Landelijke gemeente gelegen op de noordoostelijke grens van het arrondissement Antwerpen. In 1976 is Loenhout 3111 hectare groot en zijn er 2930 inwoners . Ten westen vloeit de Grote Aa die de scheiding vormt met Wuustwezel; het oostelijke deel wordt doorsneden door de E19. De bebouwde kom ligt in het westen.
Loenhout en Pop(p)endonck, beide op het grondgebied der huidige gemeente en aanvankelijk twee onderscheiden heerlijkheden (respectieelijk leenroerig onder de heer van Hoogstraten en onder de hertog van Brabant) hoorden vanaf de 16de eeuw steeds aan een zelfde heer toe; de verschillende families die achtereenvolgens het bewind voerden waren vander Marck en de Ligne (16de eeuw), de Wijngarde, Perez de Baron, Vaca de Sotto Mayor en van Siegen van Sechten (17de eeuw), Herry, van der Laen en Walckiers (18de eeuw). Na de afschaffing der heerlijke rechten ging het grondgebied over in handen van Peter Frans Stevens, Pierre de Pauw, Jean Claude Bernardin en sedert 1819 van de Sociëteit van eigendom van Loenhout en Popendonck, om tenslotte in verschillende kleinere domeinen verdeeld te worden; het kasteel zelf met omliggende landerijen en bossen werd eigendom van de familie Montens.
De parochie bestond reeds in de 13de eeuw en werd vermoedelijk gesticht door de heren van Breda; het patronaatsrecht over de kerk werd in 1277 aan de Sint-Bernardsabdij van Hemiksem geschonken die er ook de tienden bijkreeg; sedert 1420 werd de pastoorsfunctie steeds waargenomen door een monnik van de abdij.
De eigenlijke ontginning werd pas ingezet onder Maria-Theresia (18de eeuw). Loenhout was van oudsher een landbouwdorp en is dit tot vandaag gebleven met weiland, voedergewassenteelt, een weinig tuinbouw en sterk ontwikkelde pluimvee- en varkensteelt; in het centrum (Tienpandstraat) bevindt zich de zuivelfabriek, zogenaamd De Stroobloem, opgericht in 1896. De oudste bebouwing treft men aan rond de Oude Dorpsstraat (vroegst gedateerde woning 1645 en enkele huizen uit de 18de eeuw) en de oude verbindingsweg Wuustwezel-Hoogstraten (parochiekerk, Sint-Quirinuskapel, pastorie, tiendenschuur). In de dorpskom staan school en gemeentehuis uit het vierde kwart van de 19de eeuw tot het eerste kwart van de 20ste eeuw; verder dorpswoningen van één bouwlaag onder pannen zadeldak, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw, met bakstenen lijstgevel op gecementeerde plint, rechthoekige of segmentboogvensters en rechthoekige deur in hardstenen omlijsting of segmentboogdeur.
Hoeven circa 1900, vergroot in het tweede en derde kwart van de 20ste eeuw aan de oude meestal dicht bebouwde uitvalswegen (Heikenweg, Popendonckweg, Meerseweg, Hoogstraatseweg met gehucht Terbeek). Voorts recente hoeven, woonstalhuis met vrijstaande, dikwijls door middel van baksteen gedateerde schuur uit het tweede en derde kwart van de 20ste eeuw en villawijken na 1975 in de dorpskom.
- DELVAUX H., Inventaris van het oud archief van de gemeente Loenhout, Brussel, 1974.
- GOETSCHALCKX P., Geschiedenis der parochie Loenhout, in Bijdragen tot de Geschiedenis, jaargang VIII, 1909, p. 431-452.
- OOSTVOGELS CHR., Geschiedenis van Loenhout, s.l., 1938.
- VAN AKEN A. J., Geschiedenis van Loenhout, s.l., 1938.
- VAN NUETEN E., Loenhout in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973.
- Informatieblad van de Gemeente Loenhout.