is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Ten Torre en bijgebouwen
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Ten Torre en bijgebouwen
Deze vaststelling was geldig van tot
Kasteeldomein toegankelijk via een lange toegangsdreef. Het domein was vroeger een jachtgebied voor het Franse Hof waar onder andere een jachtpaviljoen stond. Vanuit de omgeving heeft men vista's naar het kasteel en de aanpalende gebouwen. Dit omwalde kasteel is gelegen in een park met compartimentering van de ruimte.
1353: Oudste vermelding van het "Goed ten Torre" met "casteel" in rekeningen van de Bogaerdenschool in Brugge.
1529: De koning van Frankrijk schonk deze heerlijkheid aan Keizer Karel V als oorlogsboete.
1531: Ten Torre wordt verkocht aan de kinderen van Francis van Zinckenghem.
1551: In een charter wordt melding gemaakt van een "leengoet wesende thuus ende goet ten Thorre in de parochie Oudelhem".
1565: Verkoop aan Jan Pardo, heer van Frémicourt en burgemeester van Brugge.
1570: Weergave op de kaart van Pieter Pourbus.
1657: Vermeld in het landboek van Oedelem als "casteel metten opper ende nederhof 7 gemeten en 17 roeden groot".
1716: Vermelding van "de heerlijkheden ende casteelgoet Ten Torre".
1854: Het huidige kasteel wordt volgens het kadaster gebouwd in 1854 in opdracht van Hector baron Lebailly de Tilleghem. Opgetrokken op de grondvesten van het vroeger jachtpaviljoen. Hiervoor werd een steenbakkerij aangelegd langs de Bergstraat.
Circa 1895: "restauratie" door provinciaal architect Stefaan Mortier in opdracht van toenmalig eigenaar Joseph de Meester de Ravenstein. Geïnspireerd op Viollet-le-Duc namelijk opbouw van het huidige dak rondom de toren (nog steeds in de constructie bewaard), bouw inkomportaal met loggia en open gaanderij, verbouwing van hoektoren tot uitkijktoren. Ook het omliggende park werd toen aangelegd en uitbreiding van de vijver.
De huidige eigenaar verleende geen toestemming om het kasteel en het domein te bezoeken. Een beschrijving werd gemaakt aan de hand van gepubliceerde foto's en oude postkaarten.
Kasteel opgevat als een waterkasteel. Vierkante plattegrond met op elke hoek een zeshoekige hoektoren afgewerkt met een leien kegeldak en/of afgewerkt als een uitkijktoren. Hoofdvolume van drie traveeën en vier bouwlagen onder hoog leien schilddak. Rode baksteenbouw met horizontaal belijnende natuurstenen banden ter hoogte van de onder-, de tussen- en de bovendorpels. Grote variatie aan muuropeningen. Op de begane grond opgevat als een gaanderij bestaande uit een rondboogarcade aanzettend op natuurstenen zuilen. Op de eerste verdieping met rondboogvensters voorzien van behouden schrijnwerk. Op de derde bouwlaag ronde vensters in radvorm. Bekronende opengewerkte gaanderij.
Huis weergegeven op primitief kadasterplan van circa 1830 als boomgaard met niet gedefinieerd gebouw horende bij het kasteel en gebruikt door de eigenaar. In 1878 heringericht als koetshuis. In 1950 omschreven als landgebouw, hetzelfde jaar uitgebreid in noordoostelijke richting en omgevormd tot woonhuis.
Tweewoonst opgetekend op primitief kadasterplan van circa 1830 als verpacht woonhuis. Circa 1870 (zeker acht jaar voor 1878) wordt de woning op dezelfde plaats volledig herbouwd. De woning wordt opgesplitst in twee aparte woningen in 1885. Het grootste volume wordt in 1886 nog eens opgesplitst in twee wooneenheden. Tegelijk wordt ten oosten van de woning een landgebouw aangebouwd. In 1931 wordt de woning terug opgedeeld in een tweewoonst zonder dat de bebouwd oppervlakte wijzigt.
Landgebouw weergegeven op primitief kadasterplan van circa 1830 als een groot landgebouw deel uitmakend van de verpachte hoeve. In 1878 wordt het gebouw vergroot en wordt ten noorden een smal vrijstaand volume bijgebouwd. In 1931 wordt ten westen een klein volume aangebouwd. Het gebouw wordt in 1954 opgesplitst, het zuidelijke deel wordt daarbij omgevormd tot garage. Ten oosten wordt een bijkomend landgebouw opgetrokken en het smalle gebouw ten noorden wordt vergroot. In 1978 worden alle bijhorende kleine gebouwtjes afgebroken zodat het gebouw terugkeert naar zijn oorspronkelijk grondplan.
Landgebouw: grootste gebouw reeds weergegeven op primitief kadasterplan van circa 1830. Uitgebreid in westelijke richting in 1878. Optrekken van een vrijstaande serre circa 1894. Het landgebouw wordt in 1954 omgevormd tot garage.
Landgebouw op primitief kadasterplan van circa 1830 opgetekend als bakhuisje. In 1978 vergroot tot huidig volume.
Paviljoen gebouwd in 1957.
Bron: GILTÉ S. met medewerking van BAERT S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Beernem, Deelgemeenten Beernem, Oedelem en Sint-Joris, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL31, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Ten Torre
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Ten Torre en bijgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89325 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.