Straat vanaf de Zuidstraat tot aan de Roeselarestraat, eerst een licht gebogen tracé vervolgens een recht tracé. Verbindingsstraat overwegend met een stedelijk karakter.
Vormt samen met de Roeselaarseweg de steenweg richting Roeselare en Menen aangelegd in 1752-1753, het zuidelijke vervolg op de in 1751 aangelegde Oostendestraat. De oorspronkelijke benaming is "Roeselaarsche kalsijde", vanaf 1815 komt de benaming "Rijselstraat" in voege voor de hier behandelde straat. Bij deze aanleg wordt een groot deel van het "leengoed Tinnenburg" (zie infra, Rijselstraat nummer 14 of Lichterveldestraat zonder nummer), gelegen in de splitsing van de oude weg naar het zuiden (Lichterveldestraat/ Bollestraat) en de steenweg, verkaveld en bebouwd. Het tracé van de Rijselstraat is volledig nieuw, de Roeselaarseweg is grotendeels een aanpassing van een bestaand tracé. Voorheen beplanting van de "Roeselaarsche Kalsijde" met eiken.
De "Haanhoek" langs de Rijselstraat ontstaat in de periode 1760-1800. Op 3 juni 1829 houdt Koning Willem I van Oranje-Nassau halt op dit gehucht bij zijn bezoek aan de provincie. Vanaf 1881 tot de Eerste Wereldoorlog kent dit gehucht een grote bloei door de paardenmarkten van lichtmis (vanaf 1881), Pasen (vanaf 1892) en oktober (vanaf 1896).
Historisch kent de Rijselstraat een groot tolbareel aan de herberg "Düsseldorf", in 1752-1757 opgericht na de aanleg van de steenweg, en vanaf het laatste kwart van de 18de eeuw een tweede in de herberg "Breskens" (zie infra, Rijselstraat nummer 160). Tevens belangrijke logementshuizen en herbergen. De in 1979 gesloopte herberg "Düsseldorf" - op de hoek met de Ieperweg (huidige Kortemarkstraat), op de rand van "Torhout Binnen" - verwijst naar de residentie in Duitsland van keurvorst Karl Theodor von Neuberg, heer van Wijnendale aan wie de herberg en het tolbareel gepacht worden tot het einde van de 18de eeuw. Latere benamingen zijn "In den Calsijde" en "Duc de Hambourg", en vanaf de jaren 1870 "Den Hertog van Arenberg". De herberg - vanaf 1854 in handen van de brouwersfamilie Minne-Fraeys - kent een grote bloei in de periode van de paardenmarkten.
De beschermde herberg en afspanning, zogenaamd "PEERDENPOSTERIJ - AFSPANNING – BIJ JULES LAGROU-DOYEN" zie geschilderd opschrift (zie infra, Rijselstraat nummers 31-33) gaat terug op het einde van de 18de eeuw en speelde een belangrijke rol bij vervoer- en vrachtdiensten en het postverkeer (verwisselen van de paarden voor de diligences).
Tot de Tweede Wereldoorlog vormt de "Textile des Flandres" of in de volksmond de "Thouroutoise" een belangrijke industriële activiteit in de Rijselstraat. De "Fabriek van Thourout" wordt in 1911-1912 opgetrokken op initiatief van de Brugse priester Fonteyne, met financiële impuls van miljonair Georges Marquet (1866-1947) (zie gedenkplaat). Fonteyne – ook politiek actief – wou met de bouw van de weverij een einde maken aan de werkloosheid. In 1920 wordt de fabriek opgekocht door de Gentse socialistische coöperatieve NV "Société Textile des Flandres". De weverij heeft een grote invloed op de werkgelegenheid te Torhout: redelijke lonen, sociale fondsen, pensioen- en werklozenfonds. De crisis van 1929 en het faillissement van de Bank van de Arbeid in 1934 brengen het bedrijf in moeilijkheden, faillissement in 1937. De Belgische staat – de belangrijkste schuldeiser - koopt de fabrieksgebouwen op, om ze in 1946 om te vormen tot Rijksmiddelbare School (zie gedenkplaat). In de volgende decennia worden verschillende delen van de oude fabriek en ook een bunker uit de Eerste Wereldoorlog gesloopt. In 1948-1949 uitbreiding met klassen. In 1955, 1963 en 1969 aankoop van aanpalende stukken grond voor de schooluitbreiding. In 1970 wordt de technische afdeling uitgebreid. In 1979 opstart van een grote nieuwbouw en sloop van de oude fabrieksgebouwen in 1983. In 1984 in gebruikname van de gebouwen van het Koninklijk Technisch Atheneum. Op vandaag verenigt de Campus Houtland lagere en secundaire school en avondschool (zie infra, Rijselstraat nr. 110, bewaarde gedenkplaten voor Georges Marquet en voor de oprichting van de school). Het samenstel Rijselstraat nummers 53-57 getuigt ook nog van de activiteit van de Naamloze Maatschappij "Textile des Flandres".
De straat wordt grotendeels gekenmerkt door een aaneengesloten bebouwing uit de 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw. Tevens recente appartementsbouw.
Rijtjes arbeidershuizen van één of anderhalve bouwlaag, veelal met vernieuwde parementen. Met gecementeerde lijstgevels: onder meer nummers 60, 62 met geometrische gegroefde motieven, 84 (zie infra, Rijselsstraat nummer 84). Tevens eenvoudige bakstenen breedhuizen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, twee bouwlagen onder pannen zadeldaken; soms gebruik van gele of witte baksteen voor banden en/ of strekken (onder meer hoekhuizen nummers 38-40-42, nummers 53-55-57, zie infra, Rijselstraat nummers 63-65, zie infra, nummers 86-88, zie infra, nummer 99) of verzorgde invulling van de boogvelden in visgraatverband (zie infra, Rijselstraat nummer 76), of met geglazuurde tegeltjes (nummer 75, nummer 83 in 1924 gebouwd, nummers 86-88, zie infra). Nummer 3: pand uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met parement van geglazuurde tegelstrips (gewijzigde dakstructuur). Nummer 69: burgerhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, roodbakstenen parement met sierankers en beglaasd heiligennisje.
Nummer 63 is een buurtwinkeltje uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, met bewaarde verzorgde winkelpui (zie infra, Rijselstraat nummers 63-65). Nummer 73: pand uit de jaren 1930 (vernieuwd parement), achterin gelegen bakstenen fabrieksloodsen onder zaagdaken uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.
Nummers 74 en 91 (zie infra, Rijselstraat nummer 74, zie infra, Rijselstraat nummer 91): twee vrijstaande villa's van 1926, nummer 74 zogenaamd "VILLA MARGUERITE", zie naamaanduiding. Nummer 131: vrijstaand huis uit de jaren 1920-1930, L-vormige plattegrond, portaal onder luifel, bow-window waarboven balkon.
Bron: VANNESTE P. met medewerking van MOEYKENS S. & CALLENS T. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Torhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL28, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
't Leen van Tinnenburg
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Burgerhuis van 1922
Omvat
Café Breskens
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Samenstel van winkels
Omvat
Spoorwachterswoning
Omvat
Textile des Flandres
Omvat
Villa Marguerite
Omvat
Vrijstaande villa
Is deel van
Torhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Rijselstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/11063 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Torhout
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.