erfgoedobject

Station van Oostkamp met luifel en wachthuisje

bouwkundig element
ID
87879
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87879

Juridische gevolgen

Beschrijving

Voormalig station van de N.M.B.S., gelegen langs de tussen 1834 en 1838 opgerichte spoorlijn Gent-Oostende. Gebouwd in 1889 naar een ontwerp van Henri Fouquet van 1887, architect van onder meer de stations te Leuven, Oudenaarde, Harelbeke en Nieuwpoort-Bad. Neoclassicistisch station met luifel en wacht- of schuilhokje, beide tussen 2018 en 2021 meer ten noorden van de spoorlijn heropgebouwd.

Historiek

Het station van Oostkamp is gelegen langs de tussen 1834 en 1838 opgerichte spoorlijn Gent-Oostende. De spoorlijn Gent-Brugge wordt in 1838 geopend. Elf jaar na de openstelling van de spoorlijn, in 1849, krijgt Oostkamp een stopplaats ter hoogte van de overweg, de "barrière 54". Het “station van Oostkamp” ligt eigenlijk op het grondgebied van het gehucht Moerbrugge, weliswaar gescheiden van Moerbrugge door een beek en het kanaal Gent-Oostende. In de buurt van het station ontstond een kleine “stationswijk” gelegen tussen Oostkamp en Moerbrugge. Vrij snel daarna wordt een petitie gericht aan de koning, opdat de halte van de treinen tussen Brugge en Gent zou veranderen in een werkelijk station voor reizigers en reisgoederen. In 1865 verleent het Ministerie van Openbare Werken na jarenlang aandringen van het gemeentebestuur de toestemming om voortaan de treinen te laten stoppen in Oostkamp- met uitzondering van de exprestrein. In 1859 wordt er voor het eerst een stationsgebouwtje gebouwd, recht tegenover de halte. Deze eerste overdekte halte bevond zich volgens de gegevens van het kadaster op de kruising van het spoorwegtracé en de huidige Patersonstraat. Het treinstation wordt in 1865 ingewijd. Al snel is er nood aan een groter station en gaat men bouwen aan het huidige, neoclassicistische station. Het werd opgericht tussen 1887 en 1889 naar een ontwerp van Henri Fouquet (Limbourg, 10 maart 1825 – Schaarbeek 14 oktober 1893). Op de originele plannen signeert hij met "architecte principal à titre personnel". Dezelfde architect ontwierp in het laatste kwart van de 19de eeuw onder meer ook de stations van kleinere steden zoals Leuven, Soignies, Harelbeke, Oudenaarde en wellicht ook Vilvoorde, maar ook kleinere stationnetjes zoals dat van Nieuwpoort-Bad. In Oostkamp ontwierp hij een laag stationsgebouw, een type dat vaak in de provincie Henegouwen voorkomt, zoals onder meer het station van Bonne-Espérance (Vellereille-Les-Brayeux).

Op één van de ontwerpplannen van het station van Oostkamp staat ook een "Cour des Marchandises" en een laad- en loshelling getekend, maar deze waren in 2017 niet meer als dusdanig herkenbaar in het complex. De stationsomgeving werd door de jaren ook sterk aangepast. Tussen 2018 en 2021 wordt bij de verdubbeling van het aantal sporen op de lijn tussen Gent en Brugge het station verplaatst naar de andere zijde van de spoorlijn, uitgevend op een nieuw aangelegd plein. Ook het wachthuisje werd noordelijk verplaatst. Het dienstgebouwtje op vierkante plattegrond dat zich ten zuidoosten van het station bevond, werd gesloopt en niet heropgebouwd.

