Tussen Kauwekijnstraat/Korte Torhoutstraat en de voormalige noordoostelijke stadspoort of Torhoutpoort ter hoogte van het huidige kruispunt met Hoge Wieltjesgracht - Kalfvaart - Basculestraat (zie Korte Torhoutstraat). Bebouwing van oostelijke straatzijde achteraan begrensd door de hoger gelegen vest ten noorden uitlopend op de Basculestraat.
Wederopbouw grosso modo met behoud van vooroorlogs straattracé, pandenindeling en functies. Behalve zuidelijke bocht, voorts nagenoeg rechte straat. Lokalisatie van vroegere beluiken nog aangegeven door doorgangen, respectievelijk: het "Drielingenstraatje", zie de huidige poort links van nummer 27, thans dienstingang van het Onze-Lieve-Vrouwgasthuis; "De Hutsepot" zie poort onder trapgeveltje met rondboognis waarin beeld Sint-Christoffel, links van nummer 40. Dominerende woonfunctie; voornamelijk middelgrote burgerwoningen. Ook twee herbergen en winkels. Naoorlogse vestigingsplaats van het Onze-Lieve-Vrouwgasthuis (zie nummer 29) ter hoogte van het vroegere krankzinnigengesticht vanaf 1845-1846 in neogotische stijl naar ontwerp van architect J. Lernould (Ieper) opgericht aan de westelijke straatzijde op de hoek bij de Hoge Wieltjesgracht; tezamen met het ertegenover gelegen stedelijk zwembad van 1884-1885 gelegen in het verlengde van de oostelijke vestinggracht, een voorbeeld van toenmalige nieuwe functies en bouwtypen die na het slopen van de noordelijke vestingmuur de stadsrand een nieuw uitzicht bezorgden (zie stadsinleiding). Aansluitend bij de in 19de eeuw ontstane "zwemtraditie", heraanleg van het openluchtzwembad op dezelfde plaats naar ontwerp van architect A. Leclercq (Ieper) van 1925.
Historiserende wederopbouwarchitectuur voornamelijk daterend uit de jaren 1920, met eclectische vormentaal gedomineerd door stijlelementen ontleend aan gotiek en lokale renaissancestijl zie onder meer verankerde trapgevels (nummers 4-6, 11, 12-14, 24) en/of getrapte dakvensters (onder meer nummers 1, 3, 5), en "traditionele" bouwonderdelen als stenen kruiskozijnen (nummers 4-6, 11) of houten kozijnconstructies (nummers 20, 24) en korf- of rondbogige vensternissen belijnd door druiplijsten. Verschillende eenheidsbebouwingen. Neoclassicistische inslag onder meer bij nummers 19, 21; het meest uitgesproken bij de lange, beeldbepalende straatvleugel van het Onze-Lieve-Vrouwgasthuis echter met meer neobarok getinte kapel (zie nummer 29). Neorococo vertegenwoordigd door nummer 20. Nummer 2 gekenmerkt door een enigszins aparte interpretatie van traditionele vormen. Nummer 26 met schuchtere modernistische inslag, mogelijk daterend uit de jaren 1920-1930. Nummer 23 thans verbouwd tot appartementsgebouw. Basisconcept: breedhuizen van twee à drie bouwlagen onder zadeldak, soms geknikt en in combinatie met een topgevel. Enkele diephuizen (nummers 7, 11). Bouwmaterialen: baksteen; plint of sokkel vaak van arduin of Atrechtse zandsteen. Gebruik van simili- en/of Euvillesteen onder meer voor vensterkruisen en parement.
Doorgaans bewaarde bouwaanvragen (voornamelijk Stedelijk Archief Ieper, 874.1, 41-42).