Beschrijving
Het na de Eerste Wereldoorlog heropgebouwde postgebouw te Diksmuide, is beschermd als monument.
Waarden
Het voormalig Spaans huis, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
Na de totale vernietiging lokt de wederopbouw hevige technische en architectuurfilosofische discussies uit, dit reeds in 1916 met het in Parijs goedgekeurde lijnrichtingsplan van de Brusselse architect Charles Patris. Niettegenstaande de omvang van de vernietiging en de suggestie om naast de puinen een nieuwe stad te bouwen, wordt in 1919 beslist tot de in situ wederopbouw, onder leiding van de regionalistische architect Jozef Viérin. De wederopbouw neemt bijna volledig de vooroorlogse perceelsstructuur over: in tegenstelling tot de aanvankelijke plannen om de vaart recht te trekken voor de creatie van een nijverheidszone ten noorden van de stad, blijft het gegeven van een kronkelende waterloop die aan de stadsrand aftakt, bewaard. De eerste bouwactiviteit in het gebied in 1921-1922 betreft de private woonhuizen. Het grootschaliger project van het Spaans huis met de functie van postgebouw is pas in 1928 afgewerkt.
De gerealiseerde wederopbouw vloeit voort uit de keuze om het middeleeuwse Diksmuide te herstellen. Het Spaans huis vormt een goed voorbeeld van de optie voor historisch gereconstrueerde panden, naar model van wat in 1914 nog bewaard was. Dit monumentale huis is niet toevallig gelegen op de zichtas van de structurerende Handzamevaart vanaf de Appelmarktbrug rijst dit huis met trapgevels op boven het water en de Beerstbrug. Het wordt door architecten Antoine Dugardyn en Luc Viérin, in blote gele baksteen en stijlzuiver in Vlaamse renaissance, herbouwd: de symmetrie en ritmering worden versterkt door de toevoeging van getrapte dakvensters en stenen kruiskozijnen, en door de spiegeling van een tweede trapgevel met aediculanis rondom de gereconstrueerde traptoren. Deze statige elementen benadrukken de nieuwe officiële functie als postgebouw.
historische waarde, sociaal-culturele waarde
Diksmuide - reeds in de herfst van 1914 bijzonder hard beproefd tijdens de IJzerslag - is één van de drie frontsteden waarin bijna geen enkel gebouw de oorlog overleefde. Hierdoor vormt de stad een belangrijke materiële getuige van de Eerste Wereldoorlog, die de frontstreek jarenlang in zijn greep hield ten koste van honderdduizenden levens.
De in situ wederopbouw van de stad was na de enorme verwoestingen niet vanzelfsprekend, gezien de aanvankelijke scepsis hierover. Hetzelfde geldt voor het hernemen van de oude Handzamevaart met daaraan gelegen het Spaans huis of postgebouw. In het lijnrichtingsplan van 1916 is immers het voorstel opgenomen om de vaart recht te trekken.
De historiserende wederopbouw wou de getraumatiseerde bevolking haar trots teruggeven. Het pittoresk herbouwde stadscentrum waarvan het Spaans huis een voorbeeld vormt - in het interbellum een altijddurende tentoonstelling van oude Vlaamse bouwkunde genoemd - staat dan ook in schril contrast met archiefbeelden van totale verwoesting.
Door een aantal historische reconstructies is achter de architectuurlaag van de wederopbouw (jaren 1920), ook de laag van de historische stadsevolutie bewaard. Zo wordt door de herbouw van het Spaans huis het ancien regime in herinnering gebracht: het Huis der Spaanse Kapiteins ging immers terug op een 16de-eeuwse patriciërswoning die fungeerde als residentie van de Spaanse gouverneur. De openbare functie als postgebouw voor het Spaans huis vormt echter een nieuw gegeven.