De hopakker met begrenzende kaphaag ligt in de Poperingse hopperegio en heeft een oppervlakte van circa 1,5 hectare. Aan de westelijke zijde is over een lengte van circa 215 meter een continue kaphaag geplant met naar schatting een 150-tal schietwilgen (Salix alba). De kaphaag bereikt een hoogte van ongeveer 7 meter, de knothoogte is sterk variërend vermits zowel zijtakken als doorgaande takken worden gekapt. De plantafstand is onregelmatig maar vooral nauw, met tussenafstanden variërend van 100 tot 220 centimeter. Van de stamomtrekken zijn voorlopig geen nadere gegevens verzameld. De kaphaag vormt een zeldzaam, mogelijk uniek voorbeeld van levende wind- en/of regenbeschutting langsheen een hopakker, met name een draadveld. Het houtgebruik, waarbij wilgenhout als brandhout, maar wellicht ook als geriefhout werd benut, wordt hierbij nevengeschikt geacht.
De hopakker, eerder dan de kaphaag, vormt een beeldbepalend element in het omgevende landschap, vooral dan door de kruiselings geplaatste hoppestaken en de hopperanken. De kaphaag vormt in de zomer wel een opvallende zoom langsheen de westelijke zijde van de hopakker. Er zijn voorlopig geen aanwijzingen voor een specifieke wetenschappelijke waarde, bijvoorbeeld onder de vorm van een mogelijke aantoonbare relatie tussen de beplantingskeuze voor de kaphaag en de invloed daarvan op de hoppeproductie (in dit geval windbestuiving). Traditionele houtkeuze voor levende wind- en/of regenschermen bij hopakkers blijkt, althans voor de traditionele staakvelden, bestaan te hebben uit zwarte els. Van deze houtsoort werden vervolgens ook hoppestaken vervaardigd. Ook populierenhout blijkt in dit verband courant te zijn aangewend.
Gezien hoog groeiende hopperanken een fragiele teeltvorm inhouden, lijkt - zeker voor de oude hopperassen - een doeltreffende wind- en regenbeschutting wel zinvol. Een link tussen (door wind) vernielde hopakkers en legendes van de zogenaamde ‘hopduivel’ zijn eveneens bekend, maar dan wel voor de Aalsterse hopperegio. Deze duivelsfiguur werd/wordt gezien als het zinnebeeld van de stormen die in volle zomer (eind augustus) de hopakkers konden verwoesten en bijgevolg de oogst vernielen.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DW002444, Thematisch-typologische en thematisch-geografische bescherming van het belangrijkste houtig erfgoed in Vlaanderen: West-Vlaanderen, fase A.1, Heuvelland (Westouter), kaphaag (Schietwilg) met hoppeveld (HIMPE K., 2010).