Verbindingsstraat tussen Brugge en Jabbeke, beginnend bij Torhoutse Steenweg met licht gebogen straattracé. Straatnaam verwijst naar de familie Van Doorne, die hier zou gewoond hebben. Opgenomen als ankerplaats in de landschapsatlas met onder meer het kasteel Forreist zie Doornstraat nummer 213.
Oorspronkelijk een schaars bebouwde straat met overwegend landelijk karakter. Hiervan getuigen nog enkele hoeves en boerenarbeiderswoningen. Vanaf de jaren 1930 krijgt de straat meer een woonfunctie en met het bouwen van het Olympiabad in 1976 een bijkomende recreatieve functie. Ook aanwezigheid van onderwijsfunctie in het begin en het einde van de straat, zie Medisch Pedagogisch Instituut gevestigd op een bebost domein van 112 hectare.
De straat kan qua bebouwing opgedeeld worden in verschillende stukken. Het eerste stuk tot aan het rondpunt waar de Robrecht Van Vlaanderenlaan, de Diksmuidse Heerweg en de Jonkheer Coppietersdreef samen komen, wordt sinds 1957 aan de onpare kant bijna volledig ingenomen door het Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartinstituut (Doornstraat nummer 3). De pare kant wordt bepaald door lage boerenarbeiderswoningen (zie nummers 2-4) en kleine alleenstaande woningen uit de jaren 1950-1970. Het straatgedeelte tussen het rond punt en de Koning Leopold III-laan wordt aan de zuidzijde gedomineerd door de aanwezigheid van een bos. Langs het bos staan enkele dieper gelegen villa's. Aan de noordzijde enkele woningen onder meer uit de jaren 1930. Het straatgedeelte tussen de Koning Leopold III-laan en de Lange Molenstraat wordt aan de noordzijde ingenomen door villa's en aan de zuidzijde sinds 1976 ingenomen door het Olympiazwembad en het bijhorende stadion. Voorbij de wijk de Hermitage uit de jaren 1980 en de wijk Miljoenenkwartier uit de jaren 1970-1980, wordt de straat bepaald door een bosrijk karakter. Dit karakter is gedeeltelijk behouden voorbij de nieuwe verkaveling met villabouw vanaf de jaren 1960. Enkele villa's zijn van de hand van architect Arthur Degeyter (Brugge). Tot op heden worden bomen gerooid om nieuwe kavels aan te leggen.
Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC, GIS Vlaanderen.
DHONDT R.C.F., Het Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartinstituut, in Kroniek van Sint-Andries, nr. 98, 1998, p. 33-45.
SCHOUTEET A., De straatnamen van Brugge. Oorsprong en betekenis, 1977, p. 48.
VAN OUTRYVE D' YDEWALLE S., Beschrijving der gemeente St. Andries, 1930, p. 12, 108.
VAN OUTRYVE D' YDEWALLE S., Geschiedenis van de parochie Sint-Andries, p. 230, 288-289, 290, 293.
Bron: GILTÉ S. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van VANWALLEGHEM A. & DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Sint-Andries, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL19, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Gilté, Stefanie; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)