Begin 20ste eeuw bevond zich aan de Grote Markt 29 een neoclassicistische woning met winkelpui, die vernield werd tijdens de Eerste Wereldoorlog. De eigenaar F. Crets liet reeds tijdens de oorlog verschillende gevelontwerpen maken en 7 april 1916 kreeg hij toelating om de woning te herbouwen naar plannen van architect J. Flerackers (gedateerd 22 februari 1916 en 27 februari goedgekeurd door de lokale bouwraad). Volgens een bijhorende nota van de architect was de voorgevel volledig in hardsteen opgevat (eerste bouwlaag in geciseleerde blauwe hardsteen van Escozijn of Zoniën, de rest in Roche, Euville of gelijkaardig). In realiteit zal de voorgevel deels in baksteen uitgevoerd worden. De ornamenten waren volgens diezelfde nota van de hand van Jan Gerrits (beeldhouwer-ornamentist uit Antwerpen), het schrijnwerk werd uitgevoerd in eik (natuur), het dak met schaliën en de ijzeren balkonleuningen door een kunstsmid. De woning werd – volgens een datumsteen in de gevel – pas in 1921 voltooid. In 1934 werden de twee ramen op de begane grond verlaagd naar plannen van architect Eugeen Van Ouytsel.
Interbellum neorococo diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (kunstleien) met een halsgevel. Het parement bestaat uit baksteen met knipvoegen en gebruik van blauwe hardsteen voor de pui-omlijsting en witsteen voor de omlijstingen, lijsten en aflijning van de bovenverdiepingen. De symmetrische gevel is opengewerkt met segmentboogvormige vensters in een geprofileerde omlijsting, op de begane grond verlaagd en met een schelpvormige sluitsteen. De middentravee wordt gekenmerkt door deurvensters (met een schelpvormige sluitsteen in de geveltop, onder een oculus) en door balkons met een smeedijzeren balustrade op de eerste en tweede verdieping. De deur is eveneens schouderboogvormig en heeft een bovenlicht in een geprofileerde omlijsting, een uitgewerkte tussendorpel en een rundskop als sluitsteen (verwijzend naar de vroegere functie als slagerij). De middentravee wordt verder benadrukt door een omlopende, geprofileerde lijst en een datumsteen (“Jaar 1921”) boven het venster op de tweede verdieping. De top wordt afgelijnd door voluten op consoles met rocailles en bekroond door een gebogen waterlijst met gestrekte uiteinden en een schelpsluitsteen. De vensters hebben geschilderd houten schrijnwerk (kruisramen op de bovenverdiepingen) met een kleine roedeverdeling in de bovenlichten.
- Stadsarchief Lier Bouwingen, doos 541, dossier zonder nummer en doos 599, dossier zonder nummer.
- LENS A. & MORTELMANS J. 1980: Gids voor oud Lier, Antwerpen, 41.