Sedert 1 januari 1977 deelgemeente van Hulshout. Oppervlakte: 503 hectare. Inwoners op 1/1/2000: 1.782.
Vrij kleine gemeente ten zuidwesten van de hoofdgemeente en ten zuiden van de Grote Nete, die de natuurlijke grens vormt met de hoofdgemeente en Westerlo.
Tijdens de middeleeuwen was Westmeerbeek gelegen in de meierij Geel in het markgraafschap Antwerpen. In de periode 995-1007 gaf Ansfried, graaf van Hoei en Teisterband en bisschop van Utrecht, Westerlo en de daarbij horende bezittingen met onder meer Westmeerbeek, aan het Sint-Maartenskapittel van Utrecht. Circa 1300 bestond de heerlijkheid Westmeerbeek uit Westmeerbeek, Houtvenne, Hoog Heultje (zie Westerlo-Heultje) en een deel van het huidige Hulshout. De eerste vermelding van een schepenbank dateert van 1469. Omstreeks 1600 was de heerlijkheid Westmeerbeek verdeeld in twee delen, eigendom van twee verschillende families; de ene helft met de parochie was eigendom van de familie Van Halmale, de andere helft was in handen van de familie de Cotereau; vanaf 1712 werd Lodewijk Cornelis Van Cauwegom eigenaar van de hele heerlijkheid. Latere eigenaars waren nog de families Ooms en Beeckmans. Op de Ferrariskaart (1771-1777) is de bewoning geconcentreerd rondom de kerk; opvallend is ook de aanwezigheid van de omgrachte "Steenkenshoeve", die in grondig aangepaste vorm tot op heden bewaard bleef, Broekdreef nummer 2. Hetzelfde beeld vinden we op de Vandermaelenkaart (circa 1854). Het is pas in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw en de 20Ste eeuw dat de bebouwing toeneemt langs de bestaande wegen.
Heden landelijk woondorp met als hoofdassen Stationsstraat-Heide (oost naar west) en Netestraat-Ramselsesteenweg (noord naar zuid), op het kruispunt van deze wegen ligt de dorpskern met centrumfunctie; voorts wordt de gemeente gekenmerkt door een vlak landschap en mooie beemden langs de Nete, die de gemeente ten noorden begrenst; in het noordwesten, doch grotendeels op grondgebied Houtvenne, bevindt zich de Vallei van de Steenkensbeek, een gebied van circa 104 hectare, dat een homogeen landschap vertoont met open graslanden en akkers, afgewisseld met struwelen, bossen en boomgaarden. In het westelijk deel en rondom het centrum liggen diverse nieuwe woonwijken, onder meer de nog in aanbouw zijnde wijk Hooivelden, ter plaatse van een middeleeuws kasteel, dat reeds verdween in de loop van de 16de eeuw. Beperkte industriële activiteit met beeldbepalende inplanting van de conservenfabriek La Corbeille met eigen watertoren, Stationsstraat nummer 92, in het noordwesten van de gemeente en gelegen aan de voormalige spoorlijn Aarschot-Herentals. Deze werd aangelegd in 1860-1861 en in 1989 omgevormd tot fietsroute zogenaamde "Kempen-Hagelandroute". Het water- en bosrijke oostelijk deel van de gemeente is doorspekt met afzonderlijk ingeplante weekendhuisjes gewoonlijk voorzien van een eigen vijvertje; tevens in het oosten, ten zuiden van de weg Heist-op-den-Berg/Westerlo bevindt zich het beschermde landschap "Het Goor", 7 hectare; het maakt deel uit van een brede, vlakke en zeer vochtige alluviale vlakte met grachtensysteem ten zuiden van de Grote Nete; vermoedelijk gaat het om een rest van de voormalige bedding van deze rivier.
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Monumenten en Landschappen, Beschermingsdossier A/1253 (Vallei van de Steenkensbeek) en A/0087 (Het Goor).
- GOOVAERTS M., Het kasteel Ter Borght te Westmeerbeek (deel 1 tot 15), in Mededelingenblad Heemkring Kanton Westerlo, XX, 1993, nummer 4, en volgende.