Oorspronkelijk van Hoogstraat naar Meebrug, naar aanleiding van de aanleg van de tweede omwalling doorgetrokken tot Predikherenstraat. Naamgeving naar het pakhuis of hal van de wede of de meekrap - soort van kleurmiddel - te situeren aan de Steenhouwersdijk. Straat onderbroken ter hoogte van Groenerei door de zogenaamd Meebrug, oospronkelijke naam "Goderix Brughe" verwijst naar voormalige straatbewoner Wouter of Jacob Goederix. Huidige benaming van circa 1440; ook zogenaamd "Calis Brughe" naar de huisnaam van Hoogstraat nummer 10 en zogenaamd "Weebrughe" of "Weedebrughe" als verbastering van Meebrug. Onder Franse invloed komt de naam "Pont de l'Hydromel" voor. Aanvankelijk van houtbouw, in 1390 vervangen door Jan van Oudenaerde door een boogbrug op volle straatbreedte, opgetrokken van witte Brabantse steen met gebruik van Doornikse steen voor gewelf en steekboog, voorts gebruik van baksteen voor bovendeel.
Gekasseide straat met recht tracé. Vanouds woonfunctie, nu met garages ondergebracht in oudere panden bijvoorbeeld rechts van nummer 3, hoekpand/ Hertsbergestraat uit de 16de tot 17de eeuw met verankerde bakstenen tuitgevel per baksteenlaag getrapt.
Marcus Gerards (1562) tekent tuinmuren van het complex zogenaamd "Huis de Zeven Torren" met afhankelijkheden aan de Reie. Westzijde is nu nog steeds hierdoor bepaald. Oostzijde bepaald door enerzijds sterk gerestaureerde bakstenen trapgevels, nummers 5-9, anderzijds 19de-eeuwse panden, nummers 1-3 al dan niet als aanpassing van oude kern, eerst genoemde van 1865. Verder verloop van de straat over de Reie bepaald door hoekpanden bij respectievelijk Groenerei en Steenhouwersdijk, en ertussen veelal 19de-eeuws of nieuwbouw.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 17/1865.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 222-223.
- GEVAERT H., Bruggen in de Brugse binnenstad, Brugge, Gidsenbond, 1999, p. 19.