De Velp stroomt in de Demer nabij Halen en vloeit voor een deel evenwijdig met de Begijnenbeek en de Grote Gete. In de vallei zijn nog heel wat eeuwenoude landschapsstructuren zoals kleine percelen met knotwilgenrijen en houtkanten te bemerken. De Velp is de rivier die het water van zandlemig Hageland afvoert. In de vallei zijn nog enkele mooie watermolensites. De vallei is van groot belang omwille van de flora en de fauna, onder meer op ornithologisch vlak. In de tweede helft van de 19de eeuw werden op tal van plaatsen in het alluvium van de Velp de beemden omgezet in bos- of populieraanplantingen. Voorheen bestonden nog grote delen van de vallei uit open uitgestrekte beemden.
De Velpvallei tussen de Dalemse molen en het Pepinusfort was op het einde van de 18de eeuw niet opgedeeld in afzonderlijke percelen. Enkel aan de rand van het alluvium lagen kleine percelen weiland met perceelsrandbegroeiingen. Pas vanaf het midden van de 19de eeuw werden de uitgestrekte beemden opgedeeld door levende randbegroeiing. De laatste 100 jaar verdween deze perceelsrandbegroeiing deels. Toch bleef het landschappelijk karakter van de beemden met houtkanten en rijen knotwilgen bewaard.
Het alluvium tussen Kortenaken en Kersbeek-Miskom is sinds het einde van de 18de eeuw niet veel gewijzigd: de perceelsstructuur is behouden. Er is nog heel wat perceelsrandbegroeiing die in combinatie met de percelen bos (die er eind 18de eeuw ook al waren) een gecompartimenteerd landschap vormen. Tussen Vroente en Miskom is een deel van de beemden omgezet in akkers en boomgaarden. Graas- en hooilanden met geknotte bomenrijen zijn kenmerkende elementen.
Stroomafwaarts begint het afgebakende gebied tussen Vissenaken en Wever aan de Dalemse Molen. De Velp werd hier eertijds opgestuwd ten behoeve van deze watermolen waarvan het waterrad nog aanwezig is maar niet meer functioneel is. In de nabijheid liggen nog een vijver en een grote hoeve. In de beemden tussen Wever en Pepinusfort stromen Grote en Kleine Velp evenals een aantal grachten. De vallei wordt doorsneden door een aantal wegen, waaronder de steenweg Diest-Tienen. Vanaf hier liggen ook wegen op de beide flanken van de vallei.
Ter hoogte van Glabbeek voegt de Kapellebeek zich bij de Velpe en wat meer naar het oosten ligt het kasteel van Zuurbemde, dat een tijdlang dienst deed als rusthuis ‘Levensvreugd’, nadien omgedoopt tot ‘Arcadia’, met bijhorend park. In de nabijheid van de neogotische Sint-Catharinakerk van Zuurbemde ligt de bron Sint-Sulpitiusput. Een rechte weg verbindt de kerk met het kasteelpark. Het kasteelpark rondom het kasteel sluit aan bij het bebost landschap van de vallei. Het was Edmond-Charles de la Coste, die hier in 1849 op 400 m ten zuiden van de dorpskern van Zuurbemde een riant landhuis bouwde. Deze villa brandde enkele jaren nadien af en werd rond 1860 vervangen door een grotere villa met kasteelallures met hoefijzervormig grondplan, die er nu nog vrijwel onveranderd staat. Rond 1880 werden de dienstgebouwen aan de noordrand van het domein uitgebreid. Het park werd in landschappelijke, ‘arcadische’ stijl aangelegd op een terrein van 9 ha. Na 1900 wordt het domein versnipperd en de westelijke helft van het park wordt vernield. Restanten van de oorspronkelijke beplanting zijn nog aanwezig, hoewel het overgebleven deel van het park heraangelegd werd. Nabij de dwarsweg van Zuurbemde naar Hoeleden ligt de Panishoeve. De Oude Velp en de Oude beek of Leibeek vervoegen de Velp in deze omgeving.
Te Kersbeek-Miskom ligt tussen de Kapellebeek en Vijverbeek het kasteeldomein met nog twee ringgrachten, vermoedelijk verwijzend naar een vroegere opperhof-neerhofstructuur. In 1863 werden de oude gebouwen afgebroken en vervangen door een nieuw kasteel. Toen was nog een halfcirkelvormige gracht aanwezig die vermoedelijk wees op een vroegere motte. Vlak bij het kasteel liggen de grotendeels gotische Sint-Servaaskerk uit de 16de eeuw, verbouwd in 18de en 19de eeuw, en de pastorie, bestaande uit een gedeeltelijk verbouwd dubbel huis uit de 18de eeuw. Nabij de dwarsweg ter hoogte van Vroente liggen enkele kapellen, de Dombeek en een stuw op de Velp. Ten zuiden van Kortenaken voegt de Spoelbeek zich bij de Velp. Delen van de gotische Sint-Amorkerk in Kortenaken dateren uit de 16de eeuw. Een ijzerzandstenen sokkel gaat wellicht tot de 13de eeuw terug. Een deel van de kerk werd herbouwd in 1840, een ingrijpende restauratie gebeurde in 1908 onder leiding van architect P. Langerock. De baan Waanrode-Geetbets vormt de noordelijke begrenzing van dit deel van de Velpvallei.