Centrum van Kalfort, een gehucht ten oosten van Puurs, dat ontstond als een straatdorp aan een "voorde" of doorwaadbare plaats van de Molenbeek, ten zuidoosten van de monding in de Vliet aan de Grote Amer.
De oudste vermelding van Kalfort klimt op tot 1150. Het dorp ontstond op de hoger gelegen gronden aan de oostzijde van de Molenbeek en aan de splitsing van de weg in twee takken: enerzijds via Coolhem naar Ruisbroek en de Rupeloversteek te Hellegat, anderzijds naar Mechelen. Kalfort is volgens J. Verbesselt één van de oudste wijken van Puurs, met als kern - vlak bij de voorde - het voormalige Gasthuis (Vrededaal), een spoor van het Cornelimunsterdomein, ontstaan als een "hospitium" vermeld in 1283 en later uitgegroeid tot een "conventus" vermeld in 1309-1310. De kloostergemeenschap verdween begin 17de eeuw na de godsdiensttroebelen; de bezittingen werden overgemaakt aan het Seminarie te Mechelen dat ook instond voor de bediening van de kapel. In 1857 werd Kalfort een zelfstandige parochie. Aangezien de grenzen van Kalfort en andere gehuchten niet precies omschreven zijn, worden de straten van de hoofdgemeente Puurs alfabetisch behandeld.
De kaart van C.J. Everaert van 1788 en P.C. Popp van circa 1860 tonen de vrij intense bebouwing langs de "'s Herenstraete", waarbij de inplanting van zes afspanningen met traditionele 15de- en 16de-eeuwse namen wijst op een druk verkeer langs de baan.
Kalfortdorp is heden een gebogen straat met inplanting van de kerk en het voormalige klooster Vrededaal aan de noordzijde. Voorts doorsnee-lintbebouwing met rijhuizen uit de 20ste eeuw, enkele met oudere kern: nummers 16, 17 en 50, nummers 11-15 gesloopt in 1995. Nummers 20-24 mogelijk in kern opklimmend tot de 18de eeuw.