zijn ondergebracht en tot 120 wevers worden tewerkgesteld; in 1844 gesloten en omgebouwd tot huizen (zie Europalaan en Van Zantvoordestraat).
Het huis blijft enkele generaties lang in bezit van zijn familie.
In 1910 wordt een bouwaanvraag ingediend om een nieuwe gevelbepleistering aan te brengen en het houtwerk te vervangen. Tevens wordt een nieuwe eikenhouten inrijpoort geplaatst door meubelmaker Alphonse De Deurwaerder (1867-1941), naar verluidt geschonken door Richard Denys, textielhandelaar en liberaal voorman woonachtig in de Ieperstraat (zie Ieperstraat nummers 23-25), aan zijn dochter Anna en schoonzoon Georges Lemaire, eigenaars van het huis sinds 1910. Deze laten in 1911 het haakse bijgebouw aan de noordzijde van de tuin gedeeltelijk herbouwen. Vanaf 1919 is het herenhuis eigendom van de gebroeders Norbert en Karel Van Neste, fabrikanten uit Detroit. In 1923 wordt het huis gekocht door de Tieltse fotograaf en costumier Richard Maes (1871-1955) die onder meer het museum "Tielt-ten-Hove" inricht in de oude katoenweverij van Maximiliaan Van Zantvoorde (zie Europalaan, Van Zantvoordestraat).
Tijdens de Eerste Wereldoorlog is dit herenhuis een belangrijk bureau van de Duitse legerleiding die er permanent telefonisch contact houdt met het front. Na een bombardement door de geallieerden wordt op het terras achter de woning een bunker geplaatst als extra bescherming. Na de oorlog wordt de kuip behouden als terrasvijver.
De oorspronkelijke gevel wordt in de tweede helft van de 20ste eeuw diverse malen gewijzigd. In 1956 laat zoon Jerome Maes 1956 het venster in de derde travee vervangen door een voordeur en in 1959 vervangt kleinzoon Robert Maes (1931-1995), eveneens fotograaf, twee ramen door één groot uitstalraam voor de ombouw tot fotowinkel.
In de tweede helft van de 20ste eeuw worden nog enkele kadastrale mutaties van de achterliggende percelen opgetekend, onder meer gedeeltelijke herbouwing van een bijgebouwtje aan de zuidzijde van de tuin (1959), vereniging van het perceel met hoofdvolume en achterliggende percelen (1969), later opnieuw opgesplitst (1983). In 1986 wordt de gevel door de huidige eigenaars-bewoners, advocaat Paul Bekaert en echtgenote, in zijn oorspronkelijke staat hersteld.
Recent is de bunker op het terras afgebroken omwille van slechte bouwfysische toestand.
Breedhuis van vijf traveeën en twee en een halve bouwlaag onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met straat), waarvan gevel in 1986 hersteld in oorspronkelijke staat. Gepleisterde en witgeschilderde lijstgevel voorzien van imitatiebossage met diep, horizontaliserend voegwerk op begane grond, streksgewijs boven de ramen op begane grond. Natuurstenen plint waarboven geschilderde sokkel. Pui afgelijnd door doorgetrokken cordonlijst waarboven brede lijst per travee verlevendigd door cassementen voorzien van decoratieve empire-stucversiering. Natuurstenen onderdorpels doorlopend in eerste en tweede bouwlaag, in derde bouwlaag op kleine consooltjes. Gevelbekroning door middel van breed uitkragende geschilderde houten kroonlijst op kraagconsoles waartussen kaderlijstwerk. Rechthoekige muuropeningen in vlakke bandomlijsting. Witgeschilderde T-ramen met grote roedeverdeling. Rechts, brede poorttravee gemarkeerd door licht vooruitspringende geblokte omlijsting met aan weerszijden twee natuurstenen schamppaaltjes. Statige, rijk gesculpteerde tweeledige eikenhouten inrijpoort (1910) met korfboogvormig bovenlicht, waaiervormig ingedeeld.
Verankerde bakstenen zijgevels onder meer met licht getoogde muuropeningen en oculusvormige zoldervenstertjes.
Plattegrond, indeling en aankleding vertonen opmerkelijke gelijkenissen met deze van het herenhuis nummer 44.
Vrij gaaf bewaarde interieuraankleding met decoratie beïnvloed door empirestijl. Brede doorrit naar achterliggende tuin en bijgebouwen; nieuwe tegelvloer en natuurstenen muurplint. Zuidmuur met grote rondboogvormige beeldnis tussen vlakke pilasters waarboven stucpaneel met empiremotieven. Aan noordzijde, inkom met dubbele natuurstenen trede en flankerende sobere zuilen waartussen beglaasde vleugeldeur met kleine roedeverdeling en korfboogvormig bovenlicht, waaiervormig ingedeeld. Gelijkaardige deur naar de tuin en de bijgebouwen toe. Decoratieve polychrome schilderingen onder meer in centraal rosas van plafond en boven de inkom. Evenwijdig aan de straat, brede gang met traphal waarlangs de diverse vertrekken gelegen zijn. Tegelvloer met kleurrijke omranding in mozaïektegels. Grotendeels bewaarde aankleding, onder meer hoge binnendeuren waarvan enkele met supraporta's in stuc, plankenvloeren, natuurstenen schouwen, onder meer in keuken met haardwandtegels voorzien van leeuwtjes. Majestueuze fraaie geschilderde houten slingertrap met robuuste, ronde marmeren trappaal met vaasbekroning; trapleuning op fijne spijltjes. Groot getoogd traplicht waarin glas-in-loodraam met onder meer vrouwenprofiel in medaillon omgeven door guirlandes en florale omranding. Traphal met opmerkelijke polychrome plafondschildering in empirestijl met onder meer "fasces" en adelaar.
