Zuidoostelijk gehucht van Geel, ten oosten van Stelen en Sint-Amands, ten noorden van Oosterlo en grenzend aan Meerhout en Laakdal (Eindhout). Circa 1880 nog doods, bar en onvruchtbaar heidegebied met lemen hutten en een schaarse, arme bevolking, zogenaamd "dorp van de heikneuters". Oud gehucht Winkelom ontstaan op de rechteroever van de Grote Nete, ter hoogte van de samenvloeiing met de Molse Nete. Na de aanleg van de rijksweg Geel-Diest ontstaan van een nieuwe woonkern, tot midden 20ste eeuw een relatief klein en schaars bewoond landbouwgehucht met lintbebouwing langs de steenweg en sporadische hoevetjes verspreid over het gebied. Parochie van het Heilig Hart opgericht in 1901.
Huidig gehucht tussen de Grote Nete en het Albertkanaal met geometrisch stratenpatroon wijzend op de planmatige aanleg en het recente karakter. Min of meer centraal gelegen dorpskern met de kerk en een scholencomplex en voorts vrij banale en heterogene 20ste-eeuwse bebouwing; ten westen en ten oosten van de kern woonuitbreidingsgebieden uit het vierde kwart van de 20ste eeuw. Langs de Nete talrijke recreatiezones met visvijvers en een deel van het natuurgebied "Malesbroek", een plassenlandschap met een rijke fauna en flora in de vallei van de Grote Nete. Op de Hezemeerheide, aan het Albertkanaal, industrievestigingen.
NEVELSTEEN A., Geel en zijn gehuchten, Tongerlo, Tongerlo, sine dato, p. 138.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Mol, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n5, Brussel - Turnhout. Auteurs: Steyaert, Rita Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)