Het station uit 1887-1889 is een representatief gebouw. Het is een eerder klein spoorstation op één van de grote spoorlijnen, maar met een uitgesproken architectuur die de betekenis van deze nutsvoorziening accentueert. Het stationsgebouw bevatte de belangrijkste elementen overeenkomstig zijn functie, maar heeft daar bovenop ook nog een fraai bewaarde luifel, een element dat soms niet aanwezig was in kleinere stationnetjes of in vele gevallen gewoon verdwenen is. De kwaliteit van de architectuur toont ook aan dat het stationsgebouw en de treinverbinding iets bijzonders waren in de rurale gemeente. De architecturale stijl die Fouquet doorgaans hanteerde, varieerde van neoclassicistisme tot neorenaissance, niet zelden met een sterk eclectische benadering. Het station in Oostkamp is een neoclassicistisch gebouw waarin smeedwerk en gietijzer verwerkt zijn als een opmerkelijke industrieel archeologische component. Naast het stationsgebouw met luifel is er ook een wachthuisje met een paravent. Er kon niet vastgesteld worden wanneer deze constructie gebouwd werd en of de paravent oorspronkelijk beglaasd was, maar de ranke gietijzeren profielen en het verzorgde smeedwerk geven een bijzondere uitstraling aan dit gebouwtje.

Beschrijving

Stationsgebouw

Het stationsgebouw is opgetrokken uit baksteen, bezet met pleister en witgeschilderd. Onderaan is er rondom het gebouw een massieve vlakke hardstenen plint. Het gebouw is sterk symmetrisch opgebouwd en heeft één bouwlaag onder een zadeldak met roodkleurige gebakken pannen. Bij de verplaatsing naar de andere zijde van de spoorlijn werd het gebouw 180° gedraaid en bevindt de oorspronkelijke straatgevel zich nu aan de zijde van het spoor. Deze wordt gekenmerkt door een middenrisaliet, gemarkeerd door geblokte pilasters. Op de hoeken van het gebouw zijn er identieke pilasters. De gevelopeningen hebben getoogde omlijstingen onder geprofileerde waterlijsten. Deze zijn voorzien van houten grijsgeschilderd schrijnwerk, met vleugeldeuren of dito ramen. Aan weerszijden van de middenrisaliet waren oorspronkelijk twee toegangen met vleugeldeuren. In oorsprong leidde de linkerdeur naar de "vestibule" van de 1ste en 2de klasse en naar het "bureau des recettes" en de bagageruimte. De rechterdeur gaf toegang tot de grotere "Salle d'attente de voyageurs 3ième classe". De gevelindeling werd behouden maar werd niet doorgetrokken tot de oorspronkelijke binnenruimte.

De vroegere perronzijde geeft nu uit op een nieuw aangelegd plein en is over de volledige lengte van de gevel voorzien van identieke vleugeldeuren. Boven in de zijgevels zitten gekoppelde vensters, gescheiden door een arduinen stijl. In het topstuk staat een gestileerd spoorwiel als symbool van de staatsspoorweg. De luifel die oorspronkelijk dienst deed als perronoverkapping, bestaat uit met elementen in gietijzer en smeedwerk zoals die ook te zien zijn op de plannen van Fouquet. Het metaalwerk is geschilderd in een lichtgroene kleur. Het exterieur van het stationsgebouw komt nog steeds overeen met de oorspronkelijke plannen.

Aan het nieuwe interieur kunnen geen erfgoedkenmerken worden toegekend.

Wachthuisje

Het uitzonderlijk wachthuisje of schuilhokje bleef aan dezelfde kant van het spoor, zij het op enige afstand van de vroegere plaats en net zoals het stationsgebouw georiënteerd naar het nieuwe stationsplein. Het is een bakstenen constructie onder een plat dak met een bakstenen sokkel en een open middenportaal tussen gietijzeren gecanneleerde zuilen van de Ionische orde. Twee wachtkamers aan weerszijden van het portaal hebben grote ramen met uitgewerkte smeedijzeren traceringen. Dit wachtgebouwtje is niet zichtbaar op het oorspronkelijk plannenmateriaal maar dateert vermoedelijk uit dezelfde periode als het stationsgebouw, gezien de stijl en het materiaalgebruik.

  • Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002017, Station N.M.B.S. (DE SCHEPPER J. 1997).
  • Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Oostkamp, Station N.M.B.S.

Auteurs: Lenaerts, Tom; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Station van Oostkamp met luifel en wachthuisje [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87879 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.