Weg die van de Stationsstraat naar de Brugsesteenweg leidt en ter hoogte van de "Kruiskalsijde" aansluit op de Lichterveldestraat. Volgens literatuur in 1934 aangelegd, met de bedoeling twee overwegen, langs de Posterijlaan en de Brugsesteenweg uit te schakelen. Het kadaster registreert de aanleg van de weg in twee fasen, respectievelijk in 1934 en in 1939. De weg is genoemd naar Eugeen Camiel Jean Joos de ter Beerst die van 1884 tot aan zijn overlijden in 1930 burgemeester van Pittem was. Bouwde langs de Boterstraat een zomerresidentie, thans in gebruik als psychiatrische instelling (zie Boterstraat nummer 6).
Deels door linden afgezoomde straat, voornamelijk getypeerd door interbellumwoningen, gebouwd kort na de aanleg van de Joost de ter Beerstlaan. Het begin van de straat kent een cluster aaneengesloten bebouwing, verder uitlopend in enkele koppelwoningen en alleenstaande villa's. Rijwoningen van twee bouwlagen onder zadeldak in mechanische pannen. Nummers 11-13, in spiegelbeeld opgetrokken enkelhuizen naar een plan uit 1934. Volume van twee maal twee traveeën met rechte muuropeningen, onder om de bovenhoeken lopende witbeschilderde lateien. Nieuw schrijnwerk. Getrapte tandfries, bij nummer 13 onder een houten geprofileerde kroonlijst. Nummer 5, woning van drie traveeën, met rechte muuropeningen onder betonlatei en verbonden door een dito band. Verbouwde pui. Bestaande architectuur tijdens het derde kwart van de 20ste eeuw aangevuld met alleenstaande woningen in tuin aan noord- en zuidzijde van de straat. Nummer 25, villa uit 1953, gebouwd in opdracht van Georges Desmet-Van Coillie, eigenaar van de "Mekanieke Weverij" (zie nummer 31), opgetrokken naar ontwerp van A. Soenens uit Knokke, zie signeringsplaat in het tuinmuurtje. Alleenstaande woning op licht opgehoogd terrein. Roodbakstenen woning van één bouwlaag onder hoog zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, met dakvenster onder platte bedaking. Vooruitspringende linkertravee voorzien van puntgevel. Accenten in witte bepleistering.
Tevens enkele via zijstraten of erfopritten bereikbare (grotendeels) vernieuwde eenlaagswoningen en hoevetjes, op oudere sites, reeds weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1846), zie nummers 58bis, 67 (historische hoeve "Ten Nieuwenhuize") -71, 76, 77 en 79.
Oostelijk straatdeel aangevuld met alleenstaande eengezinswoningen met tuin uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Nummer 70 vermoedelijk daterend uit de jaren 1970, gelegen in een beboomde en omhaagde tuin. Woning met praktijkruimte, in geelbruine baksteenbouw onder platte bedaking met grotendeels blinde voorgevel, opengewerkt aan tuinzijde. Tevens recentere invularchitectuur en enkele door nieuwbouw vervangen interbellumwoningen. Brugje met bakstenen borstwering (ezelsrug) over de Blekerijbeek.
- Gemeentearchief Pittem, Bouwaanvragen, 1934.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Pittem, 1934/14, 1939/9, 1953/30.
- HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 144.