Straat in het historische stadscentrum die straalsgewijs vertrekt vanaf de zuidoostzijde van de Markt met zuidwaarts verloop en oplopend reliëf tot aan het Rameplein en de Vijverstraat. De huizen van deze straten ressorteren eertijds onder de Nieuwstraat. Oudste vermelding in 1462 als "de niewe strate", waar in de middeleeuwen twee schandpalen zijn opgesteld aan de toegang tot de Markt.
In 1624 eerste vestiging van de Minderbroeders of Recolletten in de stad op het "Gruythof", een domein aan de westzijde van de straat dat zich uitstrekt tot aan de Kortrijkstraat, geschonken door Willem van Richardot, graaf van Galmaarden en heer van "Tielt-ten-Hove"; in 1634 verhuizen de paters naar het ruimere "Poekhof" aan de westzijde van de Kortrijkstraat waar ze een nieuw klooster oprichten (zie Kortrijkstraat nummer 17, Patersdreef).
Volgens het eerste landboek van Tielt-binnen van 1635 gelegen in de "Raemcerc" met op het bijhorend kaartje, net als op de kopergravure opgenomen in "Flandria Illustrata" van Antoon Sanderus (1641-1644), weergave van eenlaagsbebouwing van voornamelijk - nog vrijstaande - diephuizen. Enkele 17de-eeuwse huisnamen zijn gekend, onder meer "Den Keyser" en "Den Muysenest".
Het stadsplan van Philip Jan Lemaieur van 1786 geeft reeds aaneengesloten bebouwing langsheen de straat weer. In de 17de en 18de eeuw wordt de straat vooral bewoond door vermogenden en notabelen, onder meer de gekende griffier Jan Van Zantvoorde (Haarlem, 1594 - Tielt, 1665). In 1769 wordt het imposante *herenhuis nummer 7 opgetrokken voor Pierre Delcambe, griffier van "Tielt-ten-Hove" en "Hulswalle". Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog is hier in 1794 het hoofdkwartier van het Oostenrijkse leger gevestigd en overnacht keizer Frans II er tijdens inspectie van zijn troepen.
Omstreeks de jaren 1790 zou het lokaal van de Sint-Sebastiaansgilde, waarvan sinds 1761 het oefenveld en de gaaipers zich op het Hulstplein bevinden, tijdelijk in de Nieuwstraat gevestigd zijn in plaats van aan de "Veemarkt", de huidige hoek van het Hulst- en Rameplein.
Volgens een herbergentelling van 1807 worden in de straat de herbergen "Saint-Sebastien" en "Schaefbanck" uitgebaat.
Reeds in 1819 richten de juffrouwen Devolder in de straat een lagere school voor meisjes op, in 1844 verhuisd naar de Lakenmarkt en omgevormd tot gemeentelijke lagere meisjesschool.
In de 19de eeuw wordt in de straat de textielhandel "N.V. Jules Vanmaele en zonen" opgericht, in 1930 overgebracht naar de Bruggestraat (zie Bruggestraat nummer 39). Tevens bevindt zich eind 19de - begin 20ste eeuw aan de noordoostzijde van de straat een handelszaak in guano, een ingevoerde natuurlijke meststof van dierlijke oorsprong. Ook op het einde van de 19de - begin van de 20ste eeuw zijn in de straat nog enkele herbergen gelegen, onder meer "'t Katje", "D'Oude Eendraght", "'t Torreke" en "De Katte". De herbergen "D'Oude Eendraght" en "'t Torreke" worden in 1904 gesloopt voor de bouw van een fraai eclectisch herenhuis met inslag van neo-Vlaamse renaissancestijl. Bouwheer is Leopold De Gryse die hier een textielgroothandel opricht en wiens zonen later een textielfabriek oprichten aan de Deken Darraslaan (zie Deken Darraslaan nummer 70). In 1914 wordt herberg "De Katte" gesloopt voor de bouw van een magazijn bij het herenhuis.
Ook elders in de straat worden nog enkele imposante eclectische burger- en herenhuizen opgetrokken, onder meer in 1909 door handelaar Emiel De Sutter aan de westzijde van de straat, een gelijkaardig ontwerp als dat van een thans nog bewaard pand in de Tramstraat (zie Tramstraat nummers 5-7).
