is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel De Drie Torekens
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Kasteel De Drie Torekens
Deze bescherming is geldig sinds
Kasteel Te Couwelaar, modo De Drie Torekens. Rest van 16de- tot 17de-eeuws waterslot, circa 1850 historiserend gerestaureerd; omgeven door administratieve diensten, werk- en opslagplaatsen van het district en verkaveling uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
De eerste gekende eigenaar van het goed Te Couwelaar, vermeld in 1402, is Pieter van Immerseel. Begin 16de eeuw in het bezit van Pieter de Francques, koopman te Antwerpen, na diens dood in 1541 van zijn zoon Raphaël; in 1584 openbaar verkocht op de Vrijdagmarkt, hierbij beschreven als "een groot schoon magnifique steenen huys van plaisantie geheeten Cauwelaer byde Leemputte, rontsomme bewatert, met een optreckende brugge ende zekere fundementen in d'eerde liggende, bequaem ome te erigeerene een gaelderije of andere schoone edifitien." In 1606 eigendom van lakenkoopman Gillis Du Mont, alias Brialmont, sedert 1595 ook eigenaar van het naburige Bisschoppenhof (zie Suzanne Spanhovenstraat nummer 3). Blijkens een koopakte van 1632 was het gehavende kasteel door vader en zoon Du Mont merkelijk verbeterd: terdege hersteld, verrijkt met zes torens, een mooie kruid- en bloementuin en visrijke vijvers, zie schilderij van 1625.
In 1735, na verschillende eigendomswisselingen, in handen van Pedro de Man, oud-schepen van Antwerpen, die in 1766 grote veranderingswerken liet uitvoeren: afbraak van vier bouwvallige torens, renovaties naar classicistisch model, aanleg van een nieuwe hofgracht; de oostgevel van het koetshuis, het aangepaste zuidwestelijk gelegen bijgebouw alsook de verdwenen pendant ten noorden van de voormalige hofdreef, dateren van toen; ophaalbrug begin 18de eeuw door vaste stenen brug vervangen; de smeedijzeren rococo-poort bestaat nog. Overdracht in 1846 aan echtpaar John Della Faille de Leverghem; opbouw in 1848 van een lusthof in neo-Italiaanse renaissancestijl naar ontwerp van F. Berckmans ter plaatse van de aanpalende Lakborshoeve, reeds vermeld in 1691; omstreeks dezelfde tijd, "restauratie" van het oude kasteel in neo-Vlaamserenaissance-stijl naar ontwerp van J. Schadde, voortgaande op het schilderij van 1625 en oude documenten, vergroting (?) in 1886 onder leiding van architect J. Claes. 1913: Te Couwelaar en Lakbors, samen 42 ha, verkocht aan immobiliënmaatschappij "Crédit Foncier d'Anvers", grachten gedempt, aanplantingen verwijderd en verkaveling aangevat in 1921; het inmiddels gesloopte kasteel Lakbors was sinds 1926 in gebruik als gemeenteschool en jeugdherberg, Te Couwelaar werd in 1927 opgekocht door de gemeente en tot 1970 bezet door administratieve diensten, magazijnen, werkplaatsen. Restauratiewerken (torens, bedaking, zwambestrijding) in 1986-88.
L-vormige nederzetting, bestaande uit een hoofdgebouw met vleugels van drie en drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien, nokrichtingen parallel aan en loodrecht op de straat) met onder meer poortgebouw, voormalig woongedeelte met aanleunende ten oosten gelegen kapel, aan noordzijde verlengd met koetshuis van negen traveeën en één bouwlaag onder zadel-(straatzijde) en mansardedak (binnenplaatszijde), (leien, nok parallel aan de straat); ten zuidwesten vrijstaand rechthoekig bijgebouw, heden van acht traveeën en één bouwlaag, onder plat en schilddak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op de straat).
Hoofdgebouw met lijst- trapgevels gedomineerd door twee ronde westelijke hoektorens en een ingebouwde vierkante oosttoren ("De Drie Torekens"). Baksteenbouw met overvloedig gebruik van natuursteen, sierankers, boogfriezen. Tudorbogige doorgang naar binnenplaats. Kruiskozijnen naast spitsbogig kapelvenster met neogotisch maaswerk. Bewaarde 16de- tot 17de-eeuwse binnenconstructie met moer- en kinderbalken.
Koetshuis met vrijwel blinde straatgevel en dakspant uit de 16de- tot 17de eeuw; binnenplaatsgevel uit de tweede helft van de 18de eeuw, zie dakvorm en symmetrische opbouw: centraal risaliet onder driezijdig fronton met gebosseerd parement van arduin, opengewerkt met segmentboogpoorten; de flankerende bakstenen gevels met rechthoekige vensters in vlakke omlijsting van arduin, links en rechts van omlijste steekboogdeur met oculus; 18de-eeuwse steenmerken; ruitvormige metalen roedeverdeling.
In de loop van de 19de eeuw verbouwd bakstenen bijgebouw met onder meer aangepaste spiegelboogvormige muuropeningen in omlijsting van arduin.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Architect Claes was niet betrokken bij de vergroting van het De Drie Torekens in 1886. In dat jaar zorgde hij wel voor de vergroting van een midden-19de-eeuws landhuis op de Confortalei, gebouwd in opdracht van mevrouw della Faillie. Beide kastelen van de familie della Faillie werden in 1927 verkocht aan de gemeente Deurne. Het kasteel De Drie Torekens werd gebruikt voor administratieve diensten. Intussen is dat gerestaureerd als co-housingproject. Het kasteel aan de Confortalei werd gebruikt als noodhuisvesting, jeugdherberg, omgevormd tot gemeenteschool en ondertussen gesloopt voor een nieuwbouwschool.
Is deel van
Lakborslei
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel De Drie Torekens [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/11286 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.