Eerste verdieping met brede gang waarop vertrekken uitkomen; aan het uiteinde rondboognis waarnaast achter een deurtje de zoldertrap ligt. Zolderverdieping ingedeeld in kleine kamertjes aan weerzijden van een gang. Op de deuren zijn nog de namen af te lezen van de Duitse soldaten die hier verbleven ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Op dakgebinte bewaarde geleidingsdoppen aangebracht door de Duitse legerleiding voor de telefoonverbindingen met het front tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Kelder afgedekt door witgekalkt tongewelf; natuurstenen tegelvloer.
Bijgebouwen. Aan zuidzijde, voormalige paarden- en koetsenstalling, later omgebouwd tot magazijn - onder meer voor de kostuums van Richard Maes - en feestzaal; later wordt een fotoatelier ingebracht op de verbouwde bovenverdieping. Door huidige eigenaars ingericht als kantoor met "Van Zantvoordezaal", benut voor lezingen en huisconcerten. Witgeschilderde baksteenbouw van anderhalve bouwlaag onder pannen bedaking; deels gedichte grote rondbogen en nieuwe muuropeningen, onder meer onder ijzeren I-profiel. Lagere serreachtige aanbouw aan oostzijde onder golfplaten bedaking. Aan noordzijde, verbouwd complex van voormalige woon- of stalvleugel.
Tuin. Op Engelse landschapsstijl geïnspireerde tuinaanleg met gazonpartijen in gebogen omtreklijnen, parkboomgroepen (onder meer Linde, Bruine beuk, Esdoorn), dichte heestermassieven en talrijke coniferengroepen (onder meer Levensboom, Schijncipres, Taxus). Tuin doorsneden door slingerend pad in dolomiet; met bewaard restant van dreef doorlopend tot de huidige Europalaan. Recent heraangelegde terraspartij met aansluitende rozenperken en heestermassieven afgeboord door lage Buxus.
Achteraan is tegen de tuinmuur een natuurstenen grafsteen geplaatst van François Van Zantvoorde (1789-1861), arts en broer van Maximiliaan.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De deels ommuurde tuin bevindt zich op de rand van de historische stadskern van Tielt en hoort bij het laatclassicistisch herenhuis eertijds bewoond door Maximiliaan Van Zantvoorde (1781-1855). Deze textielondernemer richt in 1808, ter hoogte van het huidige woonlint Europalaan huisnummers 9 tot en met 31, een katoenweverij op, de allereerste Tieltse textielfabriek. In 1844 werd het fabriekspand omgebouwd tot een huizenrij. Een oorspronkelijke dreef, een ornamenteel aangelegde verbindingsweg over een lengte van circa 70m tussen het tuinperceel van het herenhuis en de vroegere fabriekssite, bestaat actueel nog uit 14 opgaande bomen met een respectabele stamomtrek. Het betreft een afwisseling van opgaande beuken (dikste exemplaar 3m08), gewone essen (dikste exemplaar 2m50) en enkele gewone esdoorns (dikste exemplaar 2m55). In de struikenbeplanting wordt sneeuwbes en aucuba aangetroffen. Verspreid over het perceel komen nog enkele andere opgaande bomen voor met geringere stamomtrekken, onder meer enkele esdoorns en enkele robinia’s. Rekening houdend met de belangrijke verbouwdatum van het herenhuis in 1838 wordt ingeschat dat de oorspronkelijke beplantingsstructuur tot deze aanlegperiode kan teruggaan.
Het tuingedeelte aansluitend bij de woning draagt een op de Engelse landschapsstijl geïnspireerde tuinaanleg met gazonpartijen in gebogen omtreklijnen, parkboomgroepen (o.m. linde, bruine beuk, esdoorn), dichte heestermassieven en talrijke coniferengroepen (o.m. levensboom, dwergcipres, venijnboom). De tuin is doorsneden door een slingerend pad in dolomiet. De terraspartij met aansluitende rozenperken en heestermassieven afgeboord door lage palm dateert van een recentere heraanlegperiode. Achteraan is tegen de tuinmuur een natuurstenen grafsteen geplaatst van François Van Zantvoorde (1789-1861), arts en broer van Maximiliaan.
De stadstuin maakt deel uit van een ruimere cluster van waardevolle stadstuinen in de Hoogstraat waar nog meerdere herenhuizen zijn gesitueerd, overwegend in een laatclassicistische bouwstijl.
Is deel van
Hoogstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Laatclassicistisch herenhuis met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86661 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.