Vrij kleine, landelijke woongemeente met golvend landschap en lager gelegen centrum, sinds de jaren 1960 in het uiterste zuiden uitgerust met een bedrijfspark dat doorloopt op grondgebied Zellik. Vanaf 1 januari 1977 deelgemeente van Asse en gelegen ten oosten ervan. De totale oppervlakte bedraagt 367 ha.
De oudste vermelding van "Cobbengem" in archivalia dateert slechts van 1129, hoewel de oorsprong minstens opklimt tot de Frankische periode; J. Lindemans opteert in deze context voor de vierde eeuw terwijl M. Gysseling het -gemtoponiem pas situeert op het einde van de zesde eeuw of de zevende-achtste eeuw. Aanvankelijk vormde Kobbegem een agrarisch domein waarvan de opbrengst in handen kwam van de Sint-Baafsabdij van Gent. Tot dit domein, waarvan de kern zich situeerde in het gebied ten zuiden van de Molenbeek in de omgeving van het huidige Torenhof, Torenhof 7, behoorde ook een kerk, ontstaan als eigenkerk en qua oorsprong vermoedelijk opklimmend tot het einde van de achtste of het begin van de negende eeuw. Een opgravingscampagne in juli 2003 op een perceel tegenover het Torenhof bracht trouwens sporen aan het licht die verwijzen naar deze oude Sint-Gorikskerk. Volgens J. Verbesselt verloor de abdij het grootste deel van dit domein al vóór 974, hoewel de toenmalige Sint-Gorikskerk rechtstreeks in haar bezit bleef; vanaf 1129 behield de abdij enkel het patronaatsrecht. Achtereenvolgens kwam het gebied toen in handen van de hertogen van Lotharingen, de hertogen van Brabant en vanaf de twaalfde eeuw van de familie de Bigardis; Kobbegem werd een leen van de heren van Bijgaarden met een eigen leen- en cijnshof. De eerste vermelding van een "de Kobbengem" dateert van circa 1185; omstreeks 1300 droeg Elisabeth van Kobbegem de heerlijkheid die zij in leen hield van Jan de Bigardis, over op haar echtgenoot Walter de Wineghem; achtereenvolgens kwam Kobbegem toen in handen van Egidius van Quaderebbe (ook de schrijfwijze Quaetrebbe komt voor), Willem en Jacobus van Boleroe en Walter van Eechout. In het begin van de vijftiende eeuw was het bezit van Willem van Assche, heer van Asse en de vermoedelijke bouwheer van het huidige Torenhof. In de zeventiende en de achttiende eeuw was de grondheerlijkheid eigendom van de familie de Cotereau en hun opvolgers de Taye en Van der Noot. De jurisdictie was in handen van de markiezen van Groot-Bijgaarden.
Circa 1100 verkreeg ook de abdij van Affligem vaste voet in Kobbegem, meer bepaald in het onbebouwde en onontgonnen gedeelte ten noorden van de Molenbeek die de gemeente nagenoeg halveert; hierdoor ontstond een nieuwe woonkern in de omgeving van de huidige Sint-Goriks- en Magdalenakerk; in de vijftiende eeuw bestond hier al een kapel toegewijd aan Maria-Magdalena; de ontwikkeling van deze kern kwam weldra in een stroomversnelling. Vermoedelijk hebben oorlogsomstandigheden en de veiliger ligging over de Molenbeek hierbij een rol gespeeld zodat er in de loop van de zestiende eeuw geleidelijk een dorpsverschuiving plaats vond van de oude naar de nieuwe kerk, die ook de patroonheilige overnam; de Sint-Baafsabdij behield het begevingsrecht tot het einde van het ancien regime. De oude, vermoedelijk Romaanse Sint-Gorikskerk bleef na de godsdiensttroebelen in puin liggen. Alleen het toponiem "Sint-Geurikskerckhof" en het recent vernieuwde kapelletje, herinneren aan de verdwenen parochie.
Tijdens de laatste decennia kreeg deze min of meer geïsoleerde gemeente, overwegend gekenmerkt door een landelijke dorpsarchitectuur, meer en meer te maken met toenemende verkavelingsdruk ten gevolge van de onmiddellijke nabijheid van Brussel. Zelfs de grosso modo centraal gelegen, kleine dorpskern die gekarakteriseerd wordt door de gotische Sint-Goriks- en -Magdalenakerk (Lierput 7) in schril contrast met het nabijgelegen industriële complex van brouwerij Mort Subite (Lierput 1), wordt momenteel hierdoor bedreigd. Desondanks bleef de zone rondom de kern tot op heden vrij landelijk met verspreide hoeven, dit met uitzondering van het meest zuidelijke gedeelte dat deel uitmaakt van de bedrijvenzone Broekooi aan de Brusselsesteenweg.
Bron: KENNES H. met medewerking van VAN DAMME M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Asse, Deelgemeenten Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem, Relegem en Zellik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB6, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Boerenhuis
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Hoevecomplex Torenhof
Omvat
Lierput
Omvat
Mariakapel
Omvat
Schuurtje
Is deel van
Asse
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kobbegem [online], https://id.erfgoed.net/themas/14617 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.