De spoorwegbedding gelegen tussen Aarschot en Herentals is een relict van de spoorlijn 29, die de steden Leuven, Aarschot, Herentals, Turnhout met Baarle-Hertog en Tilburg verbond. Spoorlijn 29 bestond uit de trajecten Leuven-Herentals, Herentals-Turnhout en Turnhout-Tilburg.
Nadat op 5 mei 1835 de eerste spoorlijn tussen Brussel en Mechelen ingehuldigd werd, waren alle spoorlijn in handen van de staat. Tussen 1850 en 1860 veranderde dit echter. De belangrijke sporen bleven staatseigendom, maar kortere secundaire sporen konden nu door private concessiemaatschappijen uitgebaat worden. In 1861 werd een maatschappij onder de benaming van Société Anonyme des Chemins de Fer du Nord de la Belgique opgericht. De maatschappij werd in het leven geroepen om in het noorden van België spoorwegen aan te leggen en een verbinding met Nederland mogelijk te maken. Het traject Leuven-Herentals – waarvan de spoorwegbedding tussen Aarschot en Herentals een restant is – was een onderdeel van die verbinding en opende op 28 februari 1863. De eigenlijke uitbating van het traject gebeurde door de maatschappij Est Belge, die in 1864 met andere exploitanten tot de grote maatschappij Grand Central Belge fusioneerde. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag voldoende ruimte voor een dubbelspoor, maar een tweede werd nooit gerealiseerd. Tussen Leuven en Herentals waren er stations in Rotselaar, Aarschot, Ramsel, Westmeerbeek en Noorderwijk-Morkhoven en werd de lijn voor zowel personen- als goederenvervoer gebruikt. Na de Tweede Wereldoorlog zorgde de toename van personen- en vrachtwagens voor sterke concurrentie. De jaren ’50 werden dan ook gekenmerkt door een consolidatiegolf. Verschillende secundaire spoorlijnen, waaronder het gedeelte Aarschot-Herentals, werden gesloten. Het stuk tussen Leuven en Aarschot van het tracé is vandaag nog in gebruik. In 1957 stopte het personenvervoer, maar het goederenvervoer – dat vooral voor de militaire basis in Noorderwijk bestemd was – werd tot 1986 verdergezet. Sinds 1989 doet de bedding dienst als fietsweg F106 Aarschot-Herentals.
De spoorwegbedding is in het landschap als een lijnrelict bewaard. Daarnaast verwijst ook nog andere infrastructuur naar het verleden als spoorlijn. Een voorbeeld is de spoorwegbrug in de Bergstraat in Ramsel. De extra brede brug verwijst naar de niet verwezenlijkte plannen om de lijn van een tweede spoor te voorzien. In het kader van het project “Duurzame Kempen-Hagelandroute” werden verschillende kunstwerken langs de zijden van het traject geplaatst. Een voorbeeld daarvan is de uil die op de zijde Herselt-Aarschot van de spoorwegbrug aangebracht werd. Een ander voorbeeld van een spoorwegrelict is de spoorwegbrug over de Grote Nete, grenzend aan het gebied De Grote Nete en Herenbossen. Ter hoogte van het industriepark Hulshout-Heultje zijn de restanten van enkele zijsporen en een weegbrug met bijbehorend gebouw zichtbaar. Dit aftakkingspunt diende om de spoorlijn met bedrijven zoals Agfa Gevaert op het nabijgelegen industrieterrein te verbinden. Ten noorden van het verdwenen station Noorderwijk-Morkhoven zijn de uitwijksporen naast het fietspad nog zichtbaar en loopt het tracé langs het kasteel van Noorderwijk. Verder verwijzen enkele seinpalen nog naar het verleden van de spoorweg.
Door de lijnvormige structuur in het landschap dient het tracé ook als groene corridor. Een samenwerking tussen vzw Kempens Landschap, Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete en het Provinciaal Centrum Duurzaam Bouwen en Wonen zorgde onder andere voor de aanplanting van houtkanten langs de zijden van de oude spoorwegbedding.
- BRUSSELAERS F. 1988: 125 spoorwegen te Aarschot 1863-1988, Aarschot, 20-26.
- Fietssporen 2015: Fietsen langs lijn 29 Aarschot-Tilburg [online] Lijn 29 - Fietssporen (google.com) (geraadpleegd op 17 juli 2021).
- Toerisme Herselt. 2017: Fietsen door geschiedenis, Herselt, 20.
- VAN DOOREN S. 2001: Sporen in België 175 jaar spoorwegen 75 jaar NMBS, Leuven, 97-107, 211-218.