Omvat Meiboomlaan, Notelaar-, Olmen-, Sint-Jozefsstraat, Westlaan, Wilgenstraat. Tuinwijk met 140 arbeiderswoningen tot stand gekomen tussen 1922-1924 door maatschappij "De Meiboom" (voorheen "Rousselaarsche Naamloze Maatschappij voor het bouwen van Werkmanswoningen"). Woningproject opgezet door de Dienst der Verwoeste Gewesten voor bewoners-eigenaars die hun verwoeste panden niet konden heropbouwen met de oorlogsvergoeding. Aanlegplan opgesteld in opdracht van directeur R. Verwilghen van de Dienst der Verwoeste Gewesten, oorspronkelijk geïnspireerd op de ontwerpregels van Unwin met onder meer terugspringende woninggroepen, verbreding van straten, smalle rijstroken, kruispunten in T-vorm en een speelplein in de zogenaamde "grove-oplossing". Door tussenkomst van het stadsbestuur verviel deze karakteristieke aanleg: zo werden onder meer straatverbredingen en plantsoenen geschrapt en werd geopteerd voor een speelplein tegenover de spoorweg langs de Meiboomlaan in plaats van de voorziene centrale ligging. Via de Sint-Jozefsstraat verbinding van de wijk met de stad. Als collectieve voorziening werd een speelplein uitgevoerd.
Diverse woningtypes naar ontwerp van R. Acke en J. Eggericx (niet gesigneerde plannen). Meeste woningen modificatie van het Acke-type van Ligywijk te Ieper evenwel zonder vakwerkbouw. Langgerekte breedhuizen van één bouwlaag in spiegelbeeldschema onder pannen zadeldak met dakkapellen - onder zadel- of plat dak - of met centraal dakvenster met puntgevel of recht afgelijnd. Aan weerszijde van elk woonblok achteruitspringend volume van twee traveeën onder schild- of zadeldak. Geel-oranje baksteenbouw. Rechthoekige muuropeningen. Oorspronkelijk gestandaardiseerde houten kozijnconstructie met beluikte benedenvakken onder meer Olmenstraat nummer 15.
Belangrijke beeldtransformatie ten gevolge van individualistische, uiteenlopende behandelingen van de oorspronkelijk als homogeen geconcipieerde woningen in spiegelbeeldschema. Wijzigingen met betrekking tot gevelparement, vaak met verandering van het volume tot gevolg, onder meer opnemen van zolderverdieping in bouwlaag, hetgeen leidt tot een verhoging van de gebouwen. Tevens beschildering en cementering van gevels. Nieuw houtwerk, vaak wijziging van muuropeningen. Verandering van dakvorm onder meer aanbrengen van mansardedaken. In jaren 1980 Lindenstraat omgevormd tot woonerf.
Op hoek Westlaan en Sint-Jozefsstraat complexen naar ontwerp van A. Van Coillie van 1928. Rode baksteenbouw van twee traveeën en een bouwlaag met rechthoekige muuropeningen onder beschilderde lateien, onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen) met rechthoekige dakkapellen. Hoekblokken in Westlaan van twee bouwlagen evenals bebouwing in Westlaan met lijstgevel en centrale puntgevel van dakvenster.
Tussen 1950-1955 verdere uitbreiding van Meiboomkwartier, in zuidwestelijke richting, met 330 woningen door de Samenwerkende Bouwmaatschappij "De Mandel", cf. gedenksteen onder de brug over de Collievijverbeek.
- Stadsarchief Roeselare 173 bis/1928 (Sint-Jozefsstraat).
- MAES J., De wederopbouw van Roeselare na de eerste wereldoorlog, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, 1981, p. 131-133.
- SMETS M., MAES J., Woningbouwexperimenten bij Roeselares wederopbouw, Wonen, Tijdschrift voor Architectuur, Bouw en Beeldende Kunst, 4-5, 1983, p. 53-55.
- VERMEULEN B., 75 jaar Bouwmaatschappij De Mandel 1920-1995, Roeselare, 1995, p. 38.