Georiënteerd neogotisch bedehuis met bewaarde 15de-eeuwse westtoren. Bakstenen toegangspad gemarkeerd door gietijzeren hekpijlers met vaasbekroning en gesmeed ijzeren hek, en afgezet met lindenrij. Omhaagd kerkhof en oorlogsgraven van het Gemenebest ten zuidwesten en noordwesten. Roepsteen rechts van portaal.
Eerste kerk in 1297 door brand verwoest; in de 15de eeuw volledig heropgebouwd in gotische stijl, voorzien van bakstenen toren; 1876, restauratie van toren naar ontwerp van architect P. Buyck (Brugge); na brand van 1882, met uitzondering van gespaarde toren, in neogotische stijl heropgebouwd naar ontwerp van architect J. Vinck (Veurne) van 1883. Stenen spits tijdens tweede wereldoorlog vernield, waarna heropgericht naar oorspronkelijk model.
De plattegrond ontvouwt een W.toren, een midden- en twee zijbeuken met vlakke sluiting van vijf traveeën, een hoofdkoor van twee rechte traveeën en driezijdige sluiting met aanleunende sacristieën tegen noordelijke- en zuidelijke gevel.
Verankerd gebouw van gele baksteen op sokkel, met hergebruik van ijzerzandsteen van voormalig romaans bedehuis in onderbouw van traptoren, en gebruik van Euvillesteen (?) voor dekstukken en maaswerk. Afdekking door middel van zadeldaken (leien).
Vierkante westtoren van drie ongelijke geledingen, gestut door middel van op elkaar gestelde hoeksteunberen met versnijdingen, voorzien van korf- en accoladeboogvormige casementen, uitlopende op pinakelvormige hoektorentjes onder stenen spits met hogers. Deels vernieuwd westportaal: korfboogdeur in geprofileerde spitsboogomlijsting onder druiplijst; blinde spitsboognissen met maaswerk, op gezamenlijke afzaat in boogveld. Nieuw, stenen Sint-Bertinusbeeld op sokkel in centrale nis. Spitsbogig tweelicht waarrond sporen van brede spitsboog (verwijzend naar voormalige kruisingstoren?) en klein korfboogvenster in noord- en zuidgevel. Aanleunend ten zuidwesten polygonaal traptorentje voorzien van lichtgleuven en aflijnende tandlijst, onder lage spits. Tweede geleding onderverdeeld in twee korfbogige muurnissen (bakstenen maaswerk in top); doorlopende afzaat, met centrale, geprofileerde korfboognis; nissen herhaald in overige zijden. Geprofileerde, spitsbogige galmgaten (tweelichten) met afzaat en doorlopende druiplijst ter hoogte van bovenste geleding. Vlakke (blinde) borstwering op kordon. Gevelsteen met jaartal 1576 in westgevel. Bakstenen naaldspits met hogers en dakkapellen.
Schip en koor afgelijnd door middel van tandlijst met dropmotief; traveeën geritmeerd door middel van steunberen met versnijdingen en spitsbogige tweelichten. Westgevel van zijbeuken in vorm van puntgevel met aandak, schouderstukken en kruisvormig topstuk; spitsboogvenster idem schip en koor; geprofileerd rondboognisje in top. Identieke noord- en zuidsacristie in neostijl; aflijnende tandlijst.
Basilicaal schip van vijf traveeën; bakstenen spitsbogige scheibogen, rustend op zuilen met achtzijdige sokkel en knoppenkapiteel van Doornikse hardsteen; bovenmuur, eveneens van baksteen, geritmeerd door middel van bepleisterde en beschilderde halfzuiltjes, steunend op vermelde kapitelen; overwelving door middel van kruisribgewelven; afwisselend gebruik van rode en gele bakstenen.
Mobilair: Beeldengroepen "Aanbidding der Wijzen", "Besnijdenis van Jezus" en "Opdracht van Jezus in de tempel", gepolychromeerd steen, 16de eeuw, in stenen hoofdaltaar. Neogotisch koorgestoelte en biechtstoelen.
- DEVOS-STOCKMAN A., ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie West-Vlaanderen. Kanton Veurne, Brussel, 1975, p. 48-49.