Klooster van 0nze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart, gelegen tussen bossen en weilanden, zijnde het oudste van alle nu bestaande trappistenkloosters, gesticht in 1794 door Franse cisterciënzers die zich in Canada wilden vestigen, doch die op initiatief van de bisschop van Antwerpen, Cornelis F. Nelis, te Westmalle bleven. De priorij werd in de eerste helft van de 19de eeuw verheven tot abdij.
Neoromaanse abdij gebouwd op rechthoekig grondplan met aan noordzijde de gemoderniseerde brouwerij (naar ontwerp van M. Van der Aa) en de boerderij van 1930. Kerk en gastenhuis gebouwd van 1885 tot 1887. De drie grote vleugels van de eigenlijke abdij werden ontworpen door architect C. Fransen (1895-1908). In 1899 werden de toren van de kerk en de zijkapellen rond het hoogaltaar gebouwd. De toren, verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in 1924 vervangen door een Italiaanse campanile naar ontwerp van architect Jan Frans Sel.
De abdijkerk werd inwendig volledig gemoderniseerd door Paul Felix en H. Denekens in 1964. Op het abdijdomein verrezen een nieuwe parochie met de Sint-Pauluskerk (1966-67) en het klooster van de contemplatieve zusters annuntiaten met het diocesaan centrum voor vrouwelijke religieuzen (1968 en volgende), beide naar ontwerp van architect Marc Dessauvage.
Aan zuidzijde: barokke ingangspoort afkomstig van een Antwerps patriciërshuis, naar hier overgebracht in 1840 en geplaatst in 1907. Geblokte hardstenen rondboogpoort met golvende sleutel bekroond met nis onder gebroken waterlijst en geflankeerd door vleugelstukken. Links en rechts van poort rondboognissen met heiligenbeelden. Achter het poortgebouw beboomde tuin met aan noordzijde het gastenkwartier en de kerk. Bakstenen vleugel van twee bouwlagen onder leien zadeldak, lijstgevel met rondboogfries geritmeerd door pilasters onderling verbonden door rondbogen. Ingangspartij bekroond met puntgevel. Rondboognissen waarin rechthoekige vensters. De oostzijde van deze vleugel wordt ingenomen door de kerk met vijfzijdige koorsluiting waarrond halfronde transkapellen; zogenaamde Italiaanse campanile (1924) van zes geledingen onder leien tentdak met rondboogvormige muuropeningen. De overige abdijgebouwen mochten niet bezocht worden en kunnen derhalve ook niet beschreven worden.
- BEKAERF G., Les églises de Marc Dessauvage, in La Maison, 1968, nr. 12, p. 474-476.
- BEKAERT G. en STRAUVEN F., Bouwen in België, 1945-70, 19712, p. 311.
- S.N., Cisterciënzers of trappisten te Westmalle, Westmalle, 1974.
- S.N., Geschiedenis van de Trappistenabdij te Westmalle, 1794-1956, Antwerpen-Amsterdam, 1977.