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt het herenhuis nummer 7 opgeëist door de Duitse bezetter en herbestemd tot "kaartenkabinet" waar de leiding van het IVde Duitse leger haar strategie bepaalt; een huis verderop (nummer 15) is het perscentrum van datzelfde leger.
Door bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog worden vele huizen in de Nieuwstraat beschadigd. Na de Tweede Wereldoorlog verhuist textielfabrikant Octave De Lodder vanuit zijn herenhuis op het Rameplein (zie Rameplein nummers 22-23) zich in het herenhuis De Gryse. Erna brengt Edgard Maes er tot 1955 het "Huis Maes" onder, gesticht eind 19de eeuw door zijn vader Richard Maes (zie onder meer Europalaan, Hoogstraat nummer 34, Krommewalstraat nummer 6) die hij in 1945 opvolgt met eerdere vestiging in de Vijverstraat; later wordt zijn gekende zaak overgebracht naar een voormalige textielfabriek in de Gruuthusestraat (zie Gruuthusestraat nummers 40-44). Tot 1984 vestigt het Ministerie van Financiën er zijn belastingsdienst waarna het kunstatelier "F'Rame" er wordt ondergebracht. Het herenhuis is in 1992 gesloopt voor de bouw van appartementen (nummer 22).
Voornamelijk woonfunctie. Heterogene rijbebouwing van twee à drie bouwlagen thans voornamelijk daterend uit het interbellum en de tweede helft van de 20ste eeuw, met uitzondering van een bewaard laatclassicistisch woonhuis (zie nummer 3) en het imposante herenhuis daterend uit 1769, naar verluidt de oudst bewaarde privé-woning van de stad (zie nummer 7). Nummer 19, neoclassicistisch woonhuis, samen met het naastliggend pand aan de zuidzijde (nummer 21, later verbouwd) opgetrokken in 1912 in opdracht van geneesheer Paul Loosveldt uit Tielt, waarin thans "vzw Poverello" gehuisvest is. Enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen). Geschilderde bakstenen lijstgevel met gecementeerde plint onder witgeschilderde geprofileerde kroonlijst. Brede venstertravee op bovenverdieping gemarkeerd door buikvormige gietijzeren balkonleuning. Segmentboogopeningen waarin nieuw schrijnwerk (kunststof). Deels beglaasde deur met ijzeren hekjes en segmentbogig bovenlicht. Natuurstenen trap (twee treden).
Nummers 10A-10B, voormalig magazijn, werkplaatsen en toonzaal voor landbouw- en grasmachines, opgetrokken volgens kadaster in 1924 voor handelaar Alberic Verbeke die in 1926 de gevel van de naastliggende woning laat aanpassen naar ontwerp van de Gentse architect Charles Hoge (zie nummer 8). In de loop der tijd worden er handelszaken en de "Levende Evangelie Gemeenschap" in ondergebracht. Complex van vijf traveeën en twee bouwlagen onder platte bedaking getypeerd door bakstenen parement op natuurstenen plint met pilastervormige muurdammen, doorlopend boven de tweede en vierde travee waartussen rechte frontonbekroning met panelen (verdwenen opschrift). Grote rechthoekige uitstalramen (kunststof) met gecementeerde bovenvelden voorzien van afgeschuinde hoeken, gevat in doorlopende spaarvelden afgelijnd door dubbele tandlijst. Garage in uiterst linkse travee.
Nummer 20, woonhuis gebouwd in 1948 door de kinderen en de weduwe (Honorine Maes) van Leopold De Gryse, bouwheer van het thans verdwenen eclectisch herenhuis ernaast. Enkelhuis van twee bouwlagen onder pannen zadeldak; typerende late inslag van cottagestijl, zie lijstgevel in siersteen met brede venstertravee oplopend in puntgevel met witgeschilderd imitatievakwerk in top; hoge onderbouw met natuurstenen plint waarboven ruw bekapt metselwerk; witgeschilderde simili-vensteromlijstingen en licht uitkragende rechthoekige bovenerker waarin gekoppelde rondboogvensters en siercementering in borstwering.
Aanvullende nieuwbouw tot drie bouwlagen uit het laatste kwart van de 20ste eeuw waarvoor onder meer enkele fraaie eclectische begin 20ste-eeuwse herenhuizen gesloopt zijn, onder meer het huis De Gryse en het huis De Sutter waar thans het rusthuis "Adagio" is gebouwd.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Burgerhuis
Is deel van
Tielt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Nieuwstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/10819 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.