De woningen "Clynen Palmboom" en "Den Palmboom" zouden dateren uit 1717. In 1744 waren ze in eigendom van notaris J. Fr. Berckmans en op 23 maart 1750 werden ze aangekocht door de Bakkersgilde, vandaar ook de benaming "Bakkershuis". In juli 1798 werden de woningen door de Fransen publiek verkocht. Vóór de Eerste Wereldoorlog waren ze respectievelijk ingericht als herberg "Café Central" en "Belle Vue". Een aanvraag uit 1926 om de bestaande voordeur van Belle Vue te veranderen door een dubbele (naar ontwerp van Lodewijk Van Boeckel) werd niet toegelaten na negatief advies van het Provinciaal Comité voor Monumenten en Landschappen. Vier jaar later werd een verbouwingsaanvraag van Het Vlaamsch Huis voor nummer 41-42 (naar plannen van de Mechelse architect J. Lauwers) wel goedgekeurd door het Provinciaal Comité voor Monumenten en Landschappen en toegelaten. Deze werken omvatten de toevoeging van het opschrift "Vlaamsch Huis" boven de kroonlijst, een kelderraam, de vervanging van de kleine roedeverdeling onderaan de vensters van de begane grond door grote ramen, en nieuwe deuren. 25 maart 1939 kreeg Ch. Willems toelating om dit huis om te bouwen tot twee woningen. 19 augustus 1980 werd het pand beschermd als monument bij Koninklijk Besluit.
Vroeg 18de-eeuws rococo breedhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak (kunstleien) en centraal een snijdend zadeldak dwars op de straat met een topgevel. De blauwhardstenen lijstgevel is afgelijnd door een houten kroonlijst en een drie traveeën brede dakkapel met een centrale top onder een driehoekig fronton op voluten. Verder wordt de gevel verlevendigd door begrenzende hoeklisenen met een verdiepte schacht en door spiegelversiering met holle hoeken op de borstweringen en de fries. De vensters zijn segmentboogvormig in een sober geprofileerde omlijsting. De deuren (in de tweede en zesde travee) worden gekenmerkt door een spiegelboogomlijsting met een schelpsluitsteen onder een druiplijst, een geprofileerd beloop op neuten, bovenlichten met smeedijzerwerk en tussendorpels met rocailleversiering. De geveltop is gemarkeerd door een decoratief liervormig venster en wordt aan weerszijden geflankeerd door een oeil-de-boeuf. Het schrijnwerk bestaat uit geschilderde houten kruisramen met een kleine roedeverdeling.
- LEONARD E., Persoonlijk archief.
- Stadsarchief Lier Bouwingen, doos 573 dossier 1926/229; doos 587 dossier zonder nummer; doos 613 dossier103/026.
- LENS A. & MORTELMANS J. 1980: Gids voor oud Lier, Antwerpen, 47